Breuken 6.2 les 3

• Rekenen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

Wiskunde 

Breuken 6.2

les 3

Goedemorgen

Pak je pen/potlood en de oefenblad 1

Oefenblad 1.:

Ligt op de instructie-tafel. 

Dit hebben we vorige keer geleerd

Ga gelijk aan de slag!

Overzicht van de les

• Wie is er wel en wie niet?
  
• Hoe is het met je?
• Verwachtingen
• Terugblikken
• Aan de slag
• Afsluiting

Terugblikken

Je weet wat gelijkwaardige breuken zijn

Je kunt een gelijkwaardig deel benoemen

Je kunt een breuk vereenvoudigen.

Doel van deze les

Je kunt een breuk  

vereenvoudigen (herhaling)

en de helen eruit halen (oefenen)

Je kunt een gelijknamige breuk optellen

(oefenen).

Tip: 

Denk aan deze getallen:

2, 3, 5 en 7 
Schrijf ze eventueel bovenaan je blaadje

Weet je nog? 

Je eet 12 van deze stukken pizza 

Dus: 12/8 pizza

Hoeveel is dat eigenlijk?

Vereenvoudig eerst de breuk?

1. Kijk door welk getal je beide kunt delen.

12 en 8 kun je allebei delen door...............?

2. Kun je ze nog een keer delen?

Nee? Dan ben je klaar.

3. Ja? Dan doe je dat. 

4. Is de teller (het bovenste getal) hoger dan de noemer (het onderste getal)? 

Dan haal je er eerst nog de hele(n) eruit 

(8/8 is hier 1 hele)

De restbreuk schrijf je er nu achter.

Hoeveel pizza heb je gegeten?

12

-

8

Vereenvoudig de breuk

​8​​4​​

2 - 3- 5 - 7

2 - 3 - 5 - 7

Vereenvoudig de breuk

​9​​6​​

2 - 3- 5 - 7

2 - 3 - 5 - 7

Vereenvoudig de breuk

​10​​12​​

2 - 3- 5 - 7

2 - 3 - 5 - 7

Vereenvoudig de breuk

​12​​18​​

2 - 3- 5 - 7

2 - 3 - 5 - 7

Vereenvoudig de breuk

​28​​14​​

2 - 3- 5 - 7

2 - 3 - 5 - 7

                                                Stappenplan

Vereenvoudig          

Stap 1 Vereenvoudig de breuk (deel door 2, 3, 5 of 7)

Stap 2 Haal de helen uit de breuk

Stap 3 Schrijf erachter op wat je overhoudt

6

4

Oké we gaan nog een keer (samen) oefenen!

Haal de helen eruit!

1. 
2. 
3. 
4. 

Haal de helen eruit
7
3

1. 1
2. 2
3. 2 1/3
4. 3 1/3

Oefenblad 2

Vereenvoudig de breuken en haal de helen eruit. 

We gaan verder met de volgende stap:

Alleen de teller wordt bij elkaar opgeteld.

​5​​2​​+​5​​1​​=​5​​3​​

De noemers zijn gelijk, namelijk 5. 

Hier verandert niks aan.

​15​​5​​+​15​​2​​=

1. ​15​​7​​
2. ​30​​12​​
3. ​7​​11​​
4. ​30​​11​​

​12​​4​​+​12​​7​​=

1. ​12​​15​​
2. ​30​​12​​
3. ​11​​12​​
4. ​12​​11​​

​6​​1​​+​6​​2​​=

1. ​6​​2​​
2. ​6​​3​​
3. ​4​​2​​
4. ​4​​3​​

Oefenblad 3

Optellen met breuken (gelijknamig)

Heb je nu alle oefenbladen gemaakt, dan ben je klaar!

Afsluiting

Wat heb je vandaag geleerd?

Volgende les gaan we verder met.... 

0