Paus Franciscus overleden

Paus Franciscus overleden
1 / 17
next
Slide 1: Slide
GodsdienstLager onderwijs

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 59 min

Items in this lesson

Paus Franciscus overleden

Slide 1 - Slide

Petrus, de 1ste paus
  • was een vriend van Jezus
  • was een van zijn twaalf leerlingen
  • werd de eerste leider van de christenen, de eerste paus dus
Info

Slide 2 - Slide

Franciscus, de 266ste paus
  • echte naam: Jorge Mario Bergoglio
  • geboren op 17 december 1936 in Argentinië
  • gestorven op 21 april 2025 in Vaticaanstad
  • koos als pausnaam Franciscus,
    naar de Heilige Franciscus,
    de patroonheilige van de armen en de dieren
  • was 12 jaar paus,
    de leider van de katholieke kerk
  • reisde de hele wereld af en bezocht vaak plekken waar mensen het moeilijk hadden om ze te kunnen troosten en te steunen
  • kwam vorig jaar nog op bezoek in België
Info

Slide 3 - Slide

Franciscus, de 266ste paus
  • kwam op voor arme mensen
    en mensen in moeilijkheden
  • wilde de Kerk veranderen
    en zorgde ervoor dat ook vrouwen
    meer belangrijke taken kregen
  • vond het belangrijk dat iedereen goed
    voor elkaar zorgt, ongeacht geloof of afkomst.
  • probeerde fouten te rechten,
    zoals bij misbruik
  • zette zich in voor
    een eerlijke, zorgzame wereld
Info

Slide 4 - Slide

Hoe wordt een nieuwe paus gekozen? (deel 1)
Bekijk de strip en lees de tekst

Slide 5 - Slide

Franciscus, de 266ste paus
  • verscheen op Pasen
    voor het laatst in het openbaar
  • wenste vanuit zijn rolstoel
    iedereen een zalige Pasen toe
  • Is op paasmaandag gestorven
  • wordt over een paar dagen begraven
Info

Slide 6 - Slide

Hoe wordt een nieuwe paus gekozen? (deel 2)
Bekijk de strip en lees de tekst

Slide 7 - Slide

Bekijk de strip en lees de tekst
Vaticaanstad is ontstaan in 1929. Het is het kleinste onafhankelijke land van de wereld. Het heeft een oppervlakte van 0,44 km² en ligt in de Italiaanse stad Rome. Omdat het een apart land is, hebben veel landen een ambassade in Vaticaanstad. Ook het Vaticaan heeft ambassadeurs in vele landen.

Er wonen ongeveer 900 mensen in Vaticaanstad. De paus is de belangrijkste inwoner. Hij is de bisschop van Rome en de opvolger van Petrus. De paus wordt beschermd door de Zwitserse wacht. Deze ‘soldaten’ zijn Zwitsers die gedurende twee jaar de paus vrijwillig komen beschermen.

Een groot deel van deze stad wordt ingenomen door de Sint-Pietersbasiliek, een van de grootste kerken ter wereld. Die werd gebouwd op de plaats waar vroeger de begraafplaats was van de heilige Petrus.
Vaticaanstad (deel 1)

Slide 8 - Slide

Vaticaanstad (deel 2)
Bekijk de strip en lees de tekst
De belangrijkste kapel in deze stad is de Sixtijnse Kapel. Deze kapel werd gebouwd in opdracht van paus Sixtus IV (15e eeuw). Michelangelo beschilderde de plafonds ervan, terwijl hij boven op een hoge stelling op zijn rug lag. Wanneer een paus sterft, komen alle kardinalen jonger dan tachtig jaar in die kapel bijeen om een nieuwe paus te kiezen.

De musea in het Vaticaan zijn heel belangrijk. Daarin kun je de vele kunstschatten zien die de pausen vroeger verzamelden. Je ziet er ook de geschenken die de vele bezoekers aan de paus gegeven hebben.

Vaticaanstad heeft ook een eigen radio- en televisiezender, krant, station, en een grote zaal waar de paus zijn bezoekers ontvangt. Zo’n bezoek bij de paus wordt ‘audiëntie’ genoemd.

Slide 9 - Slide



Vaticaanstad is het grootste land van Europa.
Waar of niet waar?
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz



De paus wordt beschermd door soldaten uit Zwitserland.
Waar of niet waar?
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz



De paus is de opvolger van de heilige Petrus.

Waar of niet waar?
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz



De plafonds van de Sixtijnse Kapel werden
geschilderd door Leonardo da Vinci.
Waar of niet waar?
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz



De Sint-Pietersbasiliek werd gebouwd
op de plek waar vroeger een Romeins theater stond.
Waar of niet waar?
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz



Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Beantwoord de vraag

Slide 15 - Open question



Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Beantwoord de vraag

Slide 16 - Open question



Stel 1 vraag over iets dat je niet zo goed hebt begrepen.
Beantwoord de vraag

Slide 17 - Open question