Les 25 &26 vwo

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Lunes, 6 diciembre de 2021

• Los números 
• Herhalen: bijvoeglijke naamwoorden 
• Leren Aanwijzend voornaamwoord
• Quiz 

www.bookwidgets.com

Luister naar de opname en vul de juiste getallen in: 

Yo tengo (1)______años y mi número de teléfono es el (2)__________. 

2. Marcelo tiene(3)____________ años y su número de teléfono es el(4)________________. 

3. Daniel Martinez tiene (5)__________años y su número de teléfono es el(6)______________

Luister naar de opname en vul de juiste getallen in: 

1-  14 

2-934592839

3-13 

4-932746326

5-19 

6- 934278392

Samenwerken 

Voer gesprekjes zoals in het voorbeeld: 

¿Dónde vives? 

En la calle Cervantes, cuarenta y dos. 

Waar woon je? 

In de Cervantes straat, 43. 

Wat is een aanwijzend voornaamwoord?

Een woord waarmee je iets aanwijst. In het Nederlands deze/dit of die/dat.

In het Spaans blz. 24

1. Dit  huis 

2. Deze kat

3. Die jongen 

4. Die meisjes 

5. Die katten 

Schrijf de onderstaande zinnen in het Spaans:  

1.Deze pen                      6. Deze potloden 

2. Dit boek                       7. Die  meisjes 

3. Die stoel                      8. Die jongens 

4. Dit huis

5. Dit schoolbord 

Ben je klaar? Maak opdr. 3 blz. 30

Schrijf de onderstaande zinnen in het Spaans:  

1.  Deze pen-  Este bolígrafo  6. Deze potloden- Estos bolígrafos

2. Dit boek- Este libro               7. Die  meisjes- Estas niñas 

3. Die stoel - Esta silla             8. Die jongens- Estos niños  

4. Dit huis- Esta casa

5. Dit schoolbord- Esta pizarra  

Hoe zeg je 'dit huis' in het Spaans?

1. Este casa
2. Estas casas
3. Esta casa
4. Esto casa

Wat betekent het werkwoord SER?

1. heten
2. zijn
3. gaan
4. noemen

Vul de juiste vorm van SER in.
Yo.....................(ser)estudiante.

1. eres
2. soy
3. somos
4. son

Ellos (ser) ______ de Amsterdam.

1. eres
2. sois
3. se
4. son

Maria y yo_________ amigas

1. somos
2. ers
3. soy
4. soy

¿Vosotros_____(ser)holandesas?

1. Soy
2. Somos
3. Son
4. Sois

Carla y Beatriz_____amigas.

1. sois
2. es
3. son
4. soy

Welke zin zijn correct?
(bijvoeglijk naamwoord)

1. El niño pequeño
2. El pequeño niño
3. El niña pequeña
4. La pequeña niña

Hoe zeg je in het Spaans ' De zwarte hond'?

1. El negro gato
2. El perro negro
3. El negro perro
4. El gato negro

Hoe zeg je in het Spaans ' Het blauwe huis'

1. La casa azul
2. La casa amarilla
3. La azul casa
4. La amarilla casa

Hoe zeg je 'deze jongens' in het Spaans?

1. Este niño
2. Estes niños
3. Estas niños
4. Estos niños

Afsluiting 

Woorden leren met Quizlet