What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Cursus 5 §6 Werkwoordelijk gezegde
1 / 17
next
Slide 1:
Slide
This lesson contains
17 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Planning
Uitleg werkwoordspelling
Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
P L A N N I N G
Cursus 5 - Grammatica
1.
Herhaling vorige les
2. Lesdoelen
3. Uitleg/ oefenen
4. Zelfstandig werken
5. Afsluiting in Lessonup
Slide 3 - Slide
Wat is de persoonsvorm?
Jantien won gisteren de gouden medaille.
A
Jantien
B
won
C
gisteren
D
de gouden medaille
Slide 4 - Quiz
Wat is de persoonsvorm?
Fiets jij elke ochtend naar school?
A
Fiets
B
jij
C
elke ochtend
D
naar school
Slide 5 - Quiz
Wat is het onderwerp?
Ik kan nu het onderwerp uit een zin halen.
A
Ik
B
kan
C
het onderwerp
D
een zin
Slide 6 - Quiz
Wat is het onderwerp?
Mijn moeder doet altijd de boodschappen.
A
Mijn moeder
B
doet
C
altijd
D
de boodschappen
Slide 7 - Quiz
Je kunt het werkwoordelijk gezegde van een zin vinden.
Lesdoelen
Slide 8 - Slide
Het maken van aantekeningen kan helpen om de uitleg beter te onthouden.
Aantekeningen
bij spelling
Slide 9 - Slide
Uitlegfilmpje!
Slide 10 - Slide
Werkwoordelijk
Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit
alle werkwoorden in de zin.
Ze zeggen wat het onderwerp (mens, dier of ding) doet of ondergaat.
De persoonsvorm is altijd een onderdeel van het werkwoordelijk gezegde.
Als er meer werkwoorden in de zin staan, horen die er ook bij.
gezegde (wg)
Slide 11 - Slide
Werkwoordelijk
Bepaal welke woorden werkwoorden zijn.
Deze woorden vormen samen het werkwoordelijk gezegde.
Delen van een scheidbaar werkwoord horen ook bij het wg.
De bezorger
heeft het pakketje gisteravond afgeleverd.
gezegde (wg)
Slide 12 - Slide
Wat
: Cursus 5 paragraaf 6 opdracht 1 t/m 5 blz. 212/213 maken. Schrijf de antwoorden in je schrift.
Hoe
: individueel
Hulp
: boek, buren, mevrouw de Vries
Tijd
: 15 min.
Uitkomst
: bespreken
Klaar
: Maak de opdracht grammatica zinsdelen (ophalen bureau) of lees verder in je leesboek .
timer
15:00
Slide 13 - Slide
Wat is in deze zin het werkwoordelijk gezegde?
'De kat lag te slapen.'
A
lag slapen
B
lag
C
lag te slapen
D
slapen
Slide 14 - Quiz
Wat is in deze zin het werkwoordelijk gezegde?
'De hond was aan het blaffen.'
A
blaffen
B
het blaffen
C
was
D
was aan het blaffen
Slide 15 - Quiz
Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin:
'Hij heeft dat verhaal geschreven.'
Slide 16 - Open question
Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin:
'Zij kleedt zich aan.'
Slide 17 - Open question
More lessons like this
Cursus 5 §4 Onderwerp
2 days ago
- Lesson with
21 slides
WRE 1HV - Cursus Grammatica - §3 Onderwerp
October 2024
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Les 4 (13 september 2024)
September 2024
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12
BSR 02/11 1aha Grammatica zinsdelen 5+7
November 2023
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
H2 herhalen grammatica
January 2025
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
WRE 2AHA - Grammatica - Zinsdelen les 1
January 2024
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Les 5 (21 september 2024)
September 2024
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12
BSR 06/11 1aha Grammatica zinsdelen havo herhaling vwo 7 ng
November 2023
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2