H5,2-start zuren

Vragen bij les §5.2
Deze les bevat een aantal vragen die je kennis over zuren testen. Neem er de tijd voor; lees de opgaven goed!
1 / 21
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Vragen bij les §5.2
Deze les bevat een aantal vragen die je kennis over zuren testen. Neem er de tijd voor; lees de opgaven goed!

Slide 1 - Slide

Instructie
Vragen verschijnen op een sheet;
het antwoord vul je in op de sheet erna.

Slide 2 - Slide

Vraag 1
Je hebt een basische oplossing met pH = 8,9.
Welke kleur krijgt deze oplossing met de volgende indicatoren?

broomkresolgroen (= bkg)
kresolrood (= kr)
thymolblauw (= tb)

Slide 3 - Slide

kleur van de indicataor bij pH van 8,9
broomkresolgroen
kresolrood
thymolblauw
geel
rood
oranje
blauw
groen

Slide 4 - Drag question

Vraag 2
Van twee verschillende oplossingen van hetzelfde zuur wordt de stroomgeleiding gemeten. 

De stroomgeleiding van oplossing 1 blijkt beter te zijn dan die van oplossing 2. 
Welk zuur heeft de laagste pH
 

Slide 5 - Slide

Antwoord op vraag 2
Welke oplossing heeft de laagste pH?
oplossing 1 of 2? Waarom?

Slide 6 - Open question

Vraag 3
Sleep de juiste waardigheid naar elk zuur!

Slide 7 - Slide

zwavelzuur
koolzuur
salpeterzuur
fosforzuur
1-waardig
2-waardig
2-waardig
3-waardig
4-waardig

Slide 8 - Drag question

Vraag 4
Schrijf op een vel papier alle ionisatiestappen van waterstofchloride. Maak er een foto van en upload die.

Slide 9 - Slide

Antwoord op vraag 4

Slide 10 - Open question

Vraag 5
Appelzuur, C4H6O5, is een tweewaardig zuur.
Wat is de formule van de zuurrest?

Slide 11 - Slide

Antwoord op vraag 5
geef de formule van het zuurrest. (mag ook via foto)

Slide 12 - Open question

Vraag 6
AsO43- is de zuurrest van een zuur met onbekende waardigheid. Je weet echter wel dat het zuur zelf neutraal is.

Wat is de formule van dit zuur?

Slide 13 - Slide

Antwoord op vraag 6
A
HAsO₄
B
H₂AsO₄
C
H₃AsO₄
D
H₄AsO₄

Slide 14 - Quiz

Vraag 7
Van twee verschillende zuren met eenzelfde concentratie word de pH gemeten. Zuur A blijkt een hogere pH waarde te hebben. Leg uit hoe dit kan. 

Slide 15 - Slide

Leg waarom zuur A een hogere pH kan hebben ondanks dezelfde concentratie zuur.

Slide 16 - Open question

Vraag 8
Geef alle ionisatie stappen voor azijnzuur in water.

Slide 17 - Slide

ionisatie reactie azijnzuur (mag ook met foto)

Slide 18 - Open question

Vraag 9
Welk zuur hoort er bij de onderstaand geconjugeerde base? 


C2O42-

Slide 19 - Slide

Antwoord op vraag 9

C2O42-
C2O42-
A
H2C2O4
B
HC2(O4)
C
C2(O4)2
D
H3C2O4

Slide 20 - Quiz

Heb je nog een vraag voor je docent?

Slide 21 - Open question