Je kan uitleggen wat een antigeen en een antistof is
Je kan uitleggen wat het verschil tussen deze twee is
Je kan uitleggen wat immuniteit is en hoe het kan ontstaan
Je kunt de 2 verschillende vormen van immuniteit uitleggen en herkennen
Huiswerk T3 B5
Opdr. 1 t/m 9, 5k
OF uitdaging
Opdr. 4 t/m 11, 5k
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2
This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
B5 Immuunsysteem
Jas in de kluis
Spullen op tafel
Laptop/Leerwerkboek
Schrift
Tas van tafel
Lees blz. 211 t/m 214
timer
5:00
Kennen/Kunnen
Je kan uitleggen wat een antigeen en een antistof is
Je kan uitleggen wat het verschil tussen deze twee is
Je kan uitleggen wat immuniteit is en hoe het kan ontstaan
Je kunt de 2 verschillende vormen van immuniteit uitleggen en herkennen
Huiswerk T3 B5
Opdr. 1 t/m 9, 5k
OF uitdaging
Opdr. 4 t/m 11, 5k
Slide 1 - Slide
Geheime leerling
Deze les heb ik willekeurig een geheime leerlinggekozen.
Ik let extra op deze leerling en kijk naar:
Inzet tijdens de les
Werkhouding tijdens de les
Aan het eind zal ik de geheime leerling onthullen, als ik deze leerling positieve feedback kan geven, dan verdient deze leerling ook 1/3 +0,5 OF +1 cm² spiekbriefje.
Slide 2 - Slide
Huiswerkrad
Ga vast naar Lessonup.app en gebruik deze code
Beloning
Straf
Beloningen
+1 cm2 spiekbriefje = Je mag een spiekbriefje maken voor een toets. Deze begint 1 bij 1 cm groot, per keer dat je dit verdient wordt dat 1 cm meer, tot een max van 4 bij 4 cm groot.
1/3 +0.5 = Als je deze 3 keer verdiend mag je 0,5 optellen bij een biologiecijfer naar keuze.
Snitch = Je mag een klasgenoot kiezen die ook wordt gecontroleerd. Je krijgt zelf 2 V's (3 V's levert een 1/3 +0,5 op)
Helaas = Je krijgt maar 1 V.
Straffen
45 min bijwerken= Na school kom je huiswerk maken, dit duurt 45 min of totdat je opgegeven taak af is.
Kleurplaat = Je kiest een kleurplaat, deze kleur je in en je maakt de opdracht die erbij hoort. De eerstvolgende les moet je deze inleveren. niet gedaan is 2 kruisjes.
2/1 kruisjes = Een kruisjes is een X, als je hier 3 van hebt, krijg je automatisch de 45 min bijwerken
Snitch = Je mag een klasgenoot kiezen die ook wordt gecontroleerd.
Niks! = Je krijgt geen straf
Slide 3 - Slide
Waar in het lichaam gaat CO₂ het bloed IN?
A
Longen
B
Hart
C
Darmen
D
Bij alle organen
Slide 4 - Quiz
Waar in het lichaam gaat O₂ het bloed IN?
A
Longen
B
Hart
C
Darmen
D
Bij alle organen
Slide 5 - Quiz
Waar in het lichaam komen voedingsstoffen in het bloed?
A
Longen
B
Hart
C
Darmen
D
Bij alle organen
Slide 6 - Quiz
Waar in het lichaam komt water in het bloed?
A
Longen
B
Hart
C
Darmen
D
Bij alle organen
Slide 7 - Quiz
Waar in het lichaam gaat O₂ uit het bloed?
A
Longen
B
Hart
C
Darmen
D
Bij alle organen
Slide 8 - Quiz
Welk bloedonderdeel houdt zich bezig met het bestrijden van ziekten?
A
Witte bloedcellen
B
Rode bloedcellen
C
Bloedplaatjes
D
Bloedplasma
Slide 9 - Quiz
Lichaamsvreemde stoffen
'Stoffen' die niet in je lichaam thuishoren: lichaamsvreemde stoffen
Ziekteverwekkers: bacteriën, virussen, parasieten
Bloed of organen van een donor
Gif
Slide 10 - Slide
Antigenen
Cellen, bacteriën en virussen zijn bedekt met antigenen.
Antigenen = eiwitten aan de buitenkant van een cel
Cellen kunnen elkaar herkennen met antigenen.
Wanneer je lichaam onbekende (=lichaamsvreemde) antigenen ontdekt start het een immuun reactie
Slide 11 - Slide
Immuun reactie
Ziekteverwekkers in je lichaam = Infectie
Witte bloedcellen bevechten de
ziekteverwekkers:
insluiten (= opeten)
antistoffen maken
Slide 12 - Slide
Antistoffen
Witte bloedcellen maken antistoffen
Antistoffen 'passen op' antigenen
Elk antigeen heeft eigen antistof
Ziekteverwekkers bedekt met antistoffen zijn hulpeloos
Werking antistoffen
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Immuniteit
Immuun = Lichaam 'kent' de ziekte, de ziekte wordt snel uitgeschakeld. Je wordt niet ziek
Natuurlijk
Je lichaam komt in
aanraking met de ziekte
Lichaam 'leert' zelf
antistof aanmaken
Kunstmatig
Inenten met dode/verzwakte ziekte of stukje DNA/RNA
lichaam 'leert' veilig antistof aanmaken
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Slide 17 - Slide
Hoeveel zin heeft vaccineren tegen: Griep
A
Je kunt hier geen vaccin voor maken
B
Het vaccin zou niet werken
C
Je wordt tijdelijk immuun
D
Je wordt volledig immuun
Slide 18 - Quiz
Hoeveel zin heeft vaccineren tegen: Polio (kinderverlamming)
A
Je kunt hier geen vaccin voor maken
B
Het vaccin zou niet werken
C
Je wordt tijdelijk immuun
D
Je wordt volledig immuun
Slide 19 - Quiz
Hoeveel zin heeft vaccineren tegen: Autisme
A
Je kunt hier geen vaccin voor maken
B
Het vaccin zou niet werken
C
Je wordt tijdelijk immuun
D
Je wordt volledig immuun
Slide 20 - Quiz
Hoeveel zin heeft vaccineren tegen: Waterpokken
A
Je kunt hier geen vaccin voor maken
B
Het vaccin zou niet werken
C
Je wordt tijdelijk immuun
D
Je wordt volledig immuun
Slide 21 - Quiz
vragen
1. Wat vind je van dit stuk tekst? Waarom, onderbouw je mening.
2. Er staan een aantal fouten in de redenatie van Marsja, welke zijn dat?
?
Slide 22 - Slide
Ga aan de slag met: T3 B5
Blz. 211 t/m 218
Opdr. 1 t/m 9, 5k
OF uitdaging
Opdr. 4 t/m 11, 5k
Klaar met het bovenstaande?
Verder werken/lezen
Samenvatten
Ander huiswerk
Boek lezen
Zs = Werken in stilte
Geen vinger opsteken
Aan het werk
Stil en stoor niemand
Blijf op je plek
timer
6:00
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Video
Ga aan de slag met: T3 B5
Blz. 211 t/m 218
Opdr. 1 t/m 9, 5k
OF uitdaging
Opdr. 4 t/m 11, 5k
Klaar met het bovenstaande?
Verder werken/lezen
Samenvatten
Ander huiswerk
Boek lezen
Zf = Werken met fluisteren
Geen vinger opsteken
De docent komt langs
Aan het werk
Fluister alleen met de persoon naast je
Blijf op je plek
Slide 25 - Slide
Geheime leerling
De geheime leerling was .......
Ik lette extra op deze leerling en keek naar:
Inzet tijdens de les
Werkhouding tijdens de les
Als ik je positieve feedback kan geven,
dan verdien je ook 1/3 +0,5 OF +1 cm² spiekbriefje.
Slide 26 - Slide
Opruimdienst
Vandaag zijn dit
Tafels leeg en recht
Stoelen aangeschoven
Grond vrij van afval
Slide 27 - Slide
Afsluiting
Je kan uitleggen wat een antigeen en een antistof is
Je kan uitleggen wat het verschil tussen deze twee is
Je kan uitleggen wat immuniteit is en hoe het kan ontstaan
Je kunt de 2 verschillende vormen van immuniteit uitleggen en herkennen