Thema 3 Gaswisseling en uitscheiding B4 De nieren

Thema 3 

Gaswisseling en uitscheiding



B4
De nieren
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 3 

Gaswisseling en uitscheiding



B4
De nieren

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Lesprogramma
  • Lesstarter (2 minuten)
  • Leerdoelen B4 Lever (1 minuten)
  • Uitleg B4 (10 minuten)
  • Zelfstandig opdracht 36 t/m 45 maken (15 minuten)
  • Oefen de Flitskaarten en maak Test Jezelf als laatste
  • Lesafsluiter B4 (5 minuten)

Eerder klaar?
 
  • Neem context Leefwereld 'Dorstige pinguïns' en maak de bijbehorende opdracht 46

Slide 3 - Slide

Leerdoelen B4
14.4.1 Je kunt de bouw, werking en functie van de nieren en de urinewegen uitleggen.

14.4.2 Je kunt uitleggen hoe het inwendige milieu min of meer constant wordt gehouden door de nieren (homeostase).


Water is een belangrijke voedingsstof. Maar als je in korte tijd heel veel water binnenkrijgt, kun je een watervergiftiging oplopen. Je nieren kunnen het overtollige water dan niet op tijd uitscheiden, waardoor de osmotische waarde van je bloed te veel daalt.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Ligging en functies 
nieren
  • Links en rechts van wervelkolom
  • Uitscheiding van afvalstoffen, schadelijke stoffen en overtollige stoffen uit het bloed.
  • Regelt de waterhuishouding in het lichaam.
  • De verwijderde stoffen worden samen urine genoemd.
  • Constant houden van de osmotische waarde van het inwendige milieu.
  • Regeling zuurgraad (pH)
  • Urineleiders: afvoer van urine naar  urineblaas.
  • Urineblaas: tijdelijke opslag urine.
  • Urinebuis: afvoer urine naar buiten.

Slide 6 - Slide

Bouw nieren
  • Nierschors: vorming van voorurine.
  • Niermerg: vorming van urine.
  • Nierbekken: verzamelen van urine.
  • Niereenheden liggen in nierschors en niermerg.
  • Niereenheid (nefron) is opgebouwd uit een nierkapsel en een nierbuisje (nierkanaaltje)
  • Per nier ongeveer één miljoen nefronen.
BiNaS tabel 85A
BiNaS tabel 85A, B, C

Slide 7 - Slide

Niereenheid
  • Nierbuisje: twee gekronkelde delen met daartussen een lus: lis van Henle.
  • Aanvoerende arteriole: vertakt zich tot haarvatenkluwen (glomerulus) binnen nierkapsel.
  • Lichaam van Malpighi: kapsel van Bowman en glomerulus samen.
  • Afvoerende slagadertje: vertakt zich tot haarvatennet rondom nierbuisje, voorziet cellen van voedingsstoffen en zuurstof.

Slide 8 - Slide

Vorming urine
  • Per minuut stroomt er ongeveer 1,2 L bloed door de nieren heen.
  • Door ultrafiltratie in Kapsel van Bowman ontstaat voorurine.
  • Vocht in nierkapsel heet voorurine.
  • Per dag wordt ongeveer 180 L voorurine gemaakt.
  • Voorurine bevat onder andere glucose, aminozuren, ionen (natrium, chloor, calcium en kalium) en ureum (BiNaS tabel 85B + 85C).
  • Uiteindelijk blijft er ongeveer 1,5 L urine over.

Slide 9 - Slide

Werking nefron

Slide 10 - Slide

Ultrafiltratie
  • Diameter van afvoerende slag-adertjes in glomerulus is kleiner dan die van de aanvoerende slagadertjes. 
  • Bloeddruk in de glomerulus heel hoog, deel van het bloedplasma in de nierkapsels wordt geperst.
  • Bloedcellen en grote moleculen (o.a.  eiwitten) kunnen hier niet doorheen. Alleen kleine moleculen kunnen door gaatjes in de wand van de nierkapsels. 

Slide 11 - Slide

Terugresorptie
  • Door actief transport vindt terugresorptie van nuttige stoffen uit de voorurine plaats, waardoor de osmotische waarde van het niermergweefsel hoger wordt dan die van het nierschorsweefsel.
  • Percentages zijn filtraatvolumen (hoeveelheid achtergebleven vloeistof) die nog aanwezig zijn vanaf Kapsel van Bowman,

Slide 12 - Slide

Terugresorptie en excretie
  • Positief geladen ionen zoals Na+, K+, Ca2+ en Mg2+ van de voorurine naar de weefselvloeistof getransporteerd door actief transport en vervolgens opgenomen in de haarvaten. 
  • Glucose en aminozuren worden op vergelijkbare wijze getransporteerd, in samenhang met het transport van Na+-ionen
  • Cl-ionen en andere negatief geladen ionen diffunderen passief van de voorurine naar de weefselvloeistof als gevolg van de veranderde elektrische ladingsverdeling; ze worden aangetrokken door het grotere aantal positief geladen ionen in de weefselvloeistof.

Slide 13 - Slide

Uitscheiding
  • Verzamelbuisjes: door de hoge osmotische waarde in het niermergweefsel wordt veel water aan de (voor)urine onttrokken, tijdens het transport naar het nierbekken.  

Slide 14 - Slide

Werking Lis van Henle
  • Stroomrichting voorurine tegengesteld aan stroomrichting  bloed. 
  • Dalende deel permeabel voor water en niet voor zouten.
  • Door de grotere druk diffundeert water naar de weefsels.
  • Stijgende deel doorlaatbaar voor zouten en niet voor H2O
  • Actief transport zouten uit stijgende deel naar weefsels.
  • Zouten diffunderen naar bloed in de haarvaten. 
  • Stijging osmotische waarde bloed. 
  • Water gaat door osmose naar bloed en wordt afgevoerd.
  • Door tegenstroomprincipe kunnen in het dalende haarvat veel zouten worden opgenomen en kan in het stijgende haarvat veel water worden opgenomen.
  • Filtraatvolume 2e gekronkelde deel slechts 15%.
  • Door aldosteron uit bijnierschors vindt actief transport van Na+-ionen van de voorurine naar de weefselvloeistof plaats.

Slide 15 - Slide

Maak opdracht 32 t/m 35

Slide 16 - Slide

Regeling osmotische waarde interne milieu
  • Antidiuretisch hormoon (ADH) uit de hypofyseachterkwab stimuleert terugresorptie van water door verhoging permeabiliteit van celmembranen van laatste deel nierbuisjes en verzamelbuisjes
  • Hypofyse reageert op osmoreceptoren in hypothalamus (negatieve terugkoppeling).
  • Als de osmotische waarde stijgt, meer ADH afgegeven aan bloed.
  • Meer water onttrokken aan voorurine, osmotische waarde bloed daalt.

BiNaS tabel 85D

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Regeling pH
  • Veranderingen in de pH (acidose en alkalose)  worden opgevangen door:
   - aanpassing ademfrequentie
   - bepaalde plasma-eiwitten

  • of door buffers:
   - hemoglobine
   - natriumwaterstofcarbonaat (NaHCO3)

  • De longen kunnen door aanpassing van de longventilatie de uitscheiding van CO2 reguleren (verhoging pH (alkalose) wordt gecompenseerd door minder uitademing CO2, bij daling pH (acidose) wordt meer CO2 uitgeademd

Slide 19 - Slide

Huiswerk
  • Maak opdracht 39 t/m 45
  • Oefen de Flitskaarten en controleer de leerdoelen 
van B4 met de Test Jezelf

Klaar?
  • Neem de Context 'Dorstige pinguïns' door en 
maak opdracht 46

Slide 20 - Slide

Lesafsluiter B4

14.4.1 Je kunt de bouw, werking en functie van de nieren en de urinewegen uitleggen.

14.4.2 Je kunt uitleggen hoe het inwendige milieu min of meer constant wordt gehouden door de nieren (homeostase).




Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link

Slide 23 - Link

Ging het een beetje deze paragraaf?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Oefentoets Nieren

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Link

Hoeveel procent was je score?

Slide 27 - Open question

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video