Week 49: Adjectives and adverbs

1 / 11
next
Slide 1: Interactive video with 3 slides
EngelsMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and 1 video.

Items in this lesson

3

Slide 1 - Video

01:40
Wanneer gebruik je een bijvoegelijk naamwoord? Wanneer een bijwoord?

Slide 2 - Open question

02:54
Waar veranderen deze uitgangen in?
-le -y -ic

Slide 3 - Open question

04:35
Na welke woorden krijg je nooit een werkwoord? Waarom?

Slide 4 - Open question

I had a (vreselijk) day at work yesterday.

Slide 5 - Open question

When I was printing an (extreem) (belangrijk) document, I managed to jam up the printer.

Slide 6 - Open question

I could (nauwelijks) wait to get home.

Slide 7 - Open question

Maak hier een adverb van:
pleasant - bad - good - near

Slide 8 - Open question

Maak hier een adverb van:
grumpy - lazy - easy

Slide 9 - Open question

Maak hier een adverb van:
terrific - romantic - classic

Slide 10 - Open question

Maak hier een adverb van:
stable - responsible - unforgettable

Slide 11 - Open question