Quiz Communiceren en ARBO periode 2

Arbeidsomstandigheden is de situatie waarin werknemers hun werk uitvoeren.
A
Waar
B
Niet waar
1 / 15
next
Slide 1: Quiz
WelzijnVoortgezet speciaal onderwijsMBOLeerroute n2Studiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Arbeidsomstandigheden is de situatie waarin werknemers hun werk uitvoeren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 1 - Quiz

Wet met regels over gezondheid, welzijn en veiligheid voor werkgever en werknemer.
A
AOW
B
HACCP
C
ARBO
D
ANWB

Slide 2 - Quiz

Wat is ergonomisch werken

Slide 3 - Open question

Hoeveel Kilo mag je maximaal tillen?
A
50 kilo
B
23 kilo
C
3 kilo
D
20 kilo

Slide 4 - Quiz

Manier van werken waarbij je je lichaam zo weinig mogelijk belast.
A
ergonomisch werken
B
ergonimisch werken
C
argonomisch werken
D
argonimisch werken

Slide 5 - Quiz

Een document waarin staat hoe je je moet gedragen of hoe je moet werken.
A
protocol
B
folder
C
mindmap
D
rapport

Slide 6 - Quiz

Wat is een mening?
A
Gras is groen
B
Water is nat
C
Spaghetti is vies
D
Bomen zijn van hout

Slide 7 - Quiz

Wat is geen voorbeeld van verbale communicatie?
A
brief
B
gesprek
C
smsje
D
gebarentaal

Slide 8 - Quiz

Wat heb je niet ALTIJD nodig voor communicatie?
A
ontvanger
B
telefoon
C
zender
D
boodschap

Slide 9 - Quiz

Als een boodschap niet goed overkomt dan noemen we dit .......?
A
miscommunicatie
B
ruis
C
stoorzender
D
lawaai

Slide 10 - Quiz

Wat is de betekenis van de afkorting AVG?
A
algemene verordening gegevensbescherming
B
algemene veiligheid gegevens
C
algemene veiligheid gegevensbescherming
D
algemene verordening gegevens

Slide 11 - Quiz

Stoffen uit afval halen en die opnieuw gebruiken.
A
statiegeld
B
kringloop
C
recyclen
D
scheiden

Slide 12 - Quiz

Het milieu wordt zo min mogelijk belast door....
A
energie
B
duurzaam
C
zuinig
D
afval

Slide 13 - Quiz

Het welbevinden van mensen in lichamelijk en geestelijk opzicht.
A
zorg
B
welzijn
C
verzorging
D
respect

Slide 14 - Quiz

Waarin staan regels voor het klaarmaken, serveren en aanbieden van voedselproducten.
A
HAACP
B
HACAP
C
HACCP
D
HAPCC

Slide 15 - Quiz