H 8 en H11 - lengte, omtrek, oppervlakte en inhoud - herhalen - 1KGT

                 Herhalen H8 en H10 
Nodig: 
  • Pen / potlood / gum 
  • geodriehoek
  • rekenblaadje (grote ruit)
  • rekenmachine
1 / 38
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

                 Herhalen H8 en H10 
Nodig: 
  • Pen / potlood / gum 
  • geodriehoek
  • rekenblaadje (grote ruit)
  • rekenmachine

Slide 1 - Slide

Lengte?

Slide 2 - Mind map

Wat is lengte?
A
Lengte is de langste zijde.
B
Lengte is zijkant van een figuur
C
Lengte is de kleinste afmeting
D
Lengte is even lang als breedte

Slide 3 - Quiz

lengte is een
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 4 - Quiz

zet de lengtematen in de goede volgorde van groot naar klein
km
hm
dam
m
dm
cm
mm

Slide 5 - Drag question

Omrekenen van eenheden
Van welke grootheid zien we hiernaast het schema?
A
Meter
B
Afstand
C
Lengte
D
Oppervlakte

Slide 6 - Quiz

3 dm = ........ cm
A
30
B
0,3
C
300
D
3000

Slide 7 - Quiz

18 km = ....... m
A
180
B
1800
C
18.000.000
D
18.000

Slide 8 - Quiz

Omrekenen van lengte
10mm= ............m
A
1 m
B
100 m
C
0,010 m
D
0,10 m

Slide 9 - Quiz

Omtrek?

Slide 10 - Mind map

De omtrek is ....
A
... de diameter.
B
... de lijn van het midden naar buiten.
C
... de lijn om je figuur heen.
D
... de straal.

Slide 11 - Quiz

Ik heb een rechthoek van 6cm bij 10 cm. De omtrek van deze rechthoek is?
A
10 x6=60cm
B
10+6=16cm
C
10+10+6+6=32cm
D
10x2+6=26cm

Slide 12 - Quiz

Wat is de omtrek?

A
13 cm
B
6,5 cm
C
12,5 cm
D
10 cm²

Slide 13 - Quiz


Wat is de omtrek?

A
76 dm
B
95 dm
C
114 dm
D
133 dm

Slide 14 - Quiz


De omtrek is
A
3+1+4+2+1 = 12 cm
B
3+1+4+2+6+1+1=18 cm
C
3+1+4+2+6+2+1+1=20 cm
D
3+1+4+2+6+2+2+1+1= 22 cm

Slide 15 - Quiz

Bereken de omtrek

Slide 16 - Slide

Oppervlakte?

Slide 17 - Mind map

oppervlakte rechthoek =
A
lengte + breedte
B
lengte x breedte
C
alle zijden bij elkaar optellen
D
lengte x breedte : 2

Slide 18 - Quiz

Wat is de oppervlakte van de
rechthoek in cm²

A
5cm2
B
10cm
C
12,5cm2
D
10cm2

Slide 19 - Quiz

Bij het omrekenen met oppervlakte eenheden moet je per stap..
A
delen door 10
B
delen door 100
C
delen of vermenigvuldigen met 10
D
delen of vermenigvuldigen met 100

Slide 20 - Quiz

Bereken de oppervlakte
in cm²
A
7,59dm²
B
6,21cm²
C
5,50cm²
D
7,59cm²

Slide 21 - Quiz

12 m² = ............. dm²
A
12
B
120
C
1200
D
12000

Slide 22 - Quiz

300 mm² = ................. dm²
A
30
B
3
C
0,3
D
0,03

Slide 23 - Quiz

15 hm² = .................... m²

Slide 24 - Open question

Wat is de oppervlakte van deze rechthoek in km²
A
1m2
B
10km2
C
10m2
D
1km2

Slide 25 - Quiz

Inhoud?

Slide 26 - Mind map


Welke formules kun je gebruiken om de inhoud van een balk te berekenen?
A
inhoud balk = oppervlakte grondvlak x hoogte
B
inhoud balk = lengte x breedte
C
inhoud balk = lengte x breedte x hoogte
D
inhoud balk = lengte + breedte + hoogte

Slide 27 - Quiz

lengte x breedte
oppervlakte bodem x hoogte
lengte + breedte + lengte + breedte
Omtrek
Inhoud
Oppervlakte

Slide 28 - Drag question

Bereken hoe groot de bodem van dit figuur is.
A
15 x 6 = 90 dm²
B
15 + 6 + 15 + 6 = 42 dm
C
6 x 9 = 54 dm²
D
15 x 6 x 9 = 810 dm³

Slide 29 - Quiz

Bereken de inhoud van dit figuur.
A
15 x 6 = 90 dm²
B
90 x 6 = 810 dm³
C
6 x 9 = 54 dm²
D
15 x 6 x 9 = 810 dm³

Slide 30 - Quiz

Om de inhoud van deze balk te kunnen berekenen, moet je eerst 0,5 dm omrekenen naar cm.

A
0,5 dm = 50 cm
B
0,5 dm = 500 cm
C
0,5 dm = 0,05 cm
D
0,5 dm = 5 cm

Slide 31 - Quiz

Bereken nu de inhoud van de balk in cm³

A
15cm³
B
20cm³
C
30cm³
D
45cm³

Slide 32 - Quiz

Wat is hier de juiste berekening voor de inhoud van de balk?
A
6 + 4 + 3 = 13 dm³
B
6 x 4 = 24 dm² 24 x 3 = 72 dm³
C
4 x 6 x 3 = 72 dm³
D
4 x 3 = 12 dm² 12 x 6 = 72 dm³

Slide 33 - Quiz

Hieronder staan twee uitspraken
1: Om de inhoud van een balk te berekenen vermenigvuldig je de oppervlakte van het grondvlak met de hoogte
2: 1 liter is gelijk aan 1 kubieke meter
A
Beide uitspraken zijn juist
B
Uitspraak 1 is juist, uitspraak 2 is onjuist
C
Uitspraak 2 is juist, uitspraak 1 is onjuist
D
Beide uitspraken zijn onjuist

Slide 34 - Quiz


Naar welke lengtemaat moet je de maten van de balk uit het voorbeeld omrekenen om de inhoud in liter te berekenen?
A
mm
B
cm
C
dm
D
m

Slide 35 - Quiz

Welk inhoud klopt?
A
0,24 liter
B
0,48 liter
C
0,35 liter
D
0,26 liter

Slide 36 - Quiz

Welke onderdelen
vind je nog lastig?

Slide 37 - Mind map

Ben je al klaar voor het proefwerk?
Jaaa, kom maar op met dat proefwerk.
Ik denk dat ik het wel aardig snap, nog wel even leren.
Ik vind het nog lastig en ga nog even heel goed leren.
Ik heb hulp nodig van m'n ouders of kom naar KWT.
Ik snap er geen snars van. Ik heb het opgegeven.

Slide 38 - Poll