4H Frans 30-03-2020

4H Frans 30-03-2020
1. zet je microfoon uit
2. zet je beeld uit
3. ga naar Lessonup.app
4. voer daar de klascode in: rnrbs
5. open les "4H Frans 30-03-2020", we starten om 13.00 uur
1 / 25
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

4H Frans 30-03-2020
1. zet je microfoon uit
2. zet je beeld uit
3. ga naar Lessonup.app
4. voer daar de klascode in: rnrbs
5. open les "4H Frans 30-03-2020", we starten om 13.00 uur

Slide 1 - Slide

Programma
1. uitleg grammaire A
2. tips formele brief
3. antwoorden écouter A en lire A
4. huiswerk

Slide 2 - Slide

1. uitleg grammaire A
Vraagzinnen 
zonder vraagwoord                                        met vraagwoord
1. Tu as mangé?                                               1. Tu as mangé où?
2. Est-ce que tu as mangé?                       2.  est ce que tu as mangé?
3. As-tu mangé?                                              3.  as-tu mangé?

Slide 3 - Slide

1. uitleg grammaire A
Dus:
1 vraagteken
2 est-ce que
3 inversie

Plaats vraagwoord

Slide 4 - Slide

1. uitleg grammaire A
Let op bij inversie!
Alleen bij persoonlijk voornaamwoord (je, tu, il, elle, on, nous, vous, ils, elles). As-tu, maar niet Paul-a

Il, elle, on + ww met klinker = t erbij
Fait-elle
A-t-elle fait

Slide 5 - Slide

Welke manier van vraagstellen is dit:
Paul a gagné?
A
normaal
B
est-ce que
C
inversie

Slide 6 - Quiz

Welke manier van vraagstellen is dit: Pourquoi a-t-il fait ça?
A
normaal
B
est-ce que
C
inversie

Slide 7 - Quiz

Waar komt het vraagwoord bij een vraagzin met 'est-ce que'?
A
vooraan de zin
B
na est-ce que
C
achteraan de zin

Slide 8 - Quiz

comment
pourquoi
qui
quand
waar
wanneer
hoe
waarom
wie

Slide 9 - Drag question

Maak van de volgende zin een normale vraagzin: elle fait de la danse

Slide 10 - Open question

Maak van de volgende zin een vraagzin met est-ce que: vous avez bien dormi

Slide 11 - Open question

Maak van de volgende zin een vraagzin met inversie: vous avez de l'expérience

Slide 12 - Open question

Maak van de volgende zin een normale vraagzin met het vraagwoord 'hoe': tu as travaillé

Slide 13 - Open question

Maak van de volgende zin een vraagzin met est-ce que het vraagwoord 'wanneer': tu te lèves

Slide 14 - Open question

Maak van de volgende zin een vraagzin met inversie met het vraagwoord 'waarom': tu fais cela'

Slide 15 - Open question

1. uitleg grammaire A
- Check of je grammaire A goed hebt gemaakt, verbeter eventueel a.d.h.v. de uitleg
- Vraagzinnen zijn heel belangrijk bij het schrijven van je brief!
- Vragen? Stel ze in de chat van Google Meet

Slide 16 - Slide

2. tips formele brief
- uiterlijk vandaag inleveren!
- ik kijk de brieven na, je krijgt individueel feedback
- gebruik de feedback om brief 2 nog beter te maken
- even een paar checks

Slide 17 - Slide

Welk woord komt er voor de datum?

Slide 18 - Open question

Hoe zeg je 'Nederland' in het Frans?

Slide 19 - Open question

Hoe begin je je brief aan een meneer?

Slide 20 - Open question

Hoe zeg je "ik spreek vloeiend Nederlands"

Slide 21 - Open question

3. antwoorden écouter en lire A
- komen zo even in beeld
- maak een screenshot, dan kun je het straks rustig nakijken
- schrijf het niet over, je neemt alleen jezelf in de maling

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

4. huiswerk
- bekijk je feedback op formele brief 1
- maak formele brief 2 en lever in via Classroom
(uiterlijk maandag 6 april)
- maak regarder B

Nog vragen? Blijf hangen in de chat! Anders, à la semaine prochaine!

Slide 25 - Slide