Blaasspoelen

Blaasspoelen
1 / 19
next
Slide 1: Slide
VerzorgendeBeroepsopleiding

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Blaasspoelen

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van de les kun je;
- Volgens het protocol Vilans blaasspoelen via verblijfskatheter en met katheterspoelen met spuit
- Indicatoren en risico's benoemen voor het blaasspoelen

Slide 2 - Slide

Open versus gesloten systeem
Er zijn twee manieren om een blaasspoeling te geven:
Open blaasspoeling. Een blaasspoelzakje of een blaasspuit wordt op de katheter aangesloten. De katheterzak wordt hierbij losgekoppeld.
Gesloten blaasspoeling. De blaasspoeling vindt plaats via de derde ingang van de blaaskatheter. De katheterzak wordt hierbij niet losgekoppeld.




Slide 3 - Slide

Actieve versus passieve blaasspoeling
Passieve blaasspoeling
Bij een passieve blaasspoeling wordt de vloeistof aangesloten op het kathetersysteem en opgehangen aan bijvoorbeeld een infuuspaal. De vloeistof loopt onder invloed van de zwaartekracht de blaas in.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Een blaasspoeling is niet altijd zinvol of wenselijk. Enkele contra-indicaties bij blaasspoelen zijn

overgevoeligheid voor de spoelvloeistof of het werkzame bestanddeel
beschadiging van het blaasslijmvlies
nierfunctiestoornissen
leverfunctiestoornissen
urinewegobstructies
blaasperforatie







Slide 6 - Slide

Blaasspoelen
Met ruime hoeveelheid vloeistof
Medicijnen?

Slide 7 - Slide

Belangrijke observatiepunten bij blaasspoelen zijn:
A
Weerstand
B
Debris/Stolsels
C
Hoeveelheid
D
alle bovengenoemde

Slide 8 - Quiz

Voor blaasspoeling heb je opdracht van de arts nodig
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Observatiepunten bij blaasspoelen
A
Weerstand
B
Pijn of bloed
C
Hoeveelheid
D
alle bovengenoemde

Slide 10 - Quiz

Bij blaasspoelen draag je steriele handschoenen
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

blaasspoelen doe je...:
A
1 x per week
B
nooit
C
bij obstructie
D
bij blaasontsteking

Slide 12 - Quiz

Bloed bij de urine kan een complicatie zijn van een blaasspoeling.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Wat klopt over blaasspoelen?
A
doel: blaasontsteking voorkomen
B
doel: blaas of katheter reinigen
C
dagelijks nodig voor juiste effect
D
op kamertemperatuur toedienen

Slide 14 - Quiz

wat is de ideale temperatuur van de spoelvloeistof bij blaasspoelen
A
kamertemperatuur
B
20 graden
C
lichaamstemperatuur
D
30 graden

Slide 15 - Quiz

Wat is het doel van blaasspoeling?
A
Katheterslang open houden
B
Toedienen van medicatie
C
Standaard verzorging bij een blaaskatheter
D
Verlengen levensduur katheter

Slide 16 - Quiz

Wat klopt er niet,
blaasspoelen ....
A
is heel belangrijk
B
kan blaaskrampen veroorzaken
C
is eenmalig
D
is hetzelfde als blaas irrigatie

Slide 17 - Quiz

Hoe verminder je de kans op blaaskramp bij blaasspoelen?
A
vloeistof op kamertemperatuur
B
langzaam de vloeistof laten inlopen
C
allebei zijn goed

Slide 18 - Quiz

welke methoden van blaasspoelen kennen we
A
gesloten systeem
B
open methode
C
beide onjuist
D
beide juist

Slide 19 - Quiz