Werkwoorden in het Latijn

Werkwoorden in het Latijn
1 / 16
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Werkwoorden in het Latijn

Slide 1 - Slide

Wat zijn de uitgangen van het werkwoord in de tegenwoordige tijd?

Slide 2 - Open question

Hoe verschilt de gebiedende wijs in het Latijn van het Nederlands?

Slide 3 - Open question

Het werkwoord: termen
1. Praesens = de tegenwoordige tijd
2. Imperativus = de gebiedende wijs

Slide 4 - Slide

Het imperfectum
Het imperfectum is een vorm van de verleden tijd. Deze vorm van de verleden tijd wordt gebruikt voor achtergrondinformatie in een verhaal, iets wat vaker gebeurt, of iets wat langer duurt:
- Diu exspectabat: hij wachtte lange tijd. 
- Nox erat: het was nacht.

Slide 5 - Slide

Vorming
voca
ba
m
voca
ba
s
voca
ba
t
voca
ba
mus
voca
ba
tis
voca
ba
nt

Slide 6 - Slide

pugnabat
A
praesens
B
imperfectum
C
imperativus

Slide 7 - Quiz

servo
A
praesens
B
imperfectum
C
imperativus

Slide 8 - Quiz

ora
A
praesens
B
imperfectum
C
imperativus

Slide 9 - Quiz

vincebamus
A
wij overwinnen
B
wij overwonnen
C
jullie overwinnen
D
jullie overwonnen

Slide 10 - Quiz

vocabant
A
zij roepen
B
jullie riepen
C
zij riepen
D
jullie roepen

Slide 11 - Quiz

retines
A
hij houdt tegen
B
ik houd tegen
C
zij houden tegen
D
jij houdt tegen

Slide 12 - Quiz

fugite
A
jullie moeten vluchten
B
jij moet vluchten
C
hij moet vluchten
D
wij moeten vluchten

Slide 13 - Quiz

ostendebas
A
hij toonde
B
jij toonde
C
hij toont
D
jij toont

Slide 14 - Quiz

Opdracht
Schrijf in het Nederlands een verhaal van  tussen de 350 en 500 woorden over superhond Hummer. Schrijf het verhaal in de verleden tijd. Markeer alle persoonsvormen die een imperfectum zouden moeten zijn. Denk daarbij aan de regels over wanneer je een imperfectum gebruikt.

Slide 15 - Slide


Slide 16 - Open question