Rekenen D3 Paragraaf 3.1 en 3.2



Vak: Rekenen mbo niveau 4
Blok 2 les 7
1 / 39
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1-4

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson



Vak: Rekenen mbo niveau 4
Blok 2 les 7

Slide 1 - Slide

This item has no instructions



Hoofdstuk 3 Verhoudingen herkennen en gebruiken
Paragraaf 3.1 en 3.2


Domein 1
Toets 1
Domein 2
Toets 2
Domein 3
Toets 3
Domein 4
Toets 4
Domein 5
Examen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lezen H1


Groep: PBSD 

Vak: Nederlands blok 1

Docent: mevrouw K. van Zaalen

Les 1
Les 2
Les 3
Les 4
Les 5
Les 6
Les 7
Les 8
Les 9
Les 10
P2.1 + 2.2
P2.3 + 2.4
P2.5 + 2.6
P2.7 + 2.8
P2.9 + GO
TOETS
P3.1 + 3.2
P3.3 + 3.4
P3.5 + GO
TOETS
Wat gaan we doen?
Starten
Opstarten van de les
Terugblikken
Nabespreken verplichte domeintoets 2
Kennis activeren
Uitleg par. 3.1 en 3.2 Verhoudingen en verhoudingstabellen
Kennis trainen
Maken (selectie van) opdrachten par. 3.1 en 3.2
Kennis chechek
Maken van gezamenlijke examenopdracht
Afronden
Beantwoorden van individuele vragen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions


Inhoud voortgangstoets domein 2
Deze voortgangstoets bevat 18 opdrachten bij de lesstof van de volgende paragrafen:

2.1 Vlakke en ruimtelijke figuren
2.2 Omtrek en oppervlakte
2.3 Oppervlakte van ruimtelijke figuren
2.4 Inhoud
2.5 Plattegronden
2.6 Schaal en schaallijn
2.7 Aanzichten en doorsneden
2.9 Rekenen met schaal
Basisvaardigheden 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions


1. De Sahel
Het woord Sahel komt uit het Arabische ساحل, sahil. Het betekent ‘kust’ of ‘grens’, waarmee
de kust van de woestijn wordt bedoeld. De Sahel is een landstreek in Afrika die gelegen is tussen een vochtig tropisch gebied in het zuiden en de Sahara-woestijn in het noorden. Aan de westzijde wordt de Sahel begrensd door de Atlantische Oceaan en aan de oostzijde door de Rode Zee. 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Bekijk de kaart goed. Zie je wat de schaal van de kaart is? Weet je welke zeven landen (deels) behoren tot de Sahel? En kan je de Rode zee vinden? 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions




Op de landkaart is 1 cm in werkelijkheid 400 kilometer. Leg in je eigen woorden uit waarom de schaal niet wordt weergegeven in meters.
Examentip 1
Herhaal bij je examen bij open vragen altijd een deel van de vraag!

Slide 7 - Open question

De schaal wordt niet weergegeven in meters, want landen zijn te groot om de schaal in meters weer te geven. [1p]

of

De schaal wordt niet weergegeven in meters, want meters zijn te klein om de schaal van landen weer te geven. [1p]





Als de schaal van de kaart 1 op 400 km is, dan is 6 cm in werkelijkheid ...
A
2 400 meter
B
240 00 meter
C
240 000 meter
D
2 400 000 meter

Slide 8 - Quiz

Bereken de werkelijke afstand
6 x 400 km = 2400 km [1p]

Reken om naar meters
2400 km x 1000 = 2 400 000 meter [1p]


Schalen kan je verkleinen of vergroten. 
Sleep de onderstaande verhoudingen naar de juiste kleinste verhouding.
      1 : 2
      1 : 3
      1 : 4
      1 : 5
9 : 27
4 : 20
25 : 100
16 : 32
25 : 125
200 : 400
33 : 99
2 : 8

Slide 9 - Drag question

1 : 2 = 16 : 32 en 200 : 400

1 : 3 = 9 : 27 en 33 : 99

1 : 4 = 2 : 8 en 25 : 100

1 : 5 = 4 : 20 en 25 : 125

6 of 7 goede antwoorden [1p]
8 goede antwoorden [2p]




De totale oppervlakte van de Sahel is 2 miljoen km2. Bereken hieronder hoeveel hectare of hm2 dat is.
Examentip 2
Geef op je examen altijd een berekening als daarom wordt gevraagd. 

Slide 10 - Open question

Reken om van km2 naar hm2
2 000 000 x 100 = 200 000 000 ha
[2p]





De meest westelijke landen van de Sahel zijn ...
A
Eritrea en Sudan
B
Mali en Mauritanië
C
Mauritanië en Senegal
D
Sudan en Tsjaad

Slide 11 - Quiz

C Mauritanië en Senegal [1p]





Waar ligt Marokko op het Afrikaanse continent?
A
In het noordoosten.
B
In het noordwesten.
C
In het zuidoosten.
D
In het zuidwesten.

Slide 12 - Quiz

B In het noordwesten [1p]

2. Halve manen
De Sahelregio in Afrika is een van de "hotspots" van de klimaatverandering. Het warmt er sneller op dan elders in de wereld en de effecten zijn groter. Samen met een snel groeiende bevolking zal dat in de toekomst tot nóg meer voedselonzekerheid leiden. Maar er is hoop. Bekijk nu het filmpje via deze LINK. Noteer alle getallen die in het filmpje worden genoemd. Je hebt die nodig voor het beantwoorden van de vragen.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions





Nordin: Een halve maan heeft de vorm van een halve cirkel.
Dana: Een halve maan heeft inhoud, want er kan water in wegstromen.
A
Dana en Nordin hebben beiden gelijk.
B
Dana heeft gelijk en Nordin heeft ongelijk.
C
Dana heeft ongelijk en Nordin heeft gelijk.
D
Dana en Nordin hebben beiden ongelijk.

Slide 14 - Quiz

A Ze hebben beiden gelijk. [1p]
Sleep de onderstaande begrippen naar de juiste figuren.
2D
vlak
3D
ruimtelijk
rechthoek
cilinder
inhoud
oppervlakte

Slide 15 - Drag question

rechthoek - vlak - 2D - oppervlakte

cilinder - ruimtelijk - 3D - oppervlakte - inhoud

6 of 7 goede antwoorden [1p]
8 goede antwoorden [2p]





Hoeveel hele manen heeft het team van Andrew in totaal gegraven?
A
37,5 hele manen
B
375 hele manen
C
3750 hele manen
D
37500 hele manen

Slide 16 - Quiz

C 7500 : 2  = 3750 hele manen [1p]



Om een halve maan te graven is een stuk grond van 37,5 bij 52,5 dm nodig. Bereken de oppervlakte van het stuk grond in m2.

Slide 17 - Open question

Bereken de oppervlakte in dm2
37,5 x 52,5 = 1968,75 dm2 [1p]

Reken om naar m2
1968,75 : 100 = 19,6875 m2 [1p]



Andrew wil in totaal 20.000 halve manen graven. Bereken hoeveel m2 grond hij daarvoor in totaal nodig heeft.
Belangrijk
Noteer je antwoord op deze vraag. Je hebt dat nodig bij vraag 13.

Slide 18 - Open question

Vermenigvuldig 19,6875 met 20 000
19,6875 x 20 000 = 393750 m2 [1p]


Nordin trekt de conclusie dat Andrew meer dan 1 vierkante kilometer grond nodig heeft als hij 20.000 halve manen wil graven. Is die conclusie correct? Toon dit aan met een berekening.

Slide 19 - Open question

Reken van m2 om naar km2
393750 : 100 : 100 : 100 = 0,39375 km2 [1p]

Geef antwoord op de vraag
De conclusie is niet correct.[1p]

Hoe maak je zelf een halve maan?
1. Teken op de grond een rechte lijn van 4 meter.
2. Teken een kromme lijn en verbind die met de twee uiteinden van de rechte.
3. Zorg ervoor dat de kromme lijn lager ligt dan de rechte lijn.
4. Graaf een halve maan van ongeveer 20 centimeter diep.
5. Maak een bergje van de aarde die je hebt opgegraven.
6. Mix de aarde met stenen en organische mest.
7. Plant 20 tot 30 zaadjes in de halve maan.
8. Bedek de halve maan met de mix.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions






Wat zien de mensen op deze foto?
A
Ze zien het linker vooraanzicht van de halve maan.
B
Ze zien het rechter vooraanzicht van de halve maan.
C
Ze zien het linker zijaanzicht van de halve maan.
D
Ze zien het rechter zijaanzicht van de halve maan.

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions




In het filmpje wordt verteld wat de diameter van een halve maan is.
Bereken op basis van die informatie de straal.

Slide 22 - Open question

Bereken de straal
4 : 2 = 2 meter [1p]




Bereken de oppervlakte van een halve maan in m2.
Belangrijk
Noteer je antwoord op deze vraag. Je hebt dat antwoord later nodig.

Slide 23 - Open question

Bereken de opp. van een hele maan
3,14 x 2 x 2 = 12,56 m2 [1p] 

Bereken de opp. van een halve maan
12,56 m2 : 2 = 6,28 m2 [1p]



Een halve maan is ongeveer 20 cm diep. Bereken de inhoud van een halve maan in m3. Rond af op een decimaal.

Slide 24 - Open question

Bereken de inhoud van een halve maan
6,28 m2 x 0,2 m = 1,256 m3 = [1p] 

Rond af op één decimaal
1,256 m3 = 1,3 m3 [1p]



Stel je voor: je graaft een halve maan met een diameter van 12 meter en een diepte van 30 centimeter. Hoe zou de berekening van de inhoud er dan uitzien als je afrondt op twee decimalen?
A
3,14 x 6 x 6 = 113,04 m2 x 0,3 = 33,91 m3
B
3,14 x 12 x 12 = 452,16 m2 x 0,3 = 135,65 m3
C
3,14 x 6 x 6 : 2 = 56,52 m2 x 0,3 = 16,96 m3
D
3,14 x 12 x 12 : 2 = 226,08 m2 x 0,3 = 76,82 m3

Slide 25 - Quiz

C 3,14 x 6 x 6 : 2 = 56,52 m2 x 0,3 = 16,96 m3



De hoogte van een halve maan loopt af van 0 cm naar - 20 cm. In het filmpje wordt uitgelegd waarom dat belangrijk is. Leg dit in je eigen woorden uit.

Slide 26 - Open question

De hoogte van een halve maan loopt af van 0 naar -20 cm, zodat het water kan wegstromen naar het diepe deel en
daar planten kunnen groeien. [1p]
timer
5:00
Pauze

Slide 27 - Slide

This item has no instructions


Paragraaf 3.1 Verhoudingen herkennen

Leerdoelen


  • Ik herken verhoudingen die gelijk zijn aan elkaar.
  • Ik kan verhoudingentaal omzetten in rekentaal en andersom.



Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Gelijk of ongelijk?
Dana: Er hebben 500 bezoekers geen zwemdiploma.
Nordin: Er hebben 35 bezoekers alleen zwemdiploma A.

Slide 29 - Slide

3500 : 7 = 500, dus Dana heeft gelijk. 

3500 : 10 = 350, dus Nordin heeft ongelijk. 
Gelijk of ongelijk?
Dana: Er hebben meer dan 2000 bezoekers zwemdiploma A en B.
Nordin: Er hebben meer bezoekers wél een zwemdiploma dan niet.

Slide 30 - Slide

3500 : 5 x 3 = 2100,
dus Dana heeft gelijk. 

500 hebben geen zwemdiploma, 3000 wel, dus Nordin heeft gelijk. 

Paragraaf 3.2 Rekenen met verhoudingstabellen

Leerdoelen


  • Ik kan rekenen met verhoudingstabellen.
  • Ik kan rekenen in een verhoudingstabel via 1 of een ander handig getal.



Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Vul de verhoudingstabel aan.

Slide 32 - Slide

0,5     1       5      10

  1       2     10     20

Een bedrijfswagen rijdt 8 op 100. Vul de verhoudingstabel aan.

Slide 33 - Slide

  8        2        1         10

100    25    12,5     125


Aan het werk
  • Blijf ingelogd in Google.
  • Zet het geluid van de les uit.
  • Maak de opdrachten van par. 3.1 en 3.2.
 

timer
20:00

Slide 34 - Slide

This item has no instructions


Paragraaf 3.1 en 3.2 Oefenen voor het examen
Bij het maken van je examen kijken examinatoren niet alleen naar of je het juiste antwoord op de vraag kan geven. Zij willen ook weten hoe je tot dat antwoord bent gekomen. Dat kan je laten zien door uitleg te geven of een berekening te maken. Dat oefenen we bij het maken van de wekelijkse examenopdracht en bij de toetsen aan het eind van ieder domein. 

Slide 35 - Slide

This item has no instructions


Examenopdracht
timer
10:00
a. Zet de informatie op de afbeelding om in een tabel
waarbij zichtbaar wordt wat de prijs per gram is.
Rond je antwoord af op vier decimalen.

b. Trek op basis van je tabel een conclusie over welke
pot chocoladepasta de voordeligste is.  

Slide 36 - Slide

This item has no instructions





Trek op basis van je tabel een conclusie over welke pot chocoladepasta
de voordeligste is.
A
De kleine pot pasta is de voordeligste.
B
De grote pot pasta is de voordeligste.
C
De potten zijn even duur.
D
Ik weet het niet.

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions


Hoe schrijf je dat op bij je examen?
Opdracht

Trek je conclusie in eigen woorden.
Pot 2 is iets voordeliger, want die kost € 0,0060 per gram
en pot 1 kost € 0,0061 per gram.

Trek je conclusie met een berekening.
Pot 1 € 2,47 : 400 = € 0,0061
Pot 2 € 3,79 : 630 = € 0,0060

De conclusie is dus dat pot 2 iets voordeliger is.


Wat weet je al?
Je weet de prijs van de beide potten.
Pot 1 kost € 2,47 en pot 2 kost € 3,79.

Je weet de inhoud van de beide potten.
In pot 1 zit 400 gram en in pot 2 zit 630 gram pasta.
gewicht in g
       400
          1
prijs in €
       2,47
      0,0061
Pot 1
Pot 2
gewicht in g
       630
          1
prijs in €
       3,79
      0,0060

Slide 38 - Slide

This item has no instructions


Heb je je leerdoelen gehaald?
Leerdoelen par. 3.1 

  • Ik herken verhoudingen die gelijk zijn aan elkaar.
  • Ik kan verhoudingentaal omzetten in rekentaal en andersom.

Leerdoelen par. 3.2
  • Ik kan rekenen met verhoudingstabellen.
  • Ik kan rekenen in een verhoudingstabel via 1 of een ander handig getal.






Volgende week

Slide 39 - Slide

This item has no instructions