H10 Grootheden en eenheden (formules)

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Welkom bij 

Rekenen

Wat gaan we vandaag doen?

• Wat hebben we de vorige keer geleerd?
• Uitleg grootheden en eenheden
• Zelfstandig werken
• Wat hebben we vandaag geleerd? 
• Welke moeilijke sommen zijn we tegengekomen?  

Wat hebben we de vorige keer geleerd?

Uitleg grootheden en eenheden

Doel:

Je kunt een woordformule maken bij een situatie.

Uitleg grootheden en eenheden

Lees mee met de uitleg op bladzijde 81.

Uitleg formules

Wie kent er een woordformule? 

Uitleg formules

Wat je uit wilt rekenen, staat altijd vooraan.

Voorbeeld:

Iedereen krijgt 100 gram rijst

Hoeveel rijst=.........   x  ...................................

Uitleg formules

Wat je uit wilt rekenen, staat altijd vooraan.

Voorbeeld:

Ik rijd elk uur 20 kilometer

Aantal kilometer = .........   x  ...................................

Uitleg formules

Wat je uit wilt rekenen, staat altijd vooraan.

Wie kent er nog een voorbeeld?

                                               = .........   x  ...................................

Uitleg grootheden en eenheden

Zoek in school minimaal 5 voorbeelden van grootheden en eenheden. Maak hier foto's van. 

Uitleg grootheden en eenheden

Je gaat nu zelfstandig aan de slag met de planning in SmartRekenen

Om op schema te liggen moet je vandaag tot en met hoofdstuk 9 afmaken. 

Extra uitleg 

Zelfstandig werken

Je gaat nu zelfstandig aan de slag met de opdracht!

Je hebt tot                 :                   uur de tijd.

Klaar?

Dan ga je iets voor jezelf doen.

Uitleg 1.3 instructie

• Maak tweetallen en voer elkaars instructie uit.

• Welke instructie is het duidelijkst? Waarom?

Welke moeilijke sommen kwam je tegen in deze les?

Wat heb je vandaag geleerd?