Lesson Four Theme 4

Lesson starts at 11:40
1 / 26
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Lesson starts at 11:40

Slide 1 - Slide



  • Taking the register (roll call)
  • What do you need?
  • Learning goals
  • Time for answers
  • New grammar (aanwijzende voornaamwoorden & can + infinitive)




  • Let's get down to work (exercises)
  • Homework

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

iPad      workbook      binder          pen         airpods
                       A                              and pencil

Slide 4 - Slide

  • Nadenken over waarom je de stof uit deze unit leert
  • Vooruit kijken naar de dingen die je gaat leren
  • Nadenken over hoe je jezelf kunt ontwikkelen als je Engels leert
  • Specifieke informatie vinden en begrijpen in eenvoudig, alledaags materiaal
  • Eenvoudige advertenties met weinig afkortingen begrijpen
  • Specifieke informatie vinden in lijsten overzichten en formulieren

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Time for answers
Do:
Exercise 15+18, page 131+133, Workbook A

Slide 7 - Slide

Exercise 15 (page 131)
    1. isn't she?
    2. can I?
    3. aren't they?
    4. isn't he?
    5. can't you?
    6. are we?
    7. are they?
    8. isn't it?

     

Slide 8 - Slide

Exercise 18 (page 133)
  1. Why don't we go to the Bella Italia?
  2. (Let's) meet there at 6.30 pm.
  3. Could we book a table?
  4. Of course. Could you text me the number?
  5. Can I phone the Bella Italia?
  6. We can invite George, can't we?
  7. No, we can't invite George.
  8. It's a surprise.

Slide 9 - Slide

could
&
couldn't

Slide 10 - Slide

Could / couldn't
  • Betekenis: Zou (niet) kunnen

  • Gebruik: 
  • - beleefde vraag       Could you please help me.     
  • - voorstel                  We could ask him to help us.
      

Bij could en couldn't gebruik je altijd het hele werkwoord

Slide 11 - Slide

           Link in de chat

Slide 12 - Slide



   De opdrachten staan klaar in de                LessonUp app

Slide 13 - Slide

could
&
couldn't

Slide 14 - Slide

Could / couldn't
  • Betekenis: Zou (niet) kunnen

  • Gebruik: 
  • - beleefde vraag       Could you please help me.     
  • - voorstel                  We could ask him to help us.
      

Bij could en couldn't gebruik je altijd het hele werkwoord

Slide 15 - Slide


Is deze uileg duidelijk genoeg?
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Lesson 2: Writing
Study: could/couldn't

Do: Exercise 16, page 132, Workbook A            

Slide 17 - Slide


Answers exercise 16

Slide 18 - Open question

much
and
many

Slide 19 - Slide

Much and many
Much en many betekenen allebij 'veel'.

Welke je gebruikt heeft te maken met of je het  wel of niet kunt tellen ervan.

Slide 20 - Slide

Much and many
Much gebruik je als je veel van iets hebt, maar ...
  • ... je kunt het niet (precies) tellen 
  • ... je kunt er geen getal voor zetten
  • ... je kunt er geen meervoud van maken

  • Denk hierbij aan:
  • - vloeistoffen
  • - gassen
  • - poedertjes
  • - begrippen

Slide 21 - Slide

Much and many
Many gebruik je als je veel van iets hebt en ...
  • ... je kunt het wel (precies) tellen 
  • ... je kunt er wel een getal voor zetten
  • ... je kunt er wel meervoud van maken



Slide 22 - Slide

Lesson 2: Writing
Study: much/many

Do: Exercise 17, page 132, Workbook A            

Slide 23 - Slide


Answers exercise 17

Slide 24 - Open question

Leren:
- Vocab 4.1+4.2, page 174, Workbook A
- Phrases Writing, page 176, Workbook A
- gebiedende wijs 
- can + infinitive 
- tags 
- could/couldn't
- much / many
Don't forget your vlog  Deadline = February 19

Slide 25 - Slide

Thanks for your attention

Slide 26 - Slide