,

Doelen 6 t/m 9

Rekenbingo
Rekenen
Pak je rekenmachine
1 / 29
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Rekenbingo
Rekenen
Pak je rekenmachine

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Som, verschil, product en quotiënt.
Sleep de woorden en de tekens naar het juiste vak.
Som
product
verschil
quotiënt
+
-
x
:
plus
min
keer
delen

Slide 3 - Drag question

?
?
?
exponent
macht
grondtal

Slide 4 - Drag question

Haakjes
Machten
Vermenigvuldigen en Delen
Optellen en Aftrekken

Slide 5 - Drag question

[?][?]
Breuk =
Teller
Noemer

Slide 6 - Drag question

Slide 7 - Slide

Wanneer mag je twee breuken optellen of aftrekken?
A
Wanneer de tellers gelijk zijn.
B
Wanneer de noemers gelijk zijn.
C
Er is geen eis.

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Bij breuken optellen moet je
de breuken gelijknamig maken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Breuken optellen:

51+162=
A
51+81=408+405=4013
B
5+161+2=213=71

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Haal de hele uit de volgende breuk:
512
A
157
B
252

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Breuken op de rekenmachine
43=
543=

Slide 15 - Slide

Breuken op de rekenmachine
43=
543=

Slide 16 - Slide

32
Bereken van 120

Slide 17 - Mind map

Slide 18 - Slide

Bij breuken vermenigvuldigen doe je
A
144
B
453
C
151

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Zet de hele in de breuk:
2
43
A
46
B
411
C
45

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide


Als je 10% van iets wilt uitrekenen dan kun je ....
A
Delen door 10
B
Delen door 100
C
Delen door 4
D
Keer 10 doen

Slide 24 - Quiz


Als je 25% van iets wilt uitrekenen dan kun je ....
A
Delen door 10
B
Delen door 100
C
Delen door 4
D
Keer 10 doen

Slide 25 - Quiz


1/4 deel= ...
A
4%
B
20%
C
25%
D
40%

Slide 26 - Quiz


1/10 deel= ...
A
10%
B
100%
C
1%
D
0,1%

Slide 27 - Quiz


1/2 deel =
A
50 %
B
40 %
C
25 %
D
12,5 %

Slide 28 - Quiz





  • Ga aan de slag met je doelen.
  • Op eigen tempo aan het werk 
  • Elke paragraaf start met een inleidende opdracht - deze staat ook in je boek op de eerste bladzijde van de paragraaf.
  • Elke paragraaf eindigt met een afsluitende opdracht - deze staat ook in je boek, zie afronding.
  • Bij elk doel horen O-opdracht als je het doel nog niet gehaald hebt, U-opdrachten als je het doel gehaald hebt en E-opdrachten als afsluiting van het doel.
  • Zelf je werk serieus nakijken en verbeteren en leren van je fouten!!!








1) Wat is een som, een verschil, een product en een quotiënt?

2) Wat is de juiste volgorde van berekenen?
3) Wat zijn kwadraten en machten?
4) Wat is de juiste volgorde van berekenen bij machten?
5) Hoe werkt bij elkaar optellen, van elkaar halen en vermenigvuldig van decimale getallen?
6) Hoe tel je breuken bij elkaar op en hoe haal je breuken van elkaar af?
7) Hoe vermenigvuldig je breuken?
8) Hoe schrijf je een percentage als breuk en andersom?
9) Hoe schrijf je een percentage als decimaal getal en andersom?

Slide 29 - Slide