18.06.2025

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

18.06.2025

Wat moet je kennen?

Vokabeln Schritt 1-7

Keuzevoorzetsesl Schritt 1-3

Wat moet je kunnen?

- Vokabeln vertalen D-N;

- Vokabeln in de passende zin plaatsen waarbij je de keuze hebt uit diverse Duitstalige woorden;

- zinnen maken 

- Keuzevoorzetsels correct vertalen en vervolgens de juiste naamval toepassen;

- Naamval 1,3 en 4 toepassen ( herhalingsgrammatica).

- Vragen naar aanleiding van leesteksten beantwoorden zonder woordenboek.

Bonuspunkte

Aufgaben in der Klasse: 20  ( 4 juni en 11 juni)

Hausaufgaben : 20  ( Vokabeln en Grammatik 17 juni) 

Probeprüfung: 10 ( Lesen 17 juni)

50 Punkte = 0,5

Probeprüfung Lesen 17.06

Jij hebt de leesopdrachten uit het boek gemaakt en krijgt stukjes uit diverse teksten met daarbij vragen.

elke vraag goed = 1P

Hausaufgabenkontrolle 17.06

Op 17 juni laat je het volgende zien:

- JIj hebt de online opdrachten keuzevoorzetsels gemaakt

tot een score van 70%  10P

Je vindt de online opdracht in deze les

- Je score op de Probeprüfung in Lessonup 10P

Welche Aufgaben?

De opdrachten staan klaar in de online methode in je klas

Schritt 1: 2b/4/5/8

Schritt 2: 3/7

Schritt 3: 2B

Schritt 4: 4

Schritt 5: 2/5/6/8/Stempeln A en B

Schritt 6: 6

Schritt 7: 2/10

Schritt 8: 4/9

Schritt 9: 8/11

Schritt 10: nichts

Schritt 11: 7/9

D Prüfung:Schritt 1-3 maken en inleveren

controle opdrachten 4 en 11 juni

Heb jij alles gemaakt?

Behaal je een gemiddelde score van 70% of hoger?

70% = 10P

vanaf 80% = 15P

vanaf 90% = 20P

Geef dit door, dan controleer ik het.

Begin pas daarna aan de volgende opdracht

de keuzevoorzetsels

Op de volgende slide staat een link voor de 

oefening met keuzevoorzetsels.

lees eerst de uitleg nog even door. 
laat het me zien wanneer jij 70% of meer hebt behaalt.

(70% van 20 = 14) = 20P

oscarromerotalen.nl

Lesen

Maak de leesopdrachten.

Het zijn vragen over de teksten die jij gelezen hebt. 

Per goed antwoord verdien je 1 punt

Volle Fahrt voraus
Deze tekst ging over:

1. autorennen
2. tips halen rijbewijs
3. tips starten begin schooljaar

Dem Täter auf der Spur
Deze tekst ging over:

1. een Duitse Krimi op tv
2. sporenonderzoek in het laboratorium
3. DNA onderzoek van moordenaars
4. sporen vinden op plaats delict

Reise Buchen und Mädchen-abo umsonst. Deze tekst richt zich tot

1. jongens
2. meisjes
3. ouders

Kicken mit den Stars.
Een ander woord voor Kicken is:

1. feesten
2. trainen
3. voetballen

Waar gaat de tekst Kanadier bietet Tickets um die Welt an

1. zoektocht naar een dame met een bepaalde naam en nationaliteit
2. Loterij waarin je vliegtickets voor een wereldreis kunt winnen

Wat geeft je geen informatie over de rode draad van de tekst?

1. titel
2. signaalwoorden
3. kernzin
4. zelfstandige naamwoorden

Welke regel is geen Schulregel bij ons op school?

1. Kein Handy in der Klasse
2. Keine Jacken in der Klasse
3. Nicht essen Im Unterricht
4. Laptop ist nicht erlaubt im Unterricht

Smartphone-Verbot auf Klassenfahrt
Wat is de reden voor het verbod

1. Dit is een verzekeringskwestie
2. Dit is een schoolregel
3. Dit is een uitdaging
4. Dit is een strafmaatregel

Welk signaalwoord hoort bij het geven van een voorbeeld?

1. denn
2. jedoch
3. und
4. zum Beispiel

Welk signaalwoord hoort bij een tegenstelling

1. denn
2. jedoch
3. und
4. zum Beispiel

Welk signaalwoord hoort bij een opsomming?

1. denn
2. jedoch
3. und
4. zum Beispiel