Schritt 1-11 04.06.2025

Schritt 1-11 04.06.2025
1 / 19
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo lwoo, havoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 1 min

Items in this lesson

Schritt 1-11 04.06.2025

Slide 1 - Slide

Was machen wir heute?
Stunde 1:

Prüfung Schritt 1-11 Erklärung
Wiederholung naamvallen
Stunde 1/2:
arbeiten an Bonuspunkte

Slide 2 - Slide

Wat moet je kennen?
Vokabeln Schritt 1-7
Keuzevoorzetsesl Schritt 1-3
Wat moet je kunnen?
- Vokabeln vertalen D-N;
- Vokabeln in de passende zin plaatsen waarbij je de keuze hebt uit diverse Duitstalige woorden;
- zinnen maken 
- Keuzevoorzetsels correct vertalen en vervolgens de juiste naamval toepassen;
- Naamval 1,3 en 4 toepassen ( herhalingsgrammatica).
- Vragen naar aanleiding van leesteksten beantwoorden zonder woordenboek.



Slide 3 - Slide

Bonuspunkte
Aufgaben in der Klasse: 20  ( 4 juni en 11 juni)
Hausaufgaben : 20  ( Vokabeln en Grammatik 17 juni) 
Probeprüfung: 10 ( Lesen 17 juni)
50 Punkte = 0,5

Slide 4 - Slide

Probeprüfung Lesen
Jij hebt de leesopdrachten uit het boek gemaakt en krijgt stukjes uit diverse teksten met daarbij vragen.

elke vraag goed = 1P

Slide 5 - Slide

Hausaufgabenkontrolle 17.06
Op 17 juni laat je het volgende zien:
- JIj hebt de online opdrachten keuzevoorzetsels gemaakt
tot een score van 70%  5P
Deze opdrachten staan als huiswerk in Magister
- Jij hebt met de woordjes van de Vokabeln geoefend in een overhoorprogramma tot 70% 5P
- Je score op de Probeprüfung in Lessonup 10P

Slide 6 - Slide

Welk zinsdeel hoort bij naamval 1?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp

Slide 7 - Quiz

Welk zinsdeel hoort bij naamval 3?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp

Slide 8 - Quiz

Welk zinsdeel hoort bij naamval 4?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp

Slide 9 - Quiz

Schrijf het onderwerp uit deze zin over:
Das Mädchen gibt ihrer Mutter ein Buch

Slide 10 - Open question

Schrijf het meewerkend voorwerp uit deze zin over:
Das Mädchen gibt ihrer Mutter ein Buch

Slide 11 - Open question

Schrijf het lijdend voorwerp uit deze zin over:
Das Mädchen gibt ihrer Mutter ein Buch

Slide 12 - Open question

Welke naamval hoort bij dit voorzetsel? durch
A
naamval 3
B
naamval 4
C
naamval 3/4 keuzevoorzetsel

Slide 13 - Quiz

Welke naamval hoort bij dit voorzetsel? mit
A
naamval 3
B
naamval 4
C
naamval 3/4 keuzevoorzetsel

Slide 14 - Quiz

Das Buch liegt auf d___ Tisch (m)
A
dem
B
den

Slide 15 - Quiz

Welke naamval hoort bij dit voorzetsel? an
A
naamval 3
B
naamval 4
C
naamval 3/4 keuzevoorzetsel

Slide 16 - Quiz

Ich lege das Buch auf d___ Tisch (m)
A
dem
B
den

Slide 17 - Quiz

Welche Aufgaben?

De opdrachten staan klaar in de online methode in je klas
Schritt 1: 2b/4/5/8
Schritt 2: 3/7
Schritt 3: 2B
Schritt 4: 4
Schritt 5: 2/5/6/8/Stempeln A en B
Schritt 6: 6
Schritt 7: 2/10

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link