Fahrrad und Fahrkarten 25 jan

• Duits
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Fahrrad und Fahrkarten

Was machen wir heute?

Hausaufgaben 

Hören
Plauderecke A 

Signaalwoorden

Hausaufgaben 

Opdracht 11.1

a

1. de lijn

2. leiden

3. de onderneming

4. werken

5. belangrijk

6. zeker, veilig

b

1. lijndienst

2. medewerker

3. werkgever

4. werknemer

c

1. buschauffeur (m/v) voor lijndiensten en schoolbus

2. nee, op 70 plekken in Duitsland, Oostenrijk en Tsjechië.

3. meerdere jaren ervaring als buschauffeur is een voordeel, rijbewijs D, stiptheid (op tijd zijn), betrouwbaarheid, vriendelijkheid

4. om een vaste baan

Hören 10.3

Seite 21

Bahnhofansagen

Wanneer gebruik je aber en wanneer sondern? 

Sondern: wanneer er een tegenstelling in de zin staat.

in de overige gevallen gebruik je aber.

Das Auto ist nicht groß, ........klein
Die Sonne scheint,........ es ist kalt.