6 mei Poëzielessen start

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

6 en 7 mei Poeziëlessen

Mavo 2 periode 4 

week 31 1e (6 mei)

Welkom 

plattegrond: 

Planning

Lezen: Wojtek H.12 vanaf blz.65

Agenda (hw.bespreken/noteren)

Startopdracht: raadgedicht

Kennismaking poëzie 

~pauze~

Zelfstandig aan de slag

Afsluiting

Volgende les :

vervolg poëzielessen

 Huiswerk :

Ga eens op zoek naar gedichten en neem ze mee naar school. 

 VOOR IN DE AGENDA: 

Startopdracht: 

Raadgedicht. 

Lees het raadgedicht. 

In het gedicht Raad van Frank Eerhart mist er een woord. 

Probeer een woord te bedenken dat op die plek kan komen te staan. 

Leren over rijm  

Beantwoord (in tweetallen) de vragen over rijm bij het gedicht "Raad". 

Ik ga een gedicht voordragen.

Dat gaan jullie over een paar weken ook doen.

Ik doe het voor met het gedicht 'Jantje zag eens pruimen hangen'.

Ik heb het gedicht gekozen, omdat ik het nog kende van vroeger.  

Ervaringen delen

Bespreek met je maatje het volgende: 

• Waar dacht je aan toen je het gedicht hoorde? 
• Wat zag je voor je? 
• Herken je iets in het gedicht ? Licht eens toe. 

Klassengesprek

Waar gaat het gedicht over?

Voor wie is het gedicht geschreven?

Welke rijmwoorden zie je?

                                                  Denk hierover na: 

Heb je zelf ook wel eens iets overwogen om te doen en het bij nader inzicht niet gedaan? Waarom niet/wel?

Kan je iets bedenken? 

Presenteeropdracht "gedicht voordragen"

1. Zoek een gedicht van minstens 5 regels of ministens 10 regels voor een tweetal.

2. Zet het in document met een passend plaatje erbij. Noteer ook titel en de schrijver. 
3. Bereid de voordracht voor. (let op stemgebruik/verdeel het gedicht).
4. Draag het gedicht uit je hoofd voor voorin de klas. 

1. Zoek een gedicht (minstens 5 of 10 regels) 

2. Zet het in een PowerPoint of Word document.

3. Zoek er een passend plaatje bij. 

4. Mail het naar [e-mail] 

5. Bereid de voordracht voor. (let op stemgebruik/verdeel het gedicht)

6. Draag het gedicht voor in de klas. (voor in het lokaal, uit je hoofd, de klas ziet het gedicht op het digibord). 

~pauze~

Aan het werk

Bedenk een kort gedichtje waarbij je een les wilt meegeven: 

iets wat je wel eens wilde doen, maar het toch niet heb gedaan. 

Begin met: .... wilde/zag eens ..... 

Je mag het ook samen bedenken. 

Klaar?

Zoek er een passend plaatje bij. 

Afsluiting

Check de doelen bij jezelf: 

1. Ik weet wat eindrijm is. 
2. Ik heb verschillende gedichten beluisterd. 
3. Ik kan nadenken over de inhoud van een gedicht. 
4. Ik heb geluisterd naar een voordracht. 

Volgende les: 

vervolg poëzie + presentatie opdracht