4.2 Platteland en stad

Welkom!
Geschiedenis
M1
28 maart 2025

Wat ligt er op tafel?
- schrift, etui, iPad
1 / 32
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Welkom!
Geschiedenis
M1
28 maart 2025

Wat ligt er op tafel?
- schrift, etui, iPad

Slide 1 - Slide

Planning

  • Terugblik 4.2.1
  • Uitleg 4.2.2
  • Quizje 4.2.2
  • Aan de slag met 4.2.2
  • Filmpje 'Schooltv'



Slide 2 - Slide

Tijdvak 4:
Tijd van steden en staten

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt verschillende verbeteringen in de landbouw vanaf het jaar 1000 beschrijven.
  • Je kunt uitleggen hoe een stad aan stadsrechten kan komen.
  • Je kunt beschrijven welke voordelen de Hanze had voor kooplieden.
  • Je kunt uitleggen wat een gilde is en waarom ambachtslieden bij een gilde zitten.

Slide 4 - Slide

4.2 Platteland en stad

Slide 5 - Slide

Meer voedsel
  • Europa rond het jaar 1000: meer voedsel
  • Oorzaak: ontwikkelingen in de landbouw
  • Bijvoorbeeld: drieslagstelsel 
  • Meer voedsel, gevolg: de bevolking groeit

Slide 6 - Slide

Drieslagstelsel

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Andere beroepen
Genoeg voedsel: niet iedereen hoefde boer te zijn
Gevolg: ontstaan andere beroepen
Ambachten: Een beroep waarbij producten met de hand gemaakt worden

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Aan de slag
Wat: maak opdrachten 1 t/m 6 van 4.2 Platteland en stad
Hoe: alleen, overleggen mag

Klaar? Ga verder met opdrachten 7 t/m 10 van 4.2
timer
20:00

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Met welk tijdvak zijn we nu bezig?
A
Tijdvak 1. Jagers en boeren
B
Tijdvak 2. Grieken en Romeinen
C
Tijdvak 3. Monniken en ridders
D
Tijdvak 4. Steden en staten

Slide 13 - Quiz

Wat was er rond het jaar 1000 in Europa?
A
Meer mensen die dood gingen
B
Meer oorlogen
C
Meer vikingen
D
Meer voedsel

Slide 14 - Quiz

Welk stelsel is dit? 'Bij dit stelsel wordt de landbouwgrond in drie stukken verdeeld.'
A
Drieslagstelsel
B
Hofstelsel
C
Leenstelsel

Slide 15 - Quiz

Welke dieren werden steeds meer op het land gebruikt om te ploegen?
A
Geiten
B
Herten
C
Ossen
D
Schapen

Slide 16 - Quiz

Wat is geen ambacht?
A
Bakker
B
Boer
C
Mandenmaker
D
Smit

Slide 17 - Quiz

De markt
  • Ambachtslui gingen hun spullen verkopen op een markt in een stad. 
  • Gevolg: sommige ambachtslieden gingen in steden wonen
  • Rond het jaar 1000: veiliger om te reizen
  • Gevolg: de handel nam toe

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

De markt
  • Een markt was vaak bij een rivier en een kasteel of klooster.
  •  Een marktplek kon uitgroeien tot een stad. 
  • Een haven: schepen konden makkelijk een stad bereiken.

Slide 20 - Slide

Rond 1060 kreeg Stavoren, in Friesland, als eerste Nederlandse stad stadsrechten.

Slide 21 - Slide

Stadsrechten
  • De rechten van een stad op eigen bestuur en eigen rechtspraak.

  • Voordelen van stadsrechten
  • Toestemming om een muur te bouwen (betere verdediging)
  • Ze mochten ook een markt houden wat erg veel geld opleverde.

Slide 22 - Slide

De Hanze
  • Een handelsverbond tussen meerdere steden uit verschillende landstreken uit Noord- en Midden-Europa.

  • Voordelen van een handelsverbond
  • Kooplieden (handelaren) reisden voortaan vaak samen 
  • Minder belasting te betalen
  • Afspraken over de prijzen

Slide 23 - Slide

Nederlandse hanzesteden

Slide 24 - Slide

Een gilde
  • Een groep mensen met hetzelfde ambacht, vak of beroep.

  • Taken van een gilde:
  • Regels over prijs en kwaliteit van de producten.
  • Opleiding van ambachtslieden.
  • Familiezorg als een gildelid ziek werd of stierf.

Slide 25 - Slide

Ambachtslui gingen hun spullen verkopen op een markt in een stad. Wat was hiervan het gevolg?
A
Dat sommige ambachtslieden in steden gingen wonen
B
Dat het veiliger werd om te reizen
C
Dat de handel toenam

Slide 26 - Quiz

Waar kon je vroeger niet een markt vinden.
A
Bij een rivier
B
Bij een boerderij
C
Bij een kasteel
D
Bij een klooster

Slide 27 - Quiz

Welke Nederlandse stad kreeg als eerste stadsrechten?
A
Amsterdam
B
Leeuwarden
C
Rotterdam
D
Stavoren

Slide 28 - Quiz

Wat is een ander woord voor kooplieden?
A
Boeren
B
Ambachtslieden
C
Handelaren
D
Soldaten

Slide 29 - Quiz

Wat was geen Hanzestad?
A
Deventer
B
Harderwijk
C
Den Haag
D
Zwolle

Slide 30 - Quiz

Aan de slag...
Wat: maak opdrachten 1 t/m 5 van 4.2
Hoe: alleen, overleggen mag, oortjes mogen in
Niet af. Extra vakflexuur ges.
Klaar? Ga verder met opdrachten 6 t/m 13 van 4.2

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video