3bk - grammatica herhaling (oefeningen) - 16 april

Welcome!
Have a seat and put your phones away please!
1 / 27
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welcome!
Have a seat and put your phones away please!

Slide 1 - Slide

Today's planning
  • Grammatica herhaling hoofdstuk 4
  • Oefenen met de grammatica
  • Activity - irregular verbs
  • Rounding off

Slide 2 - Slide

Toekomende tijd - will
I will visit my friends this weekend.

Slide 3 - Slide

Vul in: will – won't – shall.
What's happened? ___ we help you?

Slide 4 - Open question

Vul in: will - won't - shall
Jake's sure he ___ sell his old bike for a lot of money.

Slide 5 - Open question

Vul in: will - won't - shall
Hurry and take a sandwich, or else there ___ be any food left.

Slide 6 - Open question

Vergelijkingen
My best friend has a bigger house.

Slide 7 - Slide

Maak de juiste vergelijkingen met de woorden tussen haakjes.
A sports car is ___ (fast) than a scoot mobile.

Slide 8 - Open question

Maak de juiste vergelijkingen met de woorden tussen haakjes.
She's the ___ (happy) little baby I know.

Slide 9 - Open question

Maak de juiste vergelijkingen met de woorden tussen haakjes.
Who is the ___ (obedient) student in your class?

Slide 10 - Open question

Van plan zijn - going to
I am going to leave in a few days.

Slide 11 - Slide

Vul de zinnen aan met de juiste vorm van going to en het werkwoord tussen haakjes.
We ___ (to order) an umbrella right away.

Slide 12 - Open question

Vul de zinnen aan met de juiste vorm van going to en het werkwoord tussen haakjes.
The weatherman ___ (to not talk) about snow in August.

Slide 13 - Open question

Vul de zinnen aan met de juiste vorm van going to en het werkwoord tussen haakjes.
I ___ (to not ask) his name. Can you do it?

Slide 14 - Open question

Woordvolgorde - plaats en tijd
We won't go to school this afternoon.

Slide 15 - Slide

Welke woorden geven in deze zin een plaats aan?
My friend and I walked in the rain all day.

Slide 16 - Open question

Welke woorden geven in deze zin een plaats aan?
Sharon works in a supermarket on Saturdays.

Slide 17 - Open question

Welke woorden geven in deze zin een plaats aan?
We stayed in Spain for a month.

Slide 18 - Open question

Moeten - must, mustn't
You must study for tests!

Slide 19 - Slide

Vul in: must of mustn’t +hele werkwoord
You _________ (run) in the hallway. It’s dangerous.

Slide 20 - Open question

Vul in: must of mustn’t +hele werkwoord
I _________ (clean) my room before my friends come over.


Slide 21 - Open question

Vul in: must of mustn’t +hele werkwoord
We _________ (bring) our books to class every day.

Slide 22 - Open question

Voegwoorden
Do you want tea or coffee?

Slide 23 - Slide

Maak van deze zinnen één zin door middel van een voegwoord:
I was cold. I wore a jacket.

Slide 24 - Open question

Maak van deze zinnen één zin door middel van een voegwoord:
She likes chocolate. She doesn’t like chocolate ice cream.

Slide 25 - Open question

Maak van deze zinnen één zin door middel van een voegwoord:
I studied hard. I passed the exam.

Slide 26 - Open question

Practicing the irregular verbs
  1. Maak een twee - of drietal
  2. Schrijf in 5 minuten zoveel mogelijk onregelmatige werkwoorden op
  3. Jullie mogen om de beurt één onregelmatig werkwoord van jullie papiertje opnoemen - dit woord mogen de andere tweetallen niet meer noemen!
  4. Als je dit wel doet, of je geen onregelmatige werkwoorden meer kunt noemen, ben je af en moet je gaan zitten
  5. Het tweetal wat als laatste overblijft, is de winnaar!

Slide 27 - Slide