B2: Infectieziekten

Planning
- Vragen over het huiswerk
- Huiswerk nakijken (5 minuten)
- Start nieuwe basisstof
- Starten met je huiswerk
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Planning
- Vragen over het huiswerk
- Huiswerk nakijken (5 minuten)
- Start nieuwe basisstof
- Starten met je huiswerk

Slide 1 - Slide

Th1: Je gezondheid
B2: Infectieziekten

Slide 2 - Slide

Doelstelling
Je kunt aangeven wat infectieziekten zijn en waardoor ze worden veroorzaakt. Je kunt ook aangeven hoe ziekteverwekkers in je lichaam komen en hoe je de kans op infectieziekten verkleint
Je kunt aangeven hoe je lichaam zichzelf beschermt tegen infectieziekten. Je kunt ook aangeven hoe immuniteit ontstaat en welke soorten immuniteit er zijn

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Antigenen/lichaamsvreemde stoffen

Antigenen zijn stoffen die niet in je lichaam thuis horen, maar die er wel eens in terecht kunnen komen.

Hier kun je ziek van worden, dit is vaak een infectie

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Infectie

Ziekte verwekkers (antigenen) dringen het lichaam binnen

Wat doet je lichaam?

  • De witte bloedcellen produceren een antistof tegen dit antigeen
  • De antistof hecht zich aan de antigeen, waardoor deze onschadelijk wordt gemaakt
  • 1 type antistof kan maar 1 type antigeen onschadelijk maken

Slide 8 - Slide

Antistof
  • Wanneer de infectie nieuw is (onbekende antigeen) duurt het een paar dagen voordat de witte bloedcel weet welke antistof werkt. Je wordt dus ziek
  • Wanneer het een bekend antigeen is, weet de witte bloedcel gelijk welke antistof hij moet maken en wordt je dus niet ziek

Slide 9 - Slide

Immuniteit
Na een infectie blijft het antistof in het bloed aanwezig of kan bij een volgende keer snel worden aangemaakt zodat je niet ziek wordt

Slide 10 - Slide

Immuniteit
  • Natuurlijke immuniteit

       een persoon heeft de ziekte zelf gehad en wordt dus niet meer ziek

  • kunstmatige immuniteit

       een persoon heeft de ziekte niet gehad

Slide 11 - Slide

kunstmatige
  • Actieve immuniteit: inenting via een vaccin (dode,zwakke ziekteverwekkers). De persoon maakt zelf antistoffen


  • Passieve immuniteit: inenting van een serum (antistoffen). Persoon maakt geen antistoffen 

Slide 12 - Slide

Immunisatie
1. Antigeen (ziekteverwekker) komt het lichaam in

Slide 13 - Slide

Immunisatie

2. Witte bloedcel gaat antistoffen maken.


Dit kan een paar dagen duren

Slide 14 - Slide

Immunisatie
3. Antistoffen gaan vastziten aan het antigeen

Slide 15 - Slide

Immunisatie
4. Ziekteverwekker is uitgeschakeld, de persoon in nu immuun

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Huiswerk

Maken tm B2

Leren tm B1

Slide 18 - Slide