Spanning klas 2

Spanning klas 2
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Spanning klas 2

Slide 1 - Slide

Wat is de eenheid van spanning?
A
Ampère
B
Watt
C
Volt
D
Decibel

Slide 2 - Quiz

Wat is het symbool van spanning?
A
W
B
U
C
I
D
P

Slide 3 - Quiz

Hoeveel spanning heeft een schakeling met 3 batterijen van 1,5 Volt in serieschakeling.
A
1,5 V
B
3 V
C
4,5 V
D
6 V

Slide 4 - Quiz

Hoeveel spanning staat op deze 3 lampjes? Elke  batterij geeft
 9 volt spanning.

Slide 5 - Slide

Hoeveel spanning?
A
4 x 9 = 36 V
B
9 : 4 = 2,25 V
C
9 x 4 = 36 V
D
9 x 1,5 = 13,5 V

Slide 6 - Quiz

Hoeveel spanning staat er op 1 lampje, als op 3 lampjes 36 Volt spanning staat
A
36 V
B
24V
C
6 V
D
12 V

Slide 7 - Quiz

wat gebeurt er als de spanning groter wordt?
A
de stroomsterkte wordt kleiner
B
de stroomsterkte wordt groter
C
de stroomsterkte blijft gelijk
D
de stroomsterkte wordt verdeeld

Slide 8 - Quiz

wat gebeurt er als je alle batterijen omdraait met de ventilator
A
de ventilator gaat kapot
B
de ventilator gaat zachter draaien
C
de ventilator gaat harder draaien
D
de ventilator draait de andere kant op

Slide 9 - Quiz

Hoe heet een spanningsmeter
A
multimeter
B
ampèremeter
C
voltmeter

Slide 10 - Quiz

1,5 Volt = ........... mV
A
15
B
150
C
0,15
D
1500

Slide 11 - Quiz

Wat is de
spanning in
deze schakeling?
A
4 x 1,5 V = 6 V
B
2 x 1,5 V = 3 V
C
3 x 1,5 V = 4,5 V
D
1 x 1,5 V = 1,5 V

Slide 12 - Quiz

Hoeveel Volt is
elke
batterij?
A
80 V
B
20 V
C
10 V
D
40 v

Slide 13 - Quiz

Reken uit :
35000 mV = ..........V

A
3.5
B
35
C
350
D
0,35

Slide 14 - Quiz