12-04-2021 DH3P

Ga naar: lessonup.app

Vul de code in
1 / 17
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Ga naar: lessonup.app

Vul de code in

Slide 1 - Slide

DH3P


12 April 2021

Slide 2 - Slide

Hallo ik ben 

Slide 3 - Slide

Was werden wir heute machen?
  • Lernziele
  • Herhalen: grammatica vorig hoofdstuk
  • Leerlingen enquête 
  • Aufgaben: Hören

Slide 4 - Slide

Lernziele
Am Ende der Stunde kann ich:
  • aangeven hoe de der-Gruppe eruit ziet 
  • een reportage over beroepskeuze volgen.
  • belangrijke details uit een reportage halen.

Slide 5 - Slide

Was weißt du noch?
Over ontleden + de der-Gruppe

7 Fragen

Slide 6 - Slide

Wat voor een vraag moet je stellen om achter het onderwerp (1e nv) van een zin te komen?

Slide 7 - Open question

Wat voor een vraag moet je stellen om achter het lijdend voorwerp (4e nv) van een zin te komen?

Slide 8 - Open question

Wat voor een vraag moet je stellen om achter het meewerkend voorwerp (3e nv) van een zin te komen?

Slide 9 - Open question

Naamvallen
1e naamval = onderwerp (ow)
wie/wat + gezegde
 
4e naamval = lijdend voorwerp (lv)
wie/wat + gezegde + onderwerp

3e naamval = meewerkend voorwerp (mv)
aan/voor wie + gezegde + ow + lv



Slide 10 - Slide

Hoe ziet de volgorde van
het rijtje van de der-Gruppe
bij mannelijk eruit?
1e: ___ Mann
3e: ___ Mann
4e: ___ Mann
A
die, dem, den
B
der, dem, den
C
der, den, dem
D
der, dem, der

Slide 11 - Quiz

Hoe ziet de volgorde van
het rijtje van de der-Gruppe
bij vrouwelijk eruit?
1e: ___ Frau
3e: ___ Frau
4e: ___ Frau
A
die, der, die
B
die, der, den
C
die, dem, die
D
der, der, die

Slide 12 - Quiz

Hoe ziet de volgorde van
het rijtje van de der-Gruppe
bij onzijdig eruit?
1e: ___ Kind
3e: ___ Kind
4e: ___ Kind
A
das, der, dem
B
das, dem, den
C
das, dem, das
D
das, der, das

Slide 13 - Quiz

Hoe ziet de volgorde van
het rijtje van de der-Gruppe
bij meervoud eruit?
1e: ___ Kinder
3e: ___ Kindern
4e: ___ Kinder
A
die, den, die
B
die, das, den
C
die, den, dem
D
die, der, die

Slide 14 - Quiz

der-Gruppe
1e nv
3e nv
4e nv
der Mann
dem Mann den Mann
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
die Frau
der Frau
die Frau
das Kind
dem Kind
das Kind
die Kinder
den Kindern
die Kinder
3e nv mv: eindigt een woord in het mv op een -s of -n krijgt die GEEN extra -n.
Bijvoorbeeld: mit den Frauen, mit den Autos.

Slide 15 - Slide

Leerlingen enquête
  • Over mij en het vak Duits.
  • Anoniem
  • Invullen wat jouw mening is en hoe je erover denkt. Kan positief en negatief zijn
  • 14 Fragen

https://forms.gle/KmW6VCuqhfuSn4tJA

Slide 16 - Slide

Aufgaben
  • Was? Neue Kontakte --> Kapitel 5: Zukunft --> C Hören              --> Aufgabe 12, 13, 14
Buch  oder Laptop   
  • Wie?  alleine      
  • Hilfe? Docent                                                  
  • Wie lange? tot ~10:45
  • Fertig? Quizlet Kap. 5

Los gehts!

Slide 17 - Slide