01-03-2021 DH3P

Ga naar: lessonup.app

Vul de code in
1 / 13
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Ga naar: lessonup.app

Vul de code in

Slide 1 - Slide

DH3P


1 März 2021

Slide 2 - Slide

Hallo ik ben 

Slide 3 - Slide

Was werden wir heute machen?
  • Hausaufgaben
  • Lernziele
  • Grammatik herhaling
  • Grammatik: der Gruppe
  • Aufgaben Grammatik

Slide 4 - Slide

Hausaufgaben
Neue Kontakte --> Kapitel 4 --> D Lesen --> Aufgabe 15, 16

Dani, Darko, Micha, Senna, Kaj, Noa, Lars, Lieke, Lou

Slide 5 - Slide

Lernziele
Am Ende der Stunde kann ich:

  • de der-Gruppe gebruiken in een oefening.

Slide 6 - Slide

Herhaling m/v/oz
Welke woorden zijn m/v/oz?
Mannelijk: mannelijke persoons- en dierennamen, bv. der Junge
Vrouwelijk: *vrouwelijke persoons- en dierennamen, bv. die Oma
                        *meeste dingen die eindigen op -e: die Adresse
                        *woorden die eindigen op -heit, -keit, -schaft, -ung
Onzijdig: Vele Nederlandse het-woorden: das Fenster, das Pferd

Slide 7 - Slide

Aufgaben
  • Was? Neue Kontakte --> Kapitel 4 --> E Grammatik
       Aufgabe 20, 21

  • Wie?  Boek of laptop          
  • Hilfe? Docent/Grammatikübersicht                                                     
  • Wie lange? tot ~9:55
  • Fertig? Quizlet test maken of Aufgabe 22
                      

Slide 8 - Slide

Naamvallen
1e naamval = onderwerp (ow)
wie/wat + gezegde
 
4e naamval = lijdend voorwerp (lv)
wie/wat + gezegde + onderwerp

3e naamval = meewerkend voorwerp (mv)
aan/voor wie + gezegde + ow + lv



Slide 9 - Slide

Voorbeeldzin
Ik geef mijn zus een cadeau

ww?
ow? wie/wat + gezegde
lv? wie/wat + gezegde + onderwerp
mv? aan/voor wie + gezegde + ow + lv

Slide 10 - Slide

der-Gruppe
1e nv
3e nv
4e nv
der Mann
dem Mann den Mann
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
die Frau
der Frau
die Frau
das Kind
dem Kind
das Kind
die Kinder
den Kindern
die Kinder
3e nv mv: eindigt een woord in het mv op een -s of -n krijgt die GEEN extra -n.
Bijvoorbeeld: mit den Frauen, mit den Autos.

Slide 11 - Slide

Üben
Ik geef de kinderen het cadeau.
Ich gebe ______ Kinder_ ________ Geschenk.

ww?
ow? wie/wat + gezegde
lv? wie/wat + gezegde + onderwerp


Slide 12 - Slide

Üben
Ik geef de kinderen een cadeau.
Ich gebe ______ Kinder_ das Geschenk.

ww?
ow? wie/wat + gezegde
lv? wie/wat + gezegde + onderwerp
mv? aan/voor wie + gezegde + ow + lv


Slide 13 - Slide