Les 4 Spelling 1A

Les 4, Spelling
Dinsdag 23 februari 2021 - R_1A
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 35 min

Items in this lesson

Les 4, Spelling
Dinsdag 23 februari 2021 - R_1A

Slide 1 - Slide

Klaar voor de les?!
1. Zet je camera aan!
2. Start alvast les 4 van Spelling op.
3. Log ook in via LessonUp.

Slide 2 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
- Lesstart
- Uitleg
- Zelfstandig werken
- Afsluiting les

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
- Aan het eind van de les weten jullie wanneer je bijvoeglijke naamwoorden met en zonder -e (rood/rode) schrijven.
- Aan het eind van de les kunnen jullie stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden (houten) spellen
- Aan het eind van de les weten jullie wanneer je woorden als alle/allen mét en wanneer zonder -n schrijft.

Slide 4 - Slide

Uitleg over bijvoeglijke naamwoorden
Bijvoeglijke naamwoorden zeggen iets over een zelfstandig naamwoord.          de leuke hond

Wanneer schrijf je +e achter een bijvoeglijk  naamwoord?
1. Bij de-woorden (ook als er geen de voor staat) --> +e
          De mooie bank - een mooie bank
2. Bij het-woorden --> +e, maar niet als er geen het voor staat
          Het mooie huis - een mooi huis

Slide 5 - Slide

Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden
Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden = bijvoeglijke naamwoorden die iets zeggen over het materiaal waar iets van gemaakt is.

Altijd +en

Houten tafel, zilveren armbandje, rubberen band.

Slide 6 - Slide

Alle of allen?
Als een woord los in een zin staat én het verwijst naar mensen, krijg je +n:
          De leerlingen kregen allen een voldoende.
          De voetballers hadden beiden een blessure.

Verwijst het woord niet (alleen) naar mensen? Dan krijg je geen -n:
          De spelletjes zijn alle geweldig.
          De honden speelden beide in de sneeuw.

Slide 7 - Slide

Maken:
Begin aan les 4 van Spelling.
Lees goed de uitleg en maak de opdrachten serieus!
Stel vragen als je iets niet begrijpt.

Ben je klaar? Dan ga je verder oefenen in de spellingapp met een van de bovenste vier lesjes.



Slide 8 - Slide

De meisjes hadden beide een jurkje aan.
Is 'beide' goed gespeld in deze zin?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

'Gouden' is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz

Het nieuw huis.
'Nieuw' is goed gespeld.
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

De jongens voetballen beide/beiden bij N.E.C.?

Slide 12 - Open question

Een nieuwe/nieuw begin

Slide 13 - Open question

Een glaze/glazen dak

Slide 14 - Open question

Een mooi/mooie deur

Slide 15 - Open question

Enkele/enkelen duiven liepen over de Dam.

Slide 16 - Open question

Huiswerk voor morgen:
Maak les 4 van Spelling af.

Slide 17 - Slide