Patiënt komt moeilijk uit zijn woorden. De benauwdheid is binnen 2 dagen ontstaan en wordt snel erger. Al 10 dagen last van koorts, malaise, eerder spierpijn en een verminderde eetlust. De arts ziet een ernstig dyspnoeische man die hulpademhalingsspieren gebruikt. Over de longen is er een normaal ademgeruis zonder verlengd expirium met enige crepitaties basaal.
De ademfrequentie 40/min, saturatie 88% zonder O2 (met O2 93%) bloeddruk 130/90 mmHg, pols 126/min regulair equaal, temperatuur 38,6 ºC. Er is geen perifeer oedeem.