COM: les 4 zelfvertrouwen

Communicatie: Assertiviteit
Zelfvertrouwen
Verhaal
Herhaling:
  • subassertief
  • agressief
  • assertief
Uitleg en tips zelfvertrouwen
Oefening sterke punten
Docentevaluatie
1 / 25
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Communicatie: Assertiviteit
Zelfvertrouwen
Verhaal
Herhaling:
  • subassertief
  • agressief
  • assertief
Uitleg en tips zelfvertrouwen
Oefening sterke punten
Docentevaluatie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Verhaal
Canvas voorbereiding week 4

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Subassertief
wensen van de ander zijn belangrijker dan die van mij
( zacht op de inhoud en zacht op de relatie) 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Agressief
eigen behoeften gaan voor ten koste van de ander
( hard op de relatie en hard op de inhoud) 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Assertief
opkomen voor jezelf met behoud van de relatie
( hard op de inhoud en zacht op de relatie) 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Met behoud van de relatie
  • respect voor de ander
  • vertrouwen in jezelf

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat is zelfvertrouwen?
jezelf kwetsbaar opstellen
je eigen doelen voor ogen houden
nee durven zeggen, grenzen aangeven
overtuigend spreken

Slide 8 - Poll

Doel: De leerlingen zullen hun zelfvertrouwen vergroten door hun sterke punten te identificeren en te benadrukken.
Benodigdheden:
Papier en pen
Lijm of tape
Instructies:
Deel de leerlingen uit in kleine groepjes van 2 of 3.
Laat de leerlingen een lijst maken van hun sterke punten. Ze kunnen hierbij denken aan hun uiterlijk, hun persoonlijkheid, hun capaciteiten of hun interesses.
Laat de leerlingen hun lijstjes aan elkaar tonen.
Geef de leerlingen de opdracht om van elk sterke punt een positieve zin te maken. Bijvoorbeeld:
Uiterlijk: "Ik heb mooie ogen."
Persoonlijkheid: "Ik ben vriendelijk en behulpzaam."
Capaciteiten: "Ik ben goed in wiskunde."
Interesses: "Ik hou van lezen."
Laat de leerlingen hun positieve zinnen op papier schrijven of plakken.
Laat de leerlingen hun papieren of posters ophangen in het lokaal.
Afsluiting:
Laat de leerlingen elkaars posters bekijken.
Bespreek met de leerlingen hoe het is om hun sterke punten te benadrukken.
Tips:
Als de leerlingen moeite hebben om hun sterke punten te identificeren, kun je ze helpen door ze een aantal vragen te stellen. Bijvoorbeeld:
Wat zijn je favoriete dingen om te doen?
Wat zijn de dingen die je goed kunt?
Wat zijn de dingen waar je trots op bent?
Moedig de leerlingen aan om hun positieve zinnen op een positieve manier te formuleren. Bijvoorbeeld, in plaats van "Ik ben niet zo slecht in wiskunde," kun je zeggen "Ik ben goed in wiskunde."
Zelfvertrouwen 
  • gevoel van eigenwaarde
  • vertrouwen in jezelf
  • in wat je doet en wat je bent

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Overlevingsmechanismen 
  • vechten
  • vluchten
  • negeren en vermijden

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat doe jij als je onzeker bent?
vechten
vluchten
negeren/vermijden

Slide 11 - Poll

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Belemmerende gedachten
deze beïnvloeden je zelfvertrouwen

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn voor jou belemmerende gedachten?

Slide 14 - Mind map

This item has no instructions

Hoe dan?
Doemdenken

ongezond perfectionisme
love junk
moraalridder
slachtoffer 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Wat vind jij assertief?
De manager vindt dat ...
Ik zou graag willen..
Je moet...

Slide 16 - Poll

This item has no instructions

Hard op de inhoud
  • Richt je op de inhoud
  • duidelijk zijn/ wat wil je?
  • stelling durven nemen

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Zacht op de relatie
  • luisteren, samenvatten en doorvragen
  • inleven in de ander

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Non verbaal

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Congruent = komt overeen
  • lichaamshouding
  • mimiek
  • volume en tempo van spreken

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Tips
  • Open houding/ rechtop
  • oogcontact 
  • Spreek: concreet, geen verkleinwoorden, kort en bondig

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Oefening sterke punten
Wat heb je nodig:
  • Papier 
  • Pen
  • Groepjes van 2/3 (die maak ik)

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Oefening sterke punten
Maak een lijst van je sterke punten. Dit kan zijn op het gebied van:
  • Uiterlijk
  • Persoonlijkheid
  • Capaciteiten
  • Interesses
Maak per punt een positieve zin en schrijf deze op papier
Deel je uitkomsten met je groepje
Klassikaal deelt iedereen één sterk punt van iemand anders in je groepje

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Lesevaluatie
Via de mail hebben jullie een link ontvangen om een lesevaluatie in te vullen over mij.

Doe dit zo eerlijk mogelijk!

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Verder werken aan je eigen planning.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions