Werkwoorden_kleding

• NT2
• Secundair onderwijs

Werkwoorden_kleding

STRIJKEN

STRIJKEN

Ik STRIJK

Jij STRIJKT

Hij/zij STRIJKT

Wij STRIJKEN

Jullie STRIJKEN

Zij STRIJKEN

WASSEN

WASSEN

Ik WAS

Jij WAST

Hij/zij WAST

Wij WASSEN

Jullie WASSEN

Zij WASSEN

BETALEN

BETALEN

Ik BETAAL

Jij BETAALT

Hij/zij BETAALT

Wij BETALEN

Jullie BETALEN

Zij BETALEN

KOPEN

KOPEN

Ik KOOP

Jij KOOPT

Hij/zij KOOPT

Wij KOPEN

Jullie KOPEN

Zij KOPEN

DRAGEN

DRAGEN

Ik DRAAG

Jij DRAAGT

Hij/zij DRAAGT

Wij DRAGEN

Jullie DRAGEN

Zij DRAGEN

VRAGEN

VRAGEN

Ik VRAAG

Jij VRAAGT

Hij/zij VRAAGT

Wij VRAGEN

Jullie VRAGEN

Zij VRAGEN

ZOEKEN

ZOEKEN

Ik ZOEK

Jij ZOEKT

Hij/zij ZOEKT

Wij ZOEKEN

Jullie ZOEKEN

Zij ZOEKEN

PASSEN

PASSEN

Ik PAS

Jij PAST

Hij/zij PAST

Wij PASSEN

Jullie PASSEN

Zij PASSEN

RUILEN

RUILEN

Ik RUIL

Jij RUILT

Hij/zij RUILT

Wij RUILEN

Jullie RUILEN

Zij RUILEN

De personen

IK 

= 1 persoon

De personen

Jij

= 1 persoon

De personen

Hij

= 1 persoon

= de jongen

= de man

= de meneer

De personen

Zij

= 1 persoon !!!

= het meisje

= de mevrouw

De personen

Wij

= 2 of meer personen

De personen

Jullie

= 2 of meer personen

De personen

Zij

= 2 of meer personen !!!

= de jongenS

= de meisjeS

= de jongen EN het meisje

Wassen

Kopen

Vragen

Passen

Betalen

Zoeken

Ruilen

Dragen

Strijken

Ik

1. draag
2. draagt
3. dragen

Jullie ruil

1. Juist
2. Fout

De jongen

1. vraag
2. vraagt
3. vragen

Jullie

1. pas
2. past
3. passen

Ik betaalt

1. Juist
2. Fout

Vervoeg het werkwoord zoeken.

Ik ...

Jij

1. betaal
2. betaalt
3. betalen

Vervoeg het werkwoord dragen.

Hij ...

Jullie dragen

1. Juist
2. Fout

Ik

Jij

Wij

draag

koop

was

betaal

ruil

draagt

betaalt

vraagt

zoekt

ruilen

dragen

passen

kopen

Wij

1. vraag
2. vraagt
3. vragen

Vervoeg het werkwoord dragen.

Jij ...

Het meisje zoekt

1. Juist
2. Fout

Ik

1. strijk
2. strijkt
3. strijken

Vervoeg het werkwoord kopen.

Wij ...

Jij

1. zoek
2. zoekt
3. zoeken

Hij

Jullie

Ik

vraagt

strijken

zoek

pas

draagt

betalen

betaalt

zoekt

draag

strijkt

vragen

vraag

zoeken

ruilen

koopt

koop

Vervoeg het werkwoord kopen.

Jullie ...

Wij

1. ruil
2. ruilt
3. ruilen

De jongen vraagt

1. Juist
2. Fout

Vervoeg het werkwoord betalen.

Hij ...

Ik

1. pas
2. past
3. passen

Vervoeg het werkwoord ruilen.

Ik ...

De meneer

1. koop
2. koopt
3. kopen

Jij vraag

1. Juist
2. Fout

Vervoeg het werkwoord betalen.

Ik ...