T&G Periode 5 Herhalingles

• T&G
• MBO
• Studiejaar 2

Test je kennis

Oefen alle lesson-ups in 1 keer

Wat is de weerstand die je lichaam ondergaat? of de arbeid die de sporter levert?

1. Belasting
2. Belastbaarheid
3. Trainingsbelasting
4. Trainingswetmatigheid

Leg uit wat belasting en belastbaarheid met elkaar te maken hebben:

Hoe kun je het herstel van een inspanning positief beïnvloeden?

Sleep de uitleg naar de juiste traingswetigheden

Vermindere meeropbrengst

Omkeerbaarheid

Specificiteit

overload

Een trainingsprikkel moet een minimale sterkte hebben wil een effect optreden.

Stilstaan is achteruitgang. Trainingseffecten verdwijnen als je de sporter geen of te weinig belasting geeft

Naarmate het prestatieniveau hoger is wordt het trainingseffect steeds kleiner

Je verbetert alleen datgene wat je traint

Set de fases van de supercompensatie in de juiste volgorde:

1

2

3

4

Training

Herstel

Supercompensatie

Daling tot begin niveau

Wat is de capaciteit van het fosfaat systeem?

1. tot 20 seconden
2. 100% intensiteit
3. tot 2 minuten
4. 80% intensiteit

Sleep de inspanningen van meest naar minst vermogen

Meest

vermogen

Minst

vermogen

1

2

3

Marathon

400m sprint

100m sprint

Wat in ons lichaam versnelt of vertraagt het proces: ATP --> ADP en/of ADP --> ATP?

Als je lichaam mag kiezen van welk energie systeem het gebruik wil maken dan het liefst?

1. Fosfaatsysteem
2. Het zuurstofsysteem
3. Het melkzuursysteem

---->

+

+

+

Maak het proces juist door alles op de juiste plek te slepen

ADP

CP

Energie

Enzymen

C

ATP

Sleepvraag

Fosfaat systeem

Kogelstoten

Aeroob

Anaëroob a-lactisch

Koolhydraten

Marathon

Zuurstof systeem:
Leg in je eigen woorden uit hoe je lichaam bepaalt of het gebruik maakt van vetzuren of glycogeen

Waarom zou een sprinter(100m) zijn vermogen verbeteren?

1. Voor zijn reactie vermogen
2. Voor zijn acceleratie vermogen
3. Voor een sterk eind
4. Voor een goed herstel na de inspanning

Leg in je eigen woorden uit wat de capaciteit is van een energie systeem:

Bij welk van de onderstaande sporten maakt lichaam gebruik van het melkzuur systeem?

1. Kogelstoten
2. 1500m Schaatsen
3. Judo
4. Marathon

Ieder systeem heeft zijn eigen uithoudingsvermogen.

Sleep de systemen van weinig (1) naar veel (3) UHV:

1

2

3

Aerob systeem

Anaëroob a-lactisch systeem

Anaeroob lactische systeem

Leg in je eigen woorden uit waar VO2-max voor staat:

Metabolische adaptaties zijn adaptaties aan:

1. hart en bloedsomloop
2. de stofwisseling
3. ademhalingsstelsel
4. spieren en zenuwen

Welke duurtraining wordt door getrainde sporters gebruikt als herstel training?

1. Aeroob-1
2. Aeroob-2
3. Aeroob-3
4. Allen

Wat heeft GEEN invloed op de VO2-max?

1. Hart
2. Longen
3. Bloedvaten
4. Skeletspieren

Wat is de meest intensieve training?

1. Aeroob-1 training
2. Aeroob-2 training
3. Extensieve interval
4. Herhalingsmethode

Sleep de eigenschappen van de trainingen naar de juiste training

Herhalings

methode

Wedstrijd methode

Interval training

Aeroob-1

Pauzes met volledig herstel

Pauzes met onvolledig herstel

Wedstrijd nabootsen

Intesiteit van 65-75% HF-max

Trainingsomvang tot 4uur

Wanneer meet je je rust hartslag

1. Kort na ontwaken
2. Kort na inspanning
3. Kort voor inspanning
4. Altijd als je maar niet aan het sporten bent

Je kunt een hogere maximale hartslag krijgen door juist te trainen:

1. Waar
2. Niet waar

Je kunt een lagere rust hartslag krijgen door juist te trainen:

1. Waar
2. Niet waar

Bereken de HF-reserve vannuit de volgende gegevens:
HF-rust: 48 HF-max 202

Wat kun je aflezen aan je rust hartslag:

1. Herstel van de vorige belasting
2. Beginnende- of nog onvoldoende genezing van ziekten
3. Of je deze dag kunt trainen of niet
4. Of je goed geslapen hebt of niet

Henk is 20. HF-rust bedraagt 58. Hij wil op 70% van zijn max. trainen. Op welke hartslag moet hij trainen? (afronden op heel getal)

Trainen voor gezondheid: Wat is GEEN gezondheidsreden om te trainen

1. Gewicht verliezen
2. Coördinatie verbeteren
3. Verlagen van de bloeddruk
4. Verlagen cholesterolgehalte