§ 1.1 Materialen

§1.1 Materialen
H1 Materialen en stoffen
1 / 23
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

§1.1 Materialen
H1 Materialen en stoffen

Slide 1 - Slide

Doelen
Aan het einde van de les kan ik: 
  1. het verschil uitleggen tussen natuurlijke en synthetische materialen.
  2. uitleggen wat grondstoffen zijn.
  3. uitleggen wat een composiet is.
Hoofdstuk 1. Materialen en stoffen
§1.1 Materialen

Slide 2 - Slide

Natuurlijke en synthetische materialen 
  • Natuurlijke materialen zijn materialen van natuurlijke oorsprong.

  • Synthetische materialen zijn materialen die je met chemische processen uit grondstoffen moet maken. 
Hoofdstuk 1. Materialen en stoffen
§1.1 Materialen

Slide 3 - Slide

Wat is een grondstof?

Slide 4 - Open question

Natuurlijk
Synthetisch

Slide 5 - Drag question

Kunststoffen
Kunststoffen zijn synthetische materialen dat (voornamelijk) uit aardolie wordt gesynthetiseerd. 

  • Wat zijn voordelen van kunststoffen?
  • Wat zijn nadelen van kunststoffen?
Hoofdstuk 1. Materialen en stoffen
§1.1 Materialen

Slide 6 - Slide

Materialenmix
Soms is er voor een bepaalde toepassing geen geschikt materiaal beschikbaar.
1. een nieuw materiaal ontwikkelen
2. eigenschappen van materialen combineren

Een materiaal dat is samengesteld om betere materiaaleigenschappen te krijgen noem je een composiet.
Hoofdstuk 1. Materialen en stoffen
§1.1 Materialen
Voorbeelden

Slide 7 - Slide

Doelen
Als het goed is kan ik nu:
  1. het verschil uitleggen tussen natuurlijke en synthetische materialen.
  2. uitleggen wat grondstoffen zijn.
  3. uitleggen wat een composiet is.
Hoofdstuk 1. Materialen en stoffen
§1.1 Materialen

Slide 8 - Slide

Hoeveel doelen beheers jij?
03

Slide 9 - Poll

Aan de slag!

Lezen §1.1 (m.u.v. stofeigenschappen) 
Maken opgaven: 1, 2, 4, 7, 8

Hoofdstuk 1. Materialen en stoffen
§1.1 Materialen

Slide 10 - Slide

Doelen
Aan het einde van de les kan ik: 
  1. een aantal materiaal- en stofeigenschappen benoemen.

Hoofdstuk 1. Materialen en stoffen
§1.1 Materialen

Slide 11 - Slide

Waarom worden flessen cola gemaakt van plastic en bijvoorbeeld niet van glas?

Slide 12 - Open question

Materiaal en stofeigenschappen
Welk materiaal je kiest, hangt af van de eigenschappen van het materiaal.

  • Eigenschappen van materialen heten materiaaleigenschappen.
  • Eigenschappen van zuivere stoffen heten stofeigenschappen.
Hoofdstuk 1. Materialen en stoffen
§1.1 Materialen

Slide 13 - Slide

Voorbeelden
  1. Oplosbaarheid
  2. Hydrofiel (polair) of hydrofoob (apolair)
  3. Smelt- en kookpunt
  4. Warmte- en stroomgeleiding
  5. Elasticiteit
  6. Hardheid
  7. Dichtheid (volgende les)
Hoofdstuk 1. Materialen en stoffen
§1.1 Materialen

Slide 14 - Slide

Doelen
Als het goed is kan ik nu
  1. een aantal materiaal- en stofeigenschappen benoemen.

Hoofdstuk 1. Materialen en stoffen
§1.1 Materialen

Slide 15 - Slide

Aan de slag!

Lezen Materiaal- en stofeigenschappen (blz. 10 en 11)
Maken opgaven: 3, 5, 6
Ben je klaar? Ga iets schoolgerelateerd doen. 


Hoofdstuk 1. Materialen en stoffen
§1.1 Materialen

Slide 16 - Slide

Doelen
Aan het einde van de les kan ik: 
  1. het verschil uitleggen tussen een grootheid en een eenheid (extra)
  2. berekeningen maken met dichtheid

Hoofdstuk 1. Materialen en stoffen
§1.1 Materialen

Slide 17 - Slide

Wat is verschil tussen grootheid en eenheid.

Slide 18 - Open question

Dichtheid
De dichtheid is de massa van een stof of materiaal per eenheid van volume. 

  • ρ is de dichtheid in kilogram per liter (kg/L)
  • m is de massa in kilogram (kg)
  • V is het volume in liter (L)


Hoofdstuk 1. Materialen en stoffen
§1.1 Materialen

Slide 19 - Slide

Dichtheid
ρwater = 0,9982 kg/L
dus 1 L water heeft een massa van 0,9982 kg

ρalcohol = 0,80 g/cm3
dus 1 cm3 alcohol heeft een massa van 0,80 g



Hoofdstuk 1. Materialen en stoffen
§1.1 Materialen

Slide 20 - Slide

Stappenplan
  1. Lees de tekst en onderstreep de gegevens.
  2. Schrijf de gegeven grootheden op met bijbehorende eenheid.
  3. Schrijf de formule op van de gevraagde grootheid.
  4.  Zorg dat de eenheden van de gegevens bij elkaar passen (eventueel dus omrekenen).
  5. Reken de gevraagde grootheid uit met de formule.
  6. Controleer je antwoord en of deze de juiste eenheid heeft (eventueel dus omrekenen).
  7. Geef antwoord op de vraag.
  8. Controleer of je antwoord logisch is. 



Hoofdstuk 1. Materialen en stoffen
§1.1 Materialen

Slide 21 - Slide

Voorbeeld
Annejelle heeft een metalen blokje met een volume van 18 cm3. De massa van het blokje is 49 g.

1. Bereken de dichtheid van het blokje.
2. Van welke stof is het blokje gemaakt?



Hoofdstuk 1. Materialen en stoffen
§1.1 Materialen

Slide 22 - Slide

Oefenen
Khalid heeft een blokje aluminium met een massa van 1,35 kg. Hij wil het volume van het blokje berekenen, dus heeft hij de dichtheid van aluminium opgezocht: 2,7 g/cm3

Bereken het volume van het blokje in liters.



Hoofdstuk 1. Materialen en stoffen
§1.1 Materialen
Uitwerking
1. zie tekst

2. m = 1,35 kg
ρ = 2,7 g/cm3
V = ?

3. V = m / ρ

4. m = 1,35 kg = 1350 g

5. V = 1350 / 2,7 = 500

6. V = 500 cm3 = 0,5 dm3 = 0,5 L

7. Het blokje heeft een volume van 0,5 L
TIP
1 L = 1 dm3

Slide 23 - Slide