Werkbegeleiding: beoordelen

Werkbegeleiding: Beoordelen
1 / 23
next
Slide 1: Slide
zorgPraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Werkbegeleiding: Beoordelen

Slide 1 - Slide

Welke onderwerpen hebben we vorige week ook alweer besproken?

Slide 2 - Open question

Beoordelen
Een beoordelaar heeft taken en kwaliteiten.

Slide 3 - Slide

Welke taken heeft de beoordelaar?

Slide 4 - Slide

Welke taken heeft de beoordelaar?

Slide 5 - Open question

Taken van de beoordelaar

  • verzamelt beoordelingsgegevens
  • neemt deel aan beoordelingsgesprekken
  • stelt vast in welke mate de leerling voldaan heeft aan gestelde doelen
  • stelt de gevolgen vast voor het leerproces en de randvoorwaarden 

Slide 6 - Slide

Welke kwaliteiten zijn belangrijk voor een beoordelaar?
timer
1:00

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Video

Wat beoordelen we?
De leerling wil bijvoorbeeld beoordeeld worden op 'verzorging aan de wastafel'. Welke aspecten daarvan worden dan beoordeeld? Wat mag verwacht worden (competentieniveau) van de leerling? Welke informatie heb jij als beoordelaar van tevoren nodig om zo objectief mogelijk te kunnen beoordelen?
Vooraf duidelijkheid creëren. 

Slide 9 - Slide

Valkuilen:      We beoordelen ...
  • te snel
  • te vaag, waar nauwkeurigheid nodig is
  • te precies, waar om een ruime blik gevraagd wordt
  • op basis van te weinig informatie
  • te stellig 

Slide 10 - Slide

Oorzaken van de beoordelingsvalkuilen
  • de persoonlijkheid van de beoordelaar
  • de kenmerken van de beoordelingssituatie (bijvoorbeeld "wat is het effect van een negatieve beoordeling voor de student?")

Slide 11 - Slide

Hoe voorkom je dat jouw beoordeling negatief beïnvloed wordt?
  • observaties vastleggen, zodat er geen informatie verloren kan gaan
  • systematisch observeren (bijvoorbeeld aan de hand van een checklist)
  • werken met professionele beoordelaars
  • je bewust zijn van de eigen stemming
  • ga af op eigen observaties
  • neem de tijd!

Slide 12 - Slide

Welke toets vormen of
beoordelingsinstrumenten
ken je?

Slide 13 - Mind map

Toets vormen en beoordelingsinstrumenten
  • Portfolio
  • Proeve van  bekwaamheid
  • Observatie
  • Reflectieverslag en/of reflectiegesprek
  • Criteriumgericht interview
  • Zelfbeoordeling
  • 360 graden feedback
  • Projectpresentatie
  • Assessment

Slide 14 - Slide

Hoe kunnen we professioneel gedrag beoordelen?
Waar letten we op?

Slide 15 - Open question

Professioneel gedrag komt tot uiting in onder meer:
  • Collegialiteit
  • Bejegening
  • Inzet
  • Betrokkenheid
  • Bereidheid tot het uitvoeren van taken
  • Flexibiliteit
  • Initiatief 

Slide 16 - Slide

Hoe zou jij een beoordelingsgesprek starten als de beoordeling een onvoldoende is?

Slide 17 - Open question

Het beoordelingsgesprek
  • Boodschap brengen
  • Helpen de boodschap te begrijpen
  • Afronden en afspraken maken voor het vervolg leerproces 

Slide 18 - Slide

Oefenen             op je stage
Je bent4Een student durft geen nee te zeggen.4Een student heeft erg veel moeite met 4Een student durft geen nee te zeggen.4Een student heeft erg veel moeite met ernstig zieken.4Een student kan niet met kritiek omgaan.4Een student kan moeilijk omgaan met haar eigen emotiesernstig zieken.4Een student kan niet met kritiek omgaan.4Een student kan moeilijk omgaan met haar eigen emoties werkbegeleider van Jos. Jos laat onprofessioneel gedrag zien (onverzorgd uiterlijk, stelt weinig vragen en neemt nauwelijks initiatief, komt herhaaldelijk te laat en is weinig collegiaal). Je hebt Jos hier al enkele keren op aangesproken, maar er verandert niets. Nu heeft hij ook de laatste kernopdracht niet behaald. Je besluit, na overleg met je collega's, dat Jos de stage niet gaat behalen. Je hebt een gesprek met Jos gepland en gaat hem hierover informeren.

Slide 19 - Slide

Situaties uit de praktijk.
Hoe ga je hiermee om ?


Een student durft geen nee te zeggen.
                    

Slide 20 - Slide

Situaties uit de praktijk.
Hoe ga je hiermee om ?


 Een student heeft erg veel moeite met ernstig zieken. 

                    

Slide 21 - Slide

Situaties uit de praktijk.
Hoe ga je hiermee om ?


 Een student kan niet met kritiek omgaan. 


                    

Slide 22 - Slide

Situaties uit de praktijk.
Hoe ga je hiermee om ?


 Een student kan moeilijk omgaan met haar eigen emoties


                    

Slide 23 - Slide