Module 17 - herhaling

Module 17 
Herhaling hoofdstuk 1 t/m 3 
1 / 27
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Module 17 
Herhaling hoofdstuk 1 t/m 3 

Slide 1 - Slide

Een ondersteuningsplan opstellen doe je zoveel mogelijk alleen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quiz

Het inventariseren van de ondersteuningsbehoefte doe je op twee manieren:
A
Persoonlijke ambities in kaart brengen en in kaart brengen wat ze willen eten.
B
Woon- en leefsituatie in kaart brengen, en persoonlijke ambities van de cliënt.
C
Hun levensstijl in kaart brengen en de woon- en leefsituatie.
D
Wat ze graag doen en waar hun behoeftes liggen.

Slide 3 - Quiz

In een ondersteuningsplan staan de doelen die cliënt wil behalen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Er zijn 6 leefgebieden welke hoort hier niet bij?
A
Wonen en huishouden
B
Persoonlijke verzorging
C
Ontspanningsactiviteiten
D
Integreren

Slide 5 - Quiz

In een orthopedagogisch dagcentrum kunnen kinderen met een meervoudige beperking tot ...... jaar terecht
A
12 jaar oud
B
16 jaar oud
C
20 jaar oud
D
18 jaar oud

Slide 6 - Quiz

Het speciaal onderwijs is opgedeeld in 4 clusters
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Cluster 3: is voor kinderen met een lichamelijke en/of verstandelijke beperking
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Cluster 2: is voor.....
A
Lichamelijke en/of verstandelijke beperking
B
Blinden en slechtzienden
C
Doven en slechthorenden
D
Moeilijk opvoedbare kinderen, kinderen met een gedragsstoornis, kinderen met een psychiatrische stoornis

Slide 9 - Quiz

Cluster 1: is voor.....
A
Blinden en slechtzienden
B
Doven en slechthorenden
C
Lichamelijke en/of verstandelijke beperking
D
Moeilijk opvoedbare kinderen, kinderen met een gedragsstoornis, kinderen met een psychiatrische stoornis

Slide 10 - Quiz

We missen cluster 4 nog, welke doelgroep valt hieronder?

Slide 11 - Open question

De klassen in het speciaal onderwijs zijn een stuk groter dan in het reguliere onderwijs
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Wonen in een familie-initiatief is een onderdeel van begeleid wonen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

De thuisbegeleider heb je veel taken die vergelijkbaar zijn als de taken van een persoonlijk begeleiden. Er zijn 4 extra taken voor een thuisbegeleider, welke is een van die extra taken?
A
Ondersteuningsplan opstellen
B
Opvoedingsondersteuning bieden
C
Ondersteuningsplan evalueren en bijstellen
D
Je deskundigheid bevorderen

Slide 14 - Quiz

Als thuisbegeleider werk je altijd binnen de thuissituatie van de cliënt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Wat is een paradigma?
A
Een grondhouding of denkbeeld gebaseerd op persoonlijke opvattingen, cultuurgebonden normen en waarden en de laatste wetenschappelijke inzichten.
B
Meningen van personen.
C
Ontwikkelingen in de zorg, die jaarlijks onderzocht worden
D
Geen idee.

Slide 16 - Quiz

Ellendige situaties in inrichtingen: geef een voorbeeld

Slide 17 - Open question

Wat zijn belangenverenigingen?

Slide 18 - Open question

Belangenverenigingen 
Organisaties die opkomen voor de rechten van een bepaalde doelgroep, in dit geval voor mensen met een beperking. 

Slide 19 - Slide

Wat is empowerment?

Slide 20 - Open question

Empowerment
Mensen in hun eigen kracht zetten en ze de macht geven om hun eigen beslissingen te nemen .

Slide 21 - Slide

Wat is een intituutsparadigma?

Slide 22 - Open question

Instituutsparadigma
Het eeuwenoude beeld dat mensen 
zónder beperking beter in staat zijn om te beslissen over mensen met een beperking. De regie ligt bij het instituut en de deskundigheid bij de expert en niet bij de ouders of naasten. 

Denk aan: mensen met een beperking werden weggestopt in het instituut! 

Slide 23 - Slide

Wat is een ondersteuningsparadigma?

Slide 24 - Open question

Ondersteuningsparadigma
De regie en de deskundigheid liggen bij de cliënt  en zijn naasten, en de cliënt krijgt veel meer de kans om te participeren in de samenleving. 

Slide 25 - Slide

Binnen het ondersteuningsparadigma benader je de cliënt vanuit positieve gezondheid, wat houdt dit in?

Slide 26 - Open question

Positieve gezondheid 
Een nieuwe manier van kijken naar gezondheid waarbij je je richt op de ondersteuningswensen van de cliënt en niet op zijn ziekte of beperking. 

Slide 27 - Slide