2.2 Met geld kun je meer

Verwachtingen vandaag!
  • Mijn boek ligt open op de rekenopdrachten blz. 64 (huiswerkcontrole)
  • Ik heb alleen de benodigde spullen op tafel: Boek, etui en rekenmachine.
  • Als ik wat wil zeggen steek ik mijn hand op
  • Als de docent praat ben ik stil
  • Ik respecteer een ander en zijn eigendommen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 16 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Verwachtingen vandaag!
  • Mijn boek ligt open op de rekenopdrachten blz. 64 (huiswerkcontrole)
  • Ik heb alleen de benodigde spullen op tafel: Boek, etui en rekenmachine.
  • Als ik wat wil zeggen steek ik mijn hand op
  • Als de docent praat ben ik stil
  • Ik respecteer een ander en zijn eigendommen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen herhalen
  • Je kunt verschillende soorten inkomens noemen.
  • Je kunt drie groepen uitgaven noemen er er voorbeelden bij geven.
  • Je kunt bedragen omrekenen van een week naar een maand en andersom.
  • Je kunt een begroting van je inkomsten en uitgaven maken.

Slide 2 - Slide

2.2 Met geld kun je meer
H1 Economie is meer dan geld

Slide 3 - Slide

Leerdoelen 2.2
  • Je kunt de drie geldfuncties noemen en er voorbeelden bij geven.
  • Je kunt drie redenen noemen om te sparen.
  • Je kunt uitleggen wat rente is.
  • Je kunt de rente berekenen die je op een spaarrekening ontvangt. 

Slide 4 - Slide

Geldfuncties
Hoe je geld gebruikt, noem je Geldfuncties
Er zijn drie geldfuncties:
  • Ruilmiddel
  • Spaarmiddel
  • Rekenmiddel

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Slide

Sparen
Sparen betekent dat je geld niet nu uitgeeft, maar bewaart voor later.
Er zijn drie verschillende redenen om te sparen:
  • Sparen voor een doel
  • Sparen uit Voorzorg
  • Sparen voor rente

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Rente
  • Als je geld op een spaarrekening zet, krijg je rente.
  • Rente is een vergoeding die je krijgt van de bank voor jouw spaargeld
  • De hoogte van de rente verschilt per soort spaarrekening

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Slide

Rekenen met rente
  • De rente op je spaarrekening wordt berekend in procenten.
  • De rente wordt aangegeven in procenten per jaar.
  • Als je spaargeld korter dan een jaar op je spaarrekening staat dan krijg je ook minder rente.
  • Het rentebedrag reken je uit door: 
  • Spaarbedrag : 100 x rentepercentage 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Aan het werk!
Maken opdrachten 2.2: 3, 6, 10 en 12 (omcirkelen)

Opdrachten laten controleren bij de docent, bij goedkeuring nakijken.
Nagekeken werk laten controleren bij de docent, bij goedkeuring:
  • Maken plusopdrachten Hoofdstuk 2
  • Bezig met een ander vak
  • Lezen


 

timer
25:00

Slide 15 - Slide

Leerdoelen herhalen
  • Je kunt de drie geldfuncties noemen en er voorbeelden bij geven.
  • Je kunt drie redenen noemen om te sparen.
  • Je kunt uitleggen wat rente is.
  • Je kunt de rente berekenen die je op een spaarrekening ontvangt. 

Slide 16 - Slide