Bedrijfseconomie H6.4,6.5,6.6

1 / 30
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Programma Vandaag
  • Huiswerk nakijken  6.7 t/m 6.9, 6.11, 6.13 t/m 6.17
  • Quiz
  • Theorie hfd 6.4 t/m 6.6
  • Opdrachten 6.23 t/m 6.25
  • Huiswerk

Slide 2 - Slide

Piet Doornbos stortte op 2 januari 2012 € 300 op een spaarrekening. De bank vergoedt 4% samengestelde interest. Over welk bedrag kan Piet beschikken op 2 januari 2020?
A
€ 410,57
B
€ 394,78
C
€ 426,00
D
€ 408,15

Slide 4 - Quiz

Een kapitaal van € 2.000 staat gedurende 4 jaar uit tegen 5,5% en daarna 5 jaar tegen 4,5%. Bereken de eindwaarde.
A
€ 4.970,01
B
€ 3.087,60
C
€ 3.117,15
D
€ 3.016,27

Slide 5 - Quiz

Een kapitaal van € 1.500 staat gedurende 6 jaar uit tegen een interest van 2% per kwartaal. Bereken de eindwaarde.
A
€ 2.241,89
B
€ 2.380,31
C
€ 2.412,66
D
€ 1.685,40

Slide 6 - Quiz

Op 17 oktober stond er op de spaarrekening van Willy de mooie som van € 3.467. Op die dag vierde Willy zijn 18e verjaardag. Welk bedrag heeft vader Eb bij de geboorte van zijn zoon Willy op de spaarrekening gestort. De interest bedroeg 5,5%.
A
€ 1.253,59
B
€ 1.395,09
C
€ 1.395,28
D
€ 1.322,54

Slide 7 - Quiz

Bereken de eindwaarde van een kapitaal groot € 4.000 dat 6 jaar uitstaat tegen 4,5% samengestelde interest per halfjaar.
A
€ 6.160,00
B
€ 6.708,40
C
€ 6.783,53
D
€ 10.418,08

Slide 8 - Quiz

Een kapitaal van € 8.000 staat gedurende de periode van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2017 uit tegen 5% samengestelde interest per jaar en vanaf 31 december 2017 tegen 6% samengestelde interest per jaar. Bereken de eindwaarde op 1 januari 2024.
A
€ 14.346,80
B
€ 14.483,44
C
€ 15.352,44
D
€ 15.207,61

Slide 9 - Quiz

Een kapitaal van € 5.000 staat gedurende de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2024 uit tegen 7,5% samengestelde interest. Bereken het interestbedrag dat verkregen wordt over deze periode.
A
€ 9.586,19
B
€ 10.305,15
C
€ 5.305,15
D
€ 4.586,19

Slide 10 - Quiz

Een kapitaal heeft gedurende 10 jaar uitgestaan tegen 6% samengestelde interest per jaar en is nu aangegroeid tot een bedrag van € 24.000. Bereken de contante waarde van dit kapitaal.
A
€ 12.793,13
B
€ 13.298,53
C
€ 13.385,52
D
€ 13.401,47

Slide 11 - Quiz

Piet Doornbos stortte op 2 januari 2012 € 300 op een spaarrekening. De bank vergoedt 4% samengestelde interest. Over welk bedrag kan Piet beschikken op 2 januari 2020?
300*1,04^8=€410,57

Slide 12 - Slide

Een kapitaal van € 2.000 staat gedurende 4 jaar uit tegen 5,5% en daarna 5 jaar tegen 4,5%. Bereken de eindwaarde.
2.000*1,055^4*1,045^5=€3.087,60

Slide 13 - Slide

Een kapitaal van € 1.500 staat gedurende 6 jaar uit tegen een interest van 2% per kwartaal. Bereken de eindwaarde.
1.500*1,02^24=€2.412,66

Slide 14 - Slide

Op 17 oktober stond er op de spaarrekening van Willy de mooie som van € 3.467. Op die dag vierde Willy zijn 18e verjaardag. Welk bedrag heeft vader Eb bij de geboorte van zijn zoon Willy op de spaarrekening gestort. De interest bedroeg 5,5%.
3.467/1,055^18=€1.322,54

Slide 15 - Slide

Bereken de eindwaarde van een kapitaal groot € 4.000 dat 6 jaar uitstaat tegen 4,5% samengestelde interest per halfjaar.
4.000*1,045^12=€6.783,53

Slide 16 - Slide

Een kapitaal van € 8.000 staat gedurende de periode van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2017 uit tegen 5% samengestelde interest per jaar en vanaf 31 december 2017 tegen 6% samengestelde interest per jaar. Bereken de eindwaarde op 1 januari 2024.
8.000*1,05^6*1.06^6=€15.207,61

Slide 17 - Slide

Een kapitaal van € 5.000 staat gedurende de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2024 uit tegen 7,5% samengestelde interest. Bereken het interestbedrag dat verkregen wordt over deze periode. 
5.000*1,075^9=€9.586,19
9.586,19-5.000=€4.586,19

Slide 18 - Slide

Een kapitaal heeft gedurende 10 jaar uitgestaan tegen 6% samengestelde interest per jaar en is nu aangegroeid tot een bedrag van € 24.000. Bereken de contante waarde van dit kapitaal.
24.000/1,06^10=€13.401,47

Slide 19 - Slide

Leerdoelen
  • 6.4 je kunt de contante waarde van een rente (met formule) berekenen
  • 6.5: Je kunt percentages aanpassen naar verschillende perioden
  • 6.6: Je kunt de schuldrest berekenen
  • 6.6: Het interestbedrag berekenen nadat er is afgelost

Slide 20 - Slide

Contante waarde van een rente
  • Bij de contante waarde van een rente berekenen andersom rekenen dan bij de eindwaarde van een rente
  • Berekenen van een contante waarde van een reeks bedragen
  • We brengen de termijnen naar links op de tijdslijn  terugrekenen naar het verleden

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video