H5 Na H9.1 - 9.3 Trillingen en Golven

Natuurkunde
Wat heb je nodig vandaag?



BiNaS
Rekenmachine
Pen


1 / 23
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Natuurkunde
Wat heb je nodig vandaag?



BiNaS
Rekenmachine
Pen


Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Nagaan hoe 9.1 t/m 9.3 begrepen zijn

  • Tijd: 30 minuten
  • Uitkomst: Startpunt na SE1

Slide 2 - Slide

Hoe heet het verschijnsel van het meetrillen van de lucht in de klankkast?
A
Interferentie
B
Refractie
C
Harmonisch
D
Resonantie

Slide 3 - Quiz

Op welke hoogte bevindt zich de evenwichtstand?

Slide 4 - Slide

Op welke tijdstip(pen) is/zijn de kinetische energie 0 J?

Slide 5 - Slide

1. Welke trilling heeft de grootste amplitude?
2. Welke trilling heeft de grootste frequentie?

Slide 6 - Slide

Bepaal of bereken de eigenschappen van 
de trilling hiernaast

A = ___________________________
T = ___________________________
f = ___________________________

De vorm van dit (u,t)-diagram heet een _________________.

Trillingen die een (u,t)-diagram geven met deze vorm heten _____________________________.



Slide 7 - Slide

Welke trilling is harmonisch?
A
Links
B
Rechts
C
Hetzelfde
D
Geen idee

Slide 8 - Quiz


In de grafiek zie je een gedempte trilling. Wat gebeurt er met de frequentie van de trilling als de amplitude kleiner wordt?
A
de frequentie wordt groter
B
de frequentie wordt kleiner
C
de frequentie blijkt hetzelfde
D
er is geen frequentie

Slide 9 - Quiz

Cardiogram (ecg)
Schaal staat gegeven boven 
de grafiek.
Bereken de frequentie.

Slide 10 - Slide

Wat gebeurt er met een massa-veer systeem als de massa groter wordt?
A
De trillingstijd neemt toe.
B
De trillingstijd neemt af.
C
De frequentie neemt toe.
D
De frequentie neemt af

Slide 11 - Quiz

Veer A heeft een 2x zo grote veerconstante dan veer B. de massa's zijn gelijk. Wat weet je van de periode?
A
TA>TB
B
TA<TB
C
TA=TB
D
Hangt af van de amplitude

Slide 12 - Quiz

Een DAF-Truck (9,0 ton) rijdt de Dakar rally. Hij rijdt met een snelheid van 200 km/h over een hobbelende woestijn 'weg'. De hobbels hebben een afstand van 50 m. Bereken de veerconstante van de veren van de DAF-truck als de truck in resonantie komt.
A
C = 4,4*10^5 N/m
B
C = 4,9*10^5 N/m
C
C = 1,83*10^2 N/m
D
C = 6,3*10^4 N/m

Slide 13 - Quiz

Met welke formule kan je de golflengte van een golf bereken?
A
λ=v∙f
B
v=λ∙f
C
λ=v/f
D
λ=f/v

Slide 14 - Quiz

Het linker deel van de golf is
A
eerst omhoog gegaan
B
stil blijven staan
C
eerst omlaag gegaan
D
daar kun je niets van zeggen

Slide 15 - Quiz

In de figuur hiernaast een foto van een golf die op tijdstip t = 0,0 s links bij de stip is begonnen.
De volgende vragen gaan over deze golf.

Voor de golflengte λ van deze golf geldt:
A
λ = 2,0 m
B
λ = 3,5 x 2,0 = 7,0 m
C
λ = 8 x 2,0 / 2,5 = 6,4 m
D
λ = 8 x 2,0 / 2,25 = 7,1 m

Slide 16 - Quiz

Welke van de volgende golven is een longitudinale golf?
A
golven in de zee
B
een golf in een touw
C
geluidsgolven
D
golven in een gitaarsnaar

Slide 17 - Quiz

Een s-golf beweegt met de snelheid van 3,3 km/s. De golflengte bedraagt 2,0 km. Bereken de frequentie van de trillingen aan het aardoppervlak.
A
1,7 Hz
B
0,60 Hz
C
0,46 Hz
D
6,6 kHz

Slide 18 - Quiz

Wat is de grondfrequentie van het gegeven signaal?
A
0,18 Hz
B
222 Hz
C
172 Hz
D
181 Hz

Slide 19 - Quiz

De golfsnelheid v (m/s) in een koord is afhankelijk van kracht Fs (N). Wat is de eenheid van mL in basis SI-eenheden?
A
kg
B
kgm
C
kg/m
D
Ns/m

Slide 20 - Quiz

Een radiozender zendt een EM-golf uit met een golflengte van 600 m. Wat is de frequentie?
2
A
Te weinig gegevens
B
0,50 MHz
C
0,572 Hz
D
2,0 microHz

Slide 21 - Quiz

De golfsnelheid van watergolven aan de kust is afhankelijk van de diepte van de zee. Als een watergolf met een golflengte van 3,3 m een golfsnelheid van 7,2 m/s heeft, wat is dan de golflengte van die golf als de golfsnelheid in ondieper water 3,0 m/s geworden is?
A
1,65 m
B
Te weinig gegevens
C
1,38 m
D
7,92 m

Slide 22 - Quiz


A
1,0 Hz
B
2,0 Hz
C
Te weinig gegevens
D
11 Hz

Slide 23 - Quiz