Donderdag 11 maart Jeugdjournaal online les

1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

  1. jeugdjournaal                                                   13:00  uur -  13: 45 uur
  2. Schrijven: schrijf over jouw huis             14:00 uur -  14:45 uur


*  Je kunt een Nederlandstalige tv-serie volgen. 
* Je kunt een Nederlandstalige nieuwsbericht volgen. 
*  Je kunt schrijven over jouw huis.  
Doelen
Programma

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lezen, luisteren, vragen beantwoorden
Je kijkt en luistert dadelijk naar een fragment van het Jeugdjournaal.  
Herken je woorden? ( Hoor je woorden die je al goed kent).
Hoor je nieuwe woorden? 

Schrijf die woorden op. Doe dit niet voor mij. Doet dit voor jezelf.

                               Welke woorden heb je opgeschreven? 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Nieuwsbericht van 8 maart '21

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Link

Skiën zonder sneeuw.
Welke woorden hoor je?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Welke woorden hoor je?
steil     gevaarlijk   eigenlijk 
rots    gemakkelijk   genoeg
steen   coronamaatregelen
berg  waaghalzen 

 
Kijk en luister goed naar het fragment.
Weet je ook wat de woorden betekenen?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Link

Skiën zonder sneeuw.
Welke woorden heb je gehoord?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Nu de betekenis. . .
steil     gevaarlijk   eigenlijk 
rots    gemakkelijk   genoeg
steen   coronamaatregelen
berg  waaghalzen 

 

Weet je ook wat de woorden betekenen?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat is de juiste spelling?
De trap bij mijn ouders is erg ....
A
steil
B
stijl

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent dit bord?
A
gevaar
B
kijk uit
C
hoi
D
dreiging

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat zie je op het plaatje?
A
Een berg
B
Een heuvel
C
Een rots

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat zie je op het plaatje?
A
Een heuvel
B
een wolk
C
een berg

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

1- Wat eet de jongen?
2- Wat zit in de soep...
3- Is dit gevaarlijk?

4. Hoe noemen we een jongen die gevaarlijk doet?
A
een waaghals
B
linke soep

Slide 15 - Quiz

iemand die risico's neemt.
Huiswerkopdracht voor donderdag 18 maart
  • Leer de woorden goed (te) schrijven.
  • Maak ook een zin met elk woord.

  • INLEVEROPDRACHT  - Maak een foto van jouw zinnen. 
  •                                                Stuur de foto voor 17 maart naar mij. 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Je kunt een Nederlands nieuwsbericht volgen
Je hebt nieuwe woorden geleerd.
 
 Je kunt mensen met een accent verstaan (begrijpen).
Je kunt antwoorden geven op een eenvoudige tekst.
 Je weet wat een bouwmarkt is.
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

This item has no instructions

TaalCompleet
* Schrijfopdracht:  
schrijf over jouw huis/ jouw kamer / jouw tuin.
* zelfstandig werken
* inleveren van jouw werk: bhuisman@stedelijkcollege.com

Gezamenlijke afsluiting 
* KAHOOT?

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Doel: Je kunt schrijven over jouw huis.
           Je kunt de voorzetsels goed gebruiken. 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Je tekst moet uit 10 zinnen bestaan. Je begint de zin met
een hoofdletter. Je eindigt de zin met een punt. 

Inleveren bij de docent.
Doel: Je kunt schrijven over jouw huis.
           Je kunt de voorzetsels goed gebruiken. 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Reflectie
  • REFLECTIE




  • Jouw leerproces
  • 1.  Het vinden / bedenken van woorden.                                       +  /  -
  • 2. Het goed schrijven van de woorden.                                         +  / -
  • 3. Het maken van de zin.                                                                   + /  -
  • 4. Ik heb de goede voorzetsels gebruikt: in, op,  onder, aan etc. + /  - 
  • 5.  Ik weet de plaats van de voorzetsel in de zin.                              + / -

Slide 21 - Slide

This item has no instructions