Blok 6.1 ecologie - 1 eten en gegeten worden

Biologie
Blok 6 ecologie - 6.1 eten en gegeten worden
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Biologie
Blok 6 ecologie - 6.1 eten en gegeten worden

Slide 1 - Slide

Vandaag in de les
  • voedselketen en voedsel web.
  • fotosynthese en verbranding
  • producenten en consumenten
  • reducenten en kringloop

Slide 2 - Slide

instructie 6.1 (70) voedselrelaties
Bij Ecologie bestudeer je de relatie tussen organismen en de omgeving waarin ze leven. (planten eten, voedsel zoeken, voorkomen opgegeten te worden) Ook de invloed van temperatuur, water, wind etc abiotische factoren

Kringloop; in natuur worden stoffen steeds opnieuw gebruikt, herhalend proces.
Voedselketen; een reeks soorten waarbij elke soort wordt opgegeten door de volgende soort. bijv, Boom -> rups -> klein vogeltje -> havik 
- In de 1e schakel van een voedselketen komen alleen producenten voor.

Slide 3 - Slide

Dieren
Kunnen niet hun eigen voeding maken
Ze eten planten of andere dieren -> consumeren
Drie soorten dieren:
Planteneters – eten alleen planten (koe, paard, rups)
Vleeseters – eten alleen dieren (leeuw, havik, haai)
Alleseters – eten zowel planten als dieren (mens, varken)
Dieren en planten hebben een voedselrelatie als ze elkaar eten/gegeten worden (dieren zijn consumenten)

Slide 4 - Slide

voedselketen met vier schakels

Slide 5 - Slide

instructie 6.1 (70-71) voedselrelaties
voedselweb; alle voedselrelaties in een gebied. bijv. sloot, bos of heide gebied (een ecosysteem). Pijl; betekent wordt gegeten door
- voedselweb bestaat uit producenten en consumenten. 
De schakels van de voedselketen passen hierin, begint altijd met producenten.

producenten; organismen met bladgroen maken energierijke stoffen uit energiearme stoffen
- planten zijn producenten
- in de cellen met bladgroenkorrels vindt  fotosynthese plaats 

Slide 6 - Slide

Voedselrelatie
Noteer je altijd op dezelfde manier:

Plant -> planteneter -> vleeseter 1 -> vleeseter 2
Voorbeeld: Boomblad -> rups -> koolmees -> havik
Dit noem je een voedselketen
Elk onderdeel van de keten is een schakel
Meerdere voedselketens bij elkaar vormen een voedselweb


Slide 7 - Slide

Afhankelijkheid                                         
voedsel web ->
voedsel relaties

elk gebied zijn eigen 
voedselweb, elk gebied heeft
zijn eigen soorten
bijv. bos, duinen, heide,
oceaan

Slide 8 - Slide

instructie 6.1 (70) voedselrelaties
energie arme stoffen stoffen die weinig  energie bevatten; bijv.
koolstofdioxide, mineralen, water en zuurstof

energie rijke stoffen stoffen die veel energie bevatten; bijv.
glucose, en andere koolhydraten, eiwitten en vetten

Slide 9 - Slide

instructie 6.1 (70) fotosynthese
  • Proces waarin bladgroenkorrels kooldioxide en water + lichtenergie  omzetten in glucose en zuurstof
  • energiearmestoffen -> energierijke stoffen
  • energie uit zonlicht -> opgeslagen in glucose

Slide 10 - Slide

instructie 6.1 (70) verbranding
  • bij verbranding worden energierijke stoffen omgezet naar energiearme stoffen.
  • bij verbranding komt de opgeslagen energie weer vrij voor bijv. groei en beweging
  • verbranding van glucose kun je zo opschrijven;
      glucose + zuurstof -> kooldioxide + water + energie

Slide 11 - Slide

instructie 6.1 (70) consumenten
consumenten halen energierijke stoffen uit het voedsel. (eten andere organismen) 

- dieren zijn consumenten
- tot de consumenten behoren alleseters, planteneters en vleeseters.
- planteneters zijn consumenten van de eerste orde
- vleeseters zijn consumenten van de tweede orde, van de derde orde enz.
- alleseters zijn consumenten van de eerste orde, tweede orde enz.


Slide 12 - Slide

Reducenten
Bacteriën en schimmels
ruimen dode organismen
op. --> reducenten

Hierbij komen 
voedingsstoffen vrij

Slide 13 - Slide

instructie 6.1 (70) reducenten
reducenten zetten energierijke stoffen  uit (resten van) gestorven planten en dieren om in energiearme stoffen. 
- schimmels en bacteriën zijn reducenten
-de reducenten ruimen op, breken resten van organismen/poep weer af.
- planten kunnen de energiearme stoffen weer opnemen

stofwisseling; alle omzettingen van de ene stof naar de andere stof in een organisme, zo ontstaat een evenwicht





Slide 14 - Slide

Rollen
  • Producent
  • Consumenten 1e orde
  • Consumenten 2e orde
  • Consumenten 3e orde
  • Reducent

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

reducenten 
  • reducenten


Stoffen van planten komen via dieren, afvaleters en reducenten uiteindelijk weer bij planten terecht.

Slide 17 - Slide

Wat zijn Producenten?
A
Planten
B
Dieren
C
Schimmels
D
Bacteriën

Slide 18 - Quiz

Wie is de producent
A
Pissebed
B
Kat
C
Kastanjeboom
D
Egel

Slide 19 - Quiz

Wie is of zijn hier de
consument(en)
A
radijs
B
radijs en konijn
C
konijn
D
konijn en uil

Slide 20 - Quiz

Deze bacteriën horen bij de reducenten. Wat doen reducenten ook alweer?
A
organische stoffen omzetten in anorganische stoffen
B
anorganische stoffen omzetten in organische stoffen
C
planten omzetten in mineralen
D
stinkende stoffen produceren in slootjes

Slide 21 - Quiz

Je ziet hier een voedselketen.
Is deze voedselketen juist weergegeven?
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quiz

Voedselweb of voedselketen?
A
Voedselweb
B
Voedselketen

Slide 23 - Quiz

aan de slag 
6.1 eten en gegeten worden 
Kennis vragen 1, 2, 3 en 4  (blz. 73 - 74)
Inzicht vragen 5 t/m 8 (blz 76 & 77)

Dank jullie wel voor jullie aandacht!

Slide 24 - Slide

huiswerk 6.1  (73-77)
6.1 eten en gegeten worden 

voor zover nog niet in de klas gemaakt: 
Kennis vragen 1, 2, 3 en 4  (blz. 73 - 74)
Inzicht vragen 5 t/m 8 (blz 76 & 77)

Dank jullie wel voor jullie aandacht!


Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide