3 havo - les 5 Kap.1 23-24

1 / 14
next
Slide 1: Video
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

      Herzlich Willkommen bei Deutsch
                             3 Havo
Heute fangen wir mit den Chromebooks an!
(vandaag beginnen we de les met Chromebooks)

Slide 2 - Slide

- haben/sein mit Chromebook üben
- Wörter mit Memoryspiel üben
- Hausaufgaben besprechen/ korrigieren
- Plauderecke C üben
- PWW stof?
- Landeskunde: Oktoberfest
- Selbständig an die Arbeit -> Lesen üben

Was machen wir                         ?
doel: jullie kunnen haben/sein/werden in de t.t. en v.t vervoegen en kennen de betekenis ervan, jullie kennen alle woorden van Kapitel 1

Slide 3 - Slide

haben/sein mit Chromebook üben
- Open op je Chromebook de link die in Classroom is gedeeld
- Maak de haben/sein game
- Let op: het persoonlijk vnw en het ww. moeten elk op een eigen gaatje worden ingevuld!
- Let ook op hoofdletters


https://www.educaplay.com/game/3182050-haben_en_sein_verleden_tijd_1.html#!?faststart=1

Slide 4 - Slide

Wörtermemory Kapitel 1 machen und spielen
1. ieder krijgt een klein stapeltje kaartjes
2. schrijf op 1 kaartje een Duits woord uit Kapitel 1 en op een ander kaartje de Nederlandse vertaling ervan
3. Doe dit met al je kaartjes
4. Je gaat in tweetallen memory spelen met de kaartjes. Leg daarvoor alle kaartjes in rijtjes met de tekst naar beneden
5. Wie heeft aan het eind de meeste paren verzameld?

Slide 5 - Slide

Antworten Auftrag 1, 2 und 3    Seite 142
1
1. warst
2. war
3. hatten
4. hatte
5. war
6. wart
7. hatte
8. hattet
2
1. werde
2. würdest
3. würdet
4. würde
5. werden
6. wurde
7. wurde
8. würdest
3
1. hatte
2. wird
3. waren
4. hat, ist / hatte, war
5. wirst
6. würden
7. werde/wurde
8. wart

Slide 6 - Slide

 Plauderecke C üben 
Was?  Auftrag 11 Seite 18
Wie?   in Zweiergruppen

Slide 7 - Slide

Wat moet je kunnen/kennen voor de PWW?

De woordenlijsten op blz 40 en 41 van NL- D en van D-NL


werkwoorden haben en sein in de verleden tijd blz 44 Grammatik C
werkwoorden haben en sein in de tegenwoordige tijd blz 152
werkwoord werden in de tegenwoordige en verleden tijd Grammatik E blz. 44

In de toets komt ook een leestekst. Hiervoor kun je in de online methode extra oefenen.




Slide 8 - Slide

Oktoberfest
Was wisst ihr schon über das Oktoberfest?

https://www.youtube.com/watch?v=GW7rDLRDN1M 







Slide 9 - Slide

Lesen üben
Was?             Auftrag 26 und 27, Seite 32/33

Wie?              individuell und in Ruhe

Wie lange?   10 Minuten

Fertig? ->      Wörter G lernen/ Auftrag 1 und 2
                              Seite 143 machen
timer
10:00

Slide 10 - Slide

Antworten Aufgabe 26
1 Name der Erfindung: Chipkarte
Namen der Erfinder/ Name des Erfinders: Jürgen Dethloff und Helmut Göttrup
Erfindungsort: Steht nicht im Text
Erfindungsjahr: 1969
Grund der Erfindung: Dethloff sah voraus, dass in Zukunft ein Mittel zur Identifikation benötigt würde, das schwierig gefälscht werden könnte

2 Name der Erfindung: Das MP3-Format
Namen der Erfinder/ Name des Erfinders: Steht nicht im Text
Erfindungsort: Fraunhofer Institut in München
Erfindungsjahr: 1987
Grund der Erfindung: Steht nicht im Text

Slide 11 - Slide

Antworten Aufgabe 26
3 Name der Erfindung: Kontaktlinsen
Namen der Erfinder/ Name des Erfinders: Adolf Eugen Fick
Erfindungsort: Steht nicht im Text
Erfindungsjahr: 1887
Grund der Erfindung: eine Alternative zur Brille

4 Name der Erfindung: Der Computer – der 'Z3'
Namen der Erfinder/ Name des Erfinders: Konrad Zuse
Erfindungsort: Berlin
Erfindungsjahr: 1944
Grund der Erfindung: Der Erfinder fand das Rechnen schwierig

Slide 12 - Slide

Antworten Aufgabe 27
1 eingeschweißt – geplastificeerd/ gelamineerd

2 erfunden - uitgevonden
3 beliebig - willekeurig
4 die Datenmenge - de hoeveelheid gegevens
5 gelang - lukte
6 umzuwandeln - om te zetten
7 stellte … her – produceerde






Slide 13 - Slide

Cito KLT üben -> Nächste Woche Hörtest (2X)

Slide 14 - Slide