This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
Terugblik vorige les
Begrijpend lezen
Zelf kiezen
Evalueren
Vooruitblik
Slide 2 - Slide
Wat ging goed?
- zelfstandig werken met begrijpend lezen/ extra uitleggroepje
- snel aandacht voor docent
- Zelfstandig werken (denk aan volume)
Wat kan beter?
-- Niks, ga zo door!
Wat heb je geleerd?
- je hebt geoefend met het voorspellen, het gebruiken van je voorkennis, het visualiseren en vragen stellen tijdens het lezen
van een tekst
Slide 3 - Slide
Welke leesstrategieën ken je?
Slide 4 - Mind map
Vragen stellen
Voorkennis gebruiken
Slide 5 - Slide
Visualiseren
Voorspellen
Slide 6 - Slide
Lesdoel
Begrijpend lezen
Je kunt de strategie voorspellen inzetten en (delen van) een tekst voorspellen
Je kunt de strategie visualiseren gebruiken inzetten
Slide 7 - Slide
Heb je nog vragen? Ga naar de extra uitleggroep!
Ga dan naar de extra uitleggroep!
Slide 8 - Slide
Met wie werk je samen?
Slide 9 - Open question
Waar gaat deze tekst over? Schrijf drie woorden.
Slide 10 - Mind map
Zelf oefenen (in tweetallen) met het modelen
Slide 11 - Slide
Wat ga je doen? Kies uit:
Je werkt bij een krant en moet 4 kopjes met 4 bijpassende foto's bedenken voor het artikel 'steeds meer fietsen', hoe ziet dat er uit?
Je gaat lekker stillezen.
Slide 12 - Slide
Evaluatie
Wat ging goed?
Wat kan de volgende keer beter?
Slide 13 - Slide
We gaan gedichten schrijven.
Wat ga je doen of wat neem je mee?
Schooltaalwoorden M t/m Z
Theorie leren
Slide 14 - Slide
Reminder voor de docent (leerling modelen)
Lees de titel, waar zal de tekst over gaan? Lijkt het de leerling een leuke tekst? (voorspellen)
Maak een foto of een filmpje in je hoofd van dat wat je leest. Hij/zij snapt de tekst dan beter. (visualiseren)
Is er iets in de tekst wat hij/zij doet denken aan iets in je eigen leven? (voorkennis)
Slide 15 - Slide
Reminder voor de docent (leerling modelen)
Bij welk stukje uit de tekst heefthij/zij nog vragen? Wat vind hij/zij van persoon het aantal fietsen? Wat heeft de leerling van deze tekst geleerd? Wat vindt hij/zij nog lastig aan de tekst? (vragen stellen)