Oefentoets 3B spelling en grammatica 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Oefentoets 3B spelling en grammatica 2

Woordsoorten

lidwoord

zelfstandig naamwoord

bijvoeglijk naamwoord

werkwoord

voorzetsel

telwoord

persoonlijk voornaamwoord

bezittelijk voornaamwoord

De

kat

van

de

buren

heeft

veel

vlooien

dikke

leuke

persoonlijk voornaamwoord

bezittelijk voornaamwoord

jullie

het

je

haar

hij

uw

ons

ze

hun

zijn

me

hem

Een boek - twee ......
een auto - twee ......
een café - twee .......
een vaas - twee ........
een kolonie - twee .....

Meervoud

Maak van de twee losse woorden een samenstelling. Schrijf de hele samenstelling op (met of zonder koppelteken).

groente + soep

Samenstellingen

Maak van de twee losse woorden een samenstelling. Schrijf de hele samenstelling op (met of zonder koppelteken).

vmbo + school

Samenstellingen

Maak van de twee losse woorden een samenstelling. Schrijf de hele samenstelling op (met of zonder koppelteken).

vmbo + school

Samenstellingen

Maak van de twee losse woorden een samenstelling. Schrijf de hele samenstelling op (met of zonder koppelteken).

breedbeeld + tv

Samenstellingen

Maak van de twee losse woorden een samenstelling. Schrijf de hele samenstelling op (met of zonder koppelteken).

stad + school

Samenstellingen

Maak van de twee losse woorden een samenstelling. Schrijf de hele samenstelling op (met of zonder koppelteken).

16 + jarige

Samenstellingen

(belanden) Hij ........ nog eens in de bak.

(belanden) Hij is in de bak .................

(smelten) Door het .................... ijs ontstond er een wak.

(nylon) De ...... riem zat strak om zijn buik.

(diamant) Ze kreeg een ......... ring voor haar verjaardag.

Ik heb gisteren              papa gezien. (jou/jouw)

Ik denk dat deze jas van              is. (jou/jouw)

Proficiat!           mag            prijs komen afhalen! (u/uw)

Heeft           deze formulieren al ingevuld? (u/uw)

jouw

jou

u

uw

u

Vrouwen kunnen beter tegen pijn als / dan mannen.

1. als
2. dan

De voetballer behaalde hetzelfde niveau als / dan zijn vader.

1. als
2. dan

Toch trainde hij wel veel meer als/dan zijn vader

1. als
2. dan

De agent had geen bekeuring uitgeschreven. 

(hulpwerkwoord of zelfstandig werkwoord)

1. hww
2. zww

Klas 3B1 heeft aan een voetbalwedstrijd meegedaan. 

(hulpwerkwoord of zelfstandig werkwoord)

1. hww
2. zww

Die aardige docent van Nederlands kopieerde mijn leerstof. 

(hulpwerkwoord of zelfstandig werkwoord)

1. hww
2. zww

Ik heb mijn tas gepakt. 

(hulpwerkwoord of zelfstandig werkwoord)

1. hww
2. zww

Schrijf alleen de woorden op die een trema krijgen. Zet het trema op de goede plaats in het woord.

poezie

drieendertig

buien

reeen

LEREN

In Magister heb je een mail gekregen met de samenvatting en linkjes om een paar onderdelen mee te oefenen. 

Daar ga je mee aan de slag!