3.3 Inkomsten en uitgaven van de overheid

3.3 Inkomsten en uitgaven van de overheid
LH4.ec1
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

3.3 Inkomsten en uitgaven van de overheid
LH4.ec1

Slide 1 - Slide

Planning
- Terugblik paragaaf 3.2
- Paragaaf 3.3
- Aan de slag! 
- Terugblik en afsluiting 

Slide 2 - Slide

Wat zijn positieve externe effecten (M3)?

Slide 3 - Mind map

Waarom is investeren in onderwijs een vorm van ruilen over de tijd?

Slide 4 - Mind map

Hoe kan investeringen in productiviteit een bijdrage leveren aan de economische groei?

Slide 5 - Mind map

Huiswerk bespreken! 
- Lees paragaaf 3.2 door en maak de opdrachten 1 T/M 4. 

Slide 6 - Slide

Leerdoelen 3.3 
- Je legt het verschil uit tussen incidentele en structurele overheidsuitgaven
- Je legt het verband uit tussen een Begrotingssaldo en de staatsschuld 
- Je legt uit dat een financieringstekort gezien kan worden als uitgestelde belasting 

Slide 7 - Slide

Inkomsten en overheid
- Belastingopbrengst als belangrijkste inkomstenbron
- Productie collectieve goederen
-  Bijv. Onderwijs, gezondheid en overdrachtsinkomen..
- Miljoenennota 2025

Slide 8 - Slide

Rijksbegroting 
- Parlementaire democratie 
- Parlement (volksvertegenwoordigers)
- Regering vormen
- Regeerakkoord (maatregelen komende vier jaar die ieder jaar verder worden uitgewerkt)
- Rijksbegroting bij regeerakkoord 
- Prinsjesdag (staatshoofd licht plannen toe voor komend jaar aan het parlement)
- Parlement gaat goedkeuren of wijzigingen voorstellen 
- Parlement gaat goedkeuren en dan zijn de regeringsplannen voor het komende jaar een feit 
- Miljoenennota 

Slide 9 - Slide

Structurele en incidentele uitgaven 
- Structurele uitgaven (komen elk jaar terug en betaald vanuit belasting) 
- Onderwijs, gezondheidszorg en defensie 
- Incidentele uitgaven (af en toe/niet goed te plannen)
- Toestroom asielzoekers en gevolgen coronavirus 
- Opgevangen doormiddel van financieringstekort (lenen en vergroten staatsschuld) 
- In betere tijden aflossen staatsschuld 

Slide 10 - Slide

Begrotingssaldo en staatsschuld
- Tekort of overschot op de begroting van de overheid
- Positief begrotingssaldo, financieringsoverschot
- Ruilen over tijd (sparen belastingopbrengsten voor later)
- Negatief begrotingssaldo, financieringstekort
- Lenen (staatsobligaties uitgeven) 
- Bron 2 

Slide 11 - Slide

Begrotingssaldo en staatsschuld 
- Negatief begrotingssaldo
- Financieringstekort (uitgestelde belasting) 
- Overheid gaat nu lenen (staatsobligaties uitgeven en terugbetalen in de toekomst)
- Stijging staatsschuld 
 -Toekomstige belastingopbrengsten nodig om terug te betalen (bron 2)

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Stabiliteits- en Groeipact 
- Regels voor landen in de eurozone (EMU)
- Financieringstekort, maximaal 3% van het BBP
- Staatsschuld, maximaal 60% van het BBP
- Bron 4

Slide 14 - Slide

timer
10:00
Wie betaalt de rekening? Is het eerlijk om door de tijd heen te ruilen met een staatsschuld? Bepaal in 5 minuten je standpunt met je rij en onderbouw met minstens drie argumenten. Gebruik bronnen.

Slide 15 - Mind map

Aan de slag! 
- Lees paragaaf 3.3 door en maak de opdrachten 2,3,4,5 en 8. 

Slide 16 - Slide

Leerdoelen 3.3 
- Je legt het verschil uit tussen incidentele en structurele overheidsuitgaven
- Je legt het verband uit tussen een Begrotingssaldo en de staatsschuld 
- Je legt uit dat een financieringstekort gezien kan worden als uitgestelde belasting 

Slide 17 - Slide

Terugblik en afsluiting
  • Terugblik 3.2
  • Paragaaf 3.3
  • Volgende les! (Verder met H3 en handelingsdeel)
  • Extra oefenen
  • vragen? opmerkingen? 

Slide 18 - Slide