This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Welkom!
dinsdag
6 mei 2025
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Planning:
telefoons, absenten
introductie onderwerp
informatie
film
quiz
wat heb je geleerd?
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
Waar denk jij aan bij kinderrechten?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
Informatie: kinderrechten
Hoeveel kinderrechten zijn er?
Voor wie zijn de kinderrechten bedoeld?
Kun je een recht voor kinderen bedenken? Welk recht is dat?
Waarom zijn is er een speciaal kinderrechtenverdrag?
Wanneer is het kinderrechtenverdrag gemaakt?
Sinds wanneer geldt het kinderrechtenverdrag in Nederland?
Voor welke landen gelden de kinderrechten?
Bij wie kun je klagen als een kinderrecht geschonden wordt?
Slide 4 - Slide
This item has no instructions
1. Wat is het Kinderrechtenverdrag?
A
Afspraak met je
ouders over wat
wel en niet mag.
B
Afspraken tussen landen waar de rechten van het kind in staan.
C
Het boek met de regels die op school gelden.
D
Een spel over kinderrechten.
Slide 5 - Quiz
Wat is het Kinderrechtenverdrag?
A Afspraak met je ouders over wat wel en niet mag.
B Afspraken tussen landen waar de rechten van het kind in staan.
C Het boek met de regels die op school gelden.
D Een spel over kinderrechten.
2. Het hebben van rechten betekent:
A
Dat je altijd je zin hoort te krijgen.
B
Dat je voor sommige dingen beschermd wordt.
C
Dat je mag doen wat je wilt.
D
Dat je bijzonder bent.
Slide 6 - Quiz
Het hebben van rechten betekent:
A Dat je altijd je zin hoort te krijgen. BDat je voor sommige dingen beschermd wordt. C Dat je mag doen wat je wilt. D Dat je bijzonder bent.
Alle kinderen en jongeren hebben rechten. Deze staan beschreven in het Kinderrechtenverdrag van de Verenigde Naties. Het verdrag definieert ‘kind’ als ieder persoon die nog geen achttien jaar oud is. Kinderrechten zijn afspraken die gemaakt zijn tussen bijna alle Staten in de wereld. Ze gaan over verschillende onderwerpen waarvan het belangrijk is dat deze worden geregeld. Ze raken aan zo ongeveer alles waar kinderen mee te maken kunnen krijgen. Kinderrechten gaan over onderwerpen als onderwijs, gezondheid en de rol van familie en ouders. Ze gaan over vrijheid van geloof en vrijheid van meningsuiting. Ze gaan ook over het recht op een naam en een nationaliteit. Over een dak boven je hoofd en spelen. Over bescherming tegen mishandeling, misbruik en uitbuiting. En over bescherming tegen oorlogsgeweld en de specifieke bescherming van bijvoorbeeld kinderen met een handicap en vluchtelingenkinderen. Kinderrechten zijn er voor alle kinderen. Want tussen kinderen mag niet gediscrimineerd worden.
3. Is dit wel of geen kinderrecht?
Je hebt recht om te kunnen sporten.
A
Dit is WEL een kinderrecht.
B
Dit is GEEN
kinderrecht.
Slide 7 - Quiz
Is dit wel of geen kinderrecht?
Je hebt recht om te kunnen sporten.
ADit is WEL een kinderrecht.
B Dit is GEEN kinderrecht.
4. Is dit wel of geen kinderrecht?
Je hebt recht op WiFi thuis.
A
Dit is WEL een kinderrecht.
B
Dit is GEEN
kinderrecht.
Slide 8 - Quiz
Is dit wel of geen kinderrecht?
Je hebt recht op WiFi thuis.
A Dit is WEL een kinderrecht.
B Dit is GEEN kinderrecht.
5. Is dit wel of geen kinderrecht?
Je hebt recht op familie.
A
Dit is WEL een kinderrecht.
B
Dit is GEEN
kinderrecht.
Slide 9 - Quiz
Is dit wel of geen kinderrecht?
Je hebt recht op familie.
A Dit is WEL een kinderrecht.
B Dit is GEEN kinderrecht.
Film
Je beantwoordt eerst een paar vragen.
Dan kijken we de film.
Daarna beantwoord je vragen die over de film gaan.
Slide 10 - Slide
This item has no instructions
1. Wat is een documentaire?
A
Films met alleen maar dieren.
B
Films met acteurs die het verhaal spelen.
C
Films met verhalen die echt gebeurd zijn.
D
Films over bestanden en papieren.
Slide 11 - Quiz
Wat is een documentaire?
A Films met alleen maar dieren. B Films met acteurs die het verhaal spelen. CFilms met verhalen die echt gebeurd zijn. D Films over bestanden en papieren.
2. Waar ligt Oeganda?
A
Zuidoost-Azië
B
Noord-Afrika
C
Zuid-Amerika
D
Oost-Afrika
Slide 12 - Quiz
Waar ligt Oeganda?
A Zuidoost-Azië B Noord-Afrika C Zuid-Amerika D Oost-Afrika
3. Als jij je niet goed voelt, wat doe je dan het liefst?
Slide 13 - Open question
Als jij je niet goed voelt, wat doe je dan het liefst?
4. Wat mocht Allens moeder in Oeganda niet leren omdat ze een meisje is?
A
Dansen
B
Vechten
C
Fietsen
D
Zingen
Slide 15 - Quiz
Wat mocht Allens moeder in Oeganda niet leren omdat ze een meisje is?
A Dansen B Vechten
C Fietsen D Zingen
5. Waarom kan Allen geen leuke kleren dragen in Oeganda?
A
Omdat ze daar geen geld voor heeft.
B
Mannen geven haar dan te veel vervelende aandacht.
C
Ze houdt niet van
mooie kleren.
D
Omdat deze kleren niet vies mogen worden.
Slide 16 - Quiz
Waarom kan Allen geen leuke kleren dragen in Oeganda?
A Omdat ze daar geen geld voor heeft. B Mannen geven haar dan te veel vervelende aandacht. C Ze houdt niet van mooie kleren.
D Omdat deze kleren niet vies mogen worden.
6. Wat wil Allen met haar dans laten zien?
A
Dat je hard moet werken voor je dromen.
B
Dat ze erg sterk is.
C
Haar danstalent.
D
Dat je jezelf moet zijn en niet wat anderen van je verwachten.
Slide 17 - Quiz
Wat wil Allen met haar dans laten zien?
A Dat je hard moet werken voor je dromen. B Dat ze erg sterk is. C Haar danstalent. D Dat je jezelf moet zijn en niet wat anderen van je verwachten.
7. Welk kinderrecht was belangrijk in de film?
A
Het recht om te bewegen.
B
Het recht op bescherming tegen seksueel misbruik.
C
Het recht op privacy.
D
Het recht op een gezond leven.
Slide 18 - Quiz
Welk kinderrecht was belangrijk in de film?
A Het recht om te bewegen. B Het recht op bescherming tegen seksueel misbruik. C Het recht op privacy. D Het recht op een gezond leven.
De Quiz over kinderrechten!
Slide 19 - Slide
This item has no instructions
1. Tot welke leeftijd gelden de kinderrechten?
A
10 jaar
B
12 jaar
C
16 jaar
D
18 jaar
Slide 20 - Quiz
Tot welke leeftijd gelden de kinderrechten?
A 10 jaar
B 12 jaar
C 16 jaar
D 18 jaar
2. Hoeveel rechten staan er in het Kinderrechtenverdrag?
A
10
B
54
C
276
D
10.341
Slide 21 - Quiz
Hoeveel rechten staan er in het Kinderrechtenverdrag?
A 10
B54
C 276
D 10.341
3. Moet Nederland zich aan alle 54 regels van het verdrag houden?
A
Ja, want in Nederland wonen kinderen.
B
Ja, want Nederland heeft het verdrag ondertekend.
C
Nee, alleen de regels die Nederland belangrijk vindt.
D
Nee, want in Nederland is het al goed geregeld voor kinderen.
Slide 22 - Quiz
Moet Nederland zich aan alle 54 regels van het verdrag houden?
A Ja, want in Nederland wonen kinderen. B Ja, want Nederland heeft het verdrag ondertekend. C Nee, alleen de regels die Nederland belangrijk vindt. D Nee, want in Nederland is het al goed geregeld voor kinderen.
4. Welk land heeft het Kinderrechtenverdrag (nog) niet ondertekend?
A
Brazilië
B
China
C
Verenigde Staten
van Amerika
D
Oeganda
Slide 23 - Quiz
This item has no instructions
5. Hoe lang bestaat het Kinderrechtenverdrag al?
A
7 jaar
B
36 jaar
C
100 jaar
D
Altijd al
Slide 24 - Quiz
Hoe lang bestaat het Kinderrechtenverdrag al?
A 7 jaar B 31 jaar C 100 jaar D Altijd al
6. Als je een klacht hebt die met kinderrechten te maken heeft, dan kun je klagen bij...
A
Het VN Kinderrechtencomité
B
De leraar op school
C
Actiegroep Kinderrechten
D
Nergens
Slide 25 - Quiz
Als je een klacht hebt die met kinderrechten te maken heeft,
dan kun je klagen bij...
A Het VN Kinderrechtencomité B De leraar op school C Actiegroep Kinderrechten D Nergens
7. Heb je nog een ander goed idee voor een kinderrecht?