Keuzedeel scheikunde - Biochemie

bij dé lekkerste opleiding
van het 
1 / 49
next
Slide 1: Slide
BiochemieMBOStudiejaar 3

This lesson contains 49 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

bij dé lekkerste opleiding
van het 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vetten
Eiwitten
Koolhydraten
Nucleïnezuren

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Waar gaan we het vandaag over hebben?
1. Voedingsstoffen --> Waarvoor dienen ze in je lichaam?
2. Eiwitten, koolhydraten en vetten:
  • Bouw & indeling
  • Specifieke functies in het menselijk lichaam
 3. Reacties van voedingsstoffen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Welke voedingstoffen
ken je?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Macronutriënten

Slide 5 - Slide

Eiwitten, vetten en koolhydraten worden wel macrovoedingsstoffen of macronutriënten genoemd. Het lichaam heeft er vrij veel van nodig: de hoeveelheden eiwitten, vet en koolhydraten worden dan ook gemeten in grammen. Deze voedingsstoffen zijn de brandstof voor het lichaam dat zonder deze energie niet kan functioneren. Eiwitten zijn ook nodig voor de opbouw en onderhoud van de spieren, organen, zenuwstelsel, hormonen, enzymen en het bloed.
Micronutriënten
  • Vitamines
  • Mineralen
  • Spoorelementen

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Essentiële versus niet-essentiële voedingsstoffen
  • Essentiële voedingsstoffen -> het lichaam kan deze voedingsstoffen niet, of in onvoldoende mate zelf maken. 

  • Niet-essentiële voedingsstoffen -> het lichaam is in staat om deze stoffen zelf te maken. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Brandstof
  • Leveren energie

Zorg in het lichaam voor: 
  • Het op peil houden van de lichaamstemperatuur 
  • Groei; 
  • Ontwikkeling
  • Herstel.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Bouwstof

Zijn in je lichaam nodig voor: 
  • De groei; 
  • Ontwikkeling;
  • Herstel.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Beschermende stof


Zorgen ervoor dat je niet ziek wordt. 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Reservestof
  • Niet direct nodig als bouwstof of brandstof;
  • Worden opgeslagen in bepaalde delen van je lichaam.  

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Bouwstof
Brandstof
Beschermende stof
Reservestof
Koolhydraten
X
X
X
Eiwitten
X
X
Vetten
X
X
X
Vitamines
X
X
Mineralen
X
X

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Maak opdracht 1 van het werkblad
timer
5:00

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

De structuur van een eiwit (peptide)
Complex!

De structuur van een eiwit is belangrijk voor 
de stabiliteit van het eiwit.

Glycine is het simpelste aminozuur
BINAS tabel 67H

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

20 aminozuren
  • 8 essentieel 
  • 12 niet-essentieel

Aminozuren bevatten:
een zuurgroep + aminogroep
Aminozuren

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Welke aminozuren zijn polair?

Wat betekent dit voor de structuur van eiwitten?

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

De vormingsreactie van een dipeptide in structuurformules.
Extra toelichting bij vraag 13

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Peptidebinding = Karakteristieke deel van een binding tussen twee aminozuren
Het karakteristieke deel van een dipeptide is aangegeven in de rode rechthoek

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Enzymen menselijk lichaam: 
BINAS tabel 82 EFG

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

chemische eigenschappen van aminozuren
Autoprotolyse:


Zwitterion:
Niet bij iedere pH is het aminozuur vooral als zwitterion aanwezig.
Dit gebeurt pas bij een speciale pH en is (in principe) voor ieder aminozuur verschillend.
Deze pH noemen we het iso-elektrisch punt (IEP)





Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Maak opdracht 15, 17, 20, 25, 26

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Koolhydraten


Verteerbaar vs niet-verteerbaar, wat is het verschil?

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Onmisbare stoffen
Functie: brandstof, bouwstof en reservestof

Directe energie die het lichaam nodig heeft om te functioneren. glucose -> directe brandstof voor de cellen, essentiële voedingsstof



Koolhydraten (sachariden)
BINAS tabel 67F

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

  • Monosachariden
  • Disachariden
  • Oligosachariden
  • Polysachariden


Groepen sachariden

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions


Hoe heet de vormingsreactie van een discharide?
 

En hoe heet de ontledingsreactie van een disacharide in een monosacharide?

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Stel ik eet een aardappel, hoe komen de voedingsstoffen in je bloed terecht?

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Maak opdracht 28, 31, 33, 35, 36

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Vetten: 
alcohol + vetzuren



Glycerol (= 3x alcohol) kan reageren met 3 vetzuren. Hierbij komen 3 watermoleculen vrij en ontstaat er triglyceride 
Enkelvoudige vetten
BINAS tabel 67G

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Db zorgt voor een knik, deze knikken zorgen voor een niet compacte stapeling en grote afstand tussen de moleculen en daardoor een zwakke van der waalsbinding. 

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

7. Geef de vorming van het volgende triglyceride weer:

- glycerol met
propaanzuur 
butaanzuur
- pentaanzuur
Hoe ga je te werk?

3. Teken het triglyceride aan elkaar
4. Geef aan hoeveel H2O moleculen hierbij ontstaan

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Hoe ziet dit eruit?
Glycerol
Butaanzuur
Propaanzuur
Pentaanzuur

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Hoe ziet dit eruit?
3 H2O
+

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Kenmerk: esterbinding

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Vet en water
Ze hebben een kop die hydrofiel is (houdt van water) en een staart die hydrofoob is (houdt niet van water)
Hydrofiele kop
Hydrofobe staart
Emulgator
VB:
- Cellen menselijk lichaam
- Halvarine

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Maak opdracht 39, 41, 43, 44

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Mechanische vertering:
  • kneden, kauwen en mengen van het voedsel door gebit en spieren. bijv. kauwen, darmperistaltiek

Chemische vertering:
  • het fijn gekauwde voedsel verder afbreken door verterings- sappen met enzymen.
2 soorten vertering

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Reacties in je lichaam
  • Verbranding m.b.v. enzymen 

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Reacties in je lichaam
  • Verbranding m.b.v. enzymen 
  • Eiwitten:
  1. Opbouw nieuwe eiwitten
  2. Omzetting in andere aminozuren
  3. Verbranding

Kan er valine worden gevormd in je lichaam?

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Reacties in je lichaam
Additie reacties
  • Bij alkenen

Bij welke stoffen in je lichaam zou dit veel plaatsvinden?


Additie reacties
  • Onder invloed van licht

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Reacties in je lichaam

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Maak opdracht 46, 48, 49, 53

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk voor thuis
Testopdrachten
Toepassingsopdrachten
Examenopdracht (eiwitten)

Slide 49 - Slide

This item has no instructions