Les 1 juni: uitleg Facet + memory

Welkom allemaal !!



- Wat zijn de drie leukste dingen aan jou?

- Waar ben jij goed in?

- Als je een superheld zou zijn; wie zou je willen zijn en waarom?
 .



1 / 30
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom allemaal !!



- Wat zijn de drie leukste dingen aan jou?

- Waar ben jij goed in?

- Als je een superheld zou zijn; wie zou je willen zijn en waarom?
 .



Slide 1 - Slide

Vandaag:
• Je noemt de verschillende onderdelen op die deel uit maken van het centraal examen rekenen niveau 2F.
• Je legt uit aan welke voorwaarden je moet voldoen bij het centraal examen niveau 2F om te kunnen afstuderen.
• Je kunt procenten vertalen naar breuken en andersom.
• Je laat zien dat je 10 minuten zelfstandig in stilte kan werken aan de opdrachten.

Slide 2 - Slide

Centraal Examen Rekenen 2F

* Hoe is het examen opgebouwd?
* Wanneer heb je het examen gehaald?
* Uitleg en voorbeelden 
(https://oefenen.facet.onl/facet/pages/oefen/mbo/?menu=3_1)
* Wanneer voldoende?


Slide 3 - Slide

Onderdeel 1: zonder rekenmachine

Mag wel met een kladblaadje en een pen

Slide 4 - Slide

Welk getal hoort bij de pijl?
A
8,3
B
8,4
C
8,35
D
8,45

Slide 5 - Quiz

Uitleg
Het verschil tussen 8,5 en 8,65 = 0,15 (want 8,65-8,5 = 0,15)

Er komt dus steeds 0,15 bij

Bij de pijl moet staan: 
8,2 + 0,15 = 8,35

Slide 6 - Slide

Hoeveel % van de figuur is grijs gekleurd?
timer
1:00

Slide 7 - Open question

Uitleg
  • 7 van de 20 is gekleurd
  • Alle 20 vakjes = 100%
  • Hoeveel % is 1 vakje?
  • 100:20= 5%
  • Dus  5% x 7 vakjes =  35%

Slide 8 - Slide

6 x (44 + 12)=
A
336
B
276

Slide 9 - Quiz

Uitleg
6 x (44 + 12 ) =
eerst de haakjes: 44 + 12 = 56

dan 6 x56 = 
6 x 50 = 300
6 x 6 = 36
36 + 300 = 336

Slide 10 - Slide

4 x (16-7)=
timer
1:00

Slide 11 - Open question

-16 - 2 =
timer
1:00

Slide 12 - Open question

Uitleg: -16-2=
  • Het wordt nog kouder
  • Namelijk 2 graden, dus: -18
  • Onthoud: min is op de getallenlijn naar links en plus is op de getallenlijn naar rechts

Slide 13 - Slide

Welk getal is het grootst?
A
0,25
B
0,2
C
0,255
D
0,0255

Slide 14 - Quiz

Uitleg: welk getal is het grootst
Je zorgt er eerst voor dat alle getallen hetzelfde aantal achter de komma heeft: 
0,25      -> 0,2500
0,2         -> 0,2000
0,255   -> 0,2550
0,0255 -> 0,0255
Dan ga je het rijtje getallen achter de komma af en zie je direct welke het grootste is, in dit geval 0,255 (of 0,2550, dat is hetzelfde)


Slide 15 - Slide

7 liter + 520 milliliter= ...liter

timer
1:00

Slide 16 - Open question

Uitleg: 7 liter + 520 milliliter= ...liter
  • Je rekent eerst de milliliters om naar liter 
  • L -  dl - cl -  ml
  • Elk stapje is : 10 (of de komma 1 plek naar links verplaatsen)
  • 3 stapjes dus: 520 (ml) : 10 : 10 : 10 (niet gedeeld door 30!!!) = 0,52 (liter)
  • OF de komma 3 plekje naar links: 520 = 520,00 -> De komma 3 plekjes naar links = 0,52 (liter)
  • Dus 7 liter + 0,52 liter = 7,52 liter

Slide 17 - Slide

Schrijf vierenzestig honderdste als kommagetal
timer
1:00

Slide 18 - Open question

Uitleg: schrijf vierenzestig honderdste als kommagetal
  • Honderd heeft 2 nullen 
  • Honderdste = 2 getallen achter de komma
  • Dus 0,64

Slide 19 - Slide

Onderdeel 2: met rekenmachine

Pak een rekenmachine (mag vandaag van je telefoon/computer, met het examen niet!!!)

Slide 20 - Slide

Hoe groot is de oppervlakte?
en de omtrek?

Slide 21 - Open question

Hoeveel km/u liep Jip gemiddeld?
rond af op 1 decimaal
timer
1:00

Slide 22 - Open question

Uitleg
In 55 min liep Jip 10 km, hoeveel km/u?
Maak een verhoudingstabel:



Je rekent eerst 1 min. uit, dus deel je door 55. Wat je boven doet moet je ook onder doen, dus 10:55=0,1818.
Vervolgens reken je 60 min. uit (is 1 uur), dus bovenste x 60 en onderste ook: 0,1818x 60=10,908, afgerond op 1 decimaal = 10,9 km/u

min.
55
1
60
km
10
?
?

Slide 23 - Slide

Thuis oefenen??
Ga naar: oefenen.facet.onl

Kies MBO, Kies rekenen,
Kies 2F/2ER/2A/2AER 2018-2019
TIP:
Zelfstandig instructie bekijken bij oefenexamen in 6 delen op:
https://www.youtube.com/results?search_query=examntraining+rekenen+2F+18%2F19
--DIT GAAN WE IN LEERJAAR 2 OOK IN DE LES DOEN--

Slide 24 - Slide

En nu aan de slag 
Maak groepjes van ca. 4 personen

Zoek de juiste kaartjes bij elkaar
dus de juiste breuk bij de procent

Klaar? ->
Werk rustig en zelfstandig aan de opdrachten van H.4. 
Tot en met H4.4 moet deze week af!

Slide 25 - Slide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 26 - Slide

• Je noemt de verschillende onderdelen op die deel uit maken van het centraal examen rekenen niveau 2F.
• Je legt uit aan welke voorwaarden je moet voldoen bij het centraal examen niveau 2F om te kunnen afstuderen.
• Je kunt procenten vertalen naar breuken en andersom.
• Je laat zien dat je 10 minuten zelfstandig in rust en stilte kan werken aan de opdrachten.

Slide 27 - Slide

Vraag per alfabet
Begint je voornaam met:

A-B-C-D-E-F-G >> Wat heb je vandaag geleerd?
H-I-J-K-L-M >> Welk cijfer geef je jouw inzet vandaag?
N-O-P-Q-R-S-T >> Hoe was jouw houding vandaag?
U-V-W-X-Y-Z >> Wat zou je de volgende keer kunnen doen om je inzet te verbeteren?

Slide 28 - Slide

Volgende week:
Decimale getallen

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Link