Dag 9

• NT2
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 1

Thema 3

Wonen

schoonmaken

• zorgen dat iets niet meer vies is
• werkwoord : ik maak schoon
• zin: Die man maakt de kamer altijd heel goed schoon.

46

de soort

• verzameling van mensen of dingen met dezelfde kenmerken.
• = het type
• de soort - de soorten.
• Zin: Wat voor soort telefoon heb jij?

49

spullen

• het eigendom van iemand
  
• = verschillende dingen
• verkleinwoord: spulletjes
• Zin: Wil jij je spullen uit de kast pakken?
• Zin: Waar zijn de spullen van Mohammed?

50

de tuin

• stuk grond bij een huis of gebouw
• met planten, bloemen, bomen
• meervoud: de tuinen
• zin: De tuin bij mijn huis is klein.
• zin: Ik werk graag in de tuin, mijn tuin is heel mooi. 

55

van

• bezit
• hoort bij iets/iemand
• zin: Van wie is deze jas?
• zin: Deze telefoon is van mij! 

57

Wat maak jij graag schoon?

Wat maak jij NIET graag schoon?

A - Hij schoonmaakt mijn kamer.
B - Ik maak mijn kamer schoon.
C - Jij moet je kamer schoonmaken.

45

1. A - fout B - goed C - fout
2. A - fout B - fout C - goed
3. A - fout B - goed C - goed
4. A - goed B - goed C - goed

Een appel is een ......... fruit.

47

1. soort
2. voorbeeld
3. fout
4. blauw

A - Hij gebruikt veel spullen bij het koken.
B - Ik gooi mijn spullen in de auto.
C - Wij willen veel spullen kopen.
D - Er liggen veel spullen in mijn kamer.

Dag 6

48

1. A - Goed B - Goed C - Goed D - Goed
2. A - Goed B - Goed C - Fout D - Fout
3. A - Fout B - Fout C - Fout D - Fout
4. A - Fout B - Goed C - Goed D - Goed

A - het station
B - de tafel
C - de steol
D - de tuin

50-51-52-53

1. A - fout B - Goed C - Goed D - Goed
2. A - Goed B - Goed C - fout D - Goed
3. A - Goed B - Goed C - Goed D - fout
4. A - Goed B - fout C - Goed D - Goed

Maak een zin met het woord:
'van'
Gebruik 5-8 woorden!

Dag 7

55