periode 9 - Les 2 - anemie, afweer/immuniteit, bloedgroepen, resusstelsel

Les 2 - circulatie

1 / 45
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Les 2 - circulatie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Doel van deze les
  • Kennis ophalen over de bloedgroepen
  • Kennis ophalen over afweer en immuniteit
  • Weten wat een resusfactor is
  • Weten wat de oorzaken, gevolgen en behandeling kan zijn van anemie

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Bloedgroepen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Antistoffen vs antigenen
Antigeen
Antistof

Slide 4 - Slide

A heeft antigeen A, antistof B
B heeft antigeen B, antistof A
AB heeft antigeen A en B, geen antistof
O heeft geen antigeen, antistof A, en B
Antigeen A
Antigeen B
Antigeen A & B
Geen antigenen
Bloedgroep A
Bloedgroep B
Bloedgroep AB
Bloedgroep O

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

Welke bloedgroep is de universele donor?
A
Bloedgroep A
B
Bloedgroep B
C
Bloedgroep AB
D
Bloedgroep 0

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Welke bloedgroep is de universele ontvanger?
A
Bloedgroep A
B
Bloedgroep B
C
Bloedgroep AB
D
Bloedgroep 0

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Bloe



Bloedgroep A ontvangt van bloedgroep A en 0
Bloedgroep B ontvangt van bloedgroep B en 0
Bloedgroep AB ontvangt van A, B, AB en 0
Bloedgroep 0 ontvangt van 0

Slide 8 - Slide

Universele donor: bloedgroep O
Universele ontvanger: bloedgroep AB
Ontvanger bloedgroep: A
Donor bloedgroep: 0
Ontvanger bloedgroep: A
Donor bloedgroep: AB
Ontvanger bloedgroep: AB
Donor bloedgroep: B

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Doel van deze les
  • Kennis ophalen over de bloedgroepen
  • Weten wat een resusfactor is
  • Kennis ophalen over afweer en immuniteit
  • Weten wat de oorzaken, gevolgen en behandeling kan zijn van anemie

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Resusfactor
Resusfactor geeft aan of je wel of geen resusantigeen op je rode bloedcellen hebt
Rode bloedcel
A- 
A+ 
Antistoffen 
tegen resus
Resus-
antigeen
Antigeen 
A

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Resusfactor tijdens 
zwangerschap

Wanneer bloed van kind (Rh+) en moeder (Rh-)                                     
met elkaar in contact komt, maakt moeder anti-                                
stoffen tegen resusantigeen.
Bij een volgende zwangerschap maken de anti-                                 
stoffen van de moeder de rode bloedcellen van                                        
het kind kapot > bloedarmoede > zuurstofgebrek                                   
Dit heet resusziekte

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Oplossing?
Om afweerreactie tegen resusantigenen te voorkomen krijgt moeder tijdens de zwangerschap een resusprik (bevat antistoffen die resuspositieve bloedcellen van kind meteen opruimen als die in het bloed van de moeder komen).

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Doel van deze les
  • Kennis ophalen over de bloedgroepen
  • Weten wat een resusfactor is
  • Kennis ophalen over afweer en immuniteit
  • Weten wat de oorzaken, gevolgen en behandeling kan zijn van anemie

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

specifieke afweer

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Wat is een andere benaming voor een erytrocyt?
A
Bloedplaatje
B
Witte bloedcel
C
Rode bloedcel

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Een neutrofiele granulocyt is een leukocyt
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Lymfocyten, monocyten en granulocyten zijn
A
rode bloedcellen
B
bloedplaatjes
C
witte bloedcellen
D
Alle antwoorden zijn onjuist

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

B-lymfocyten zorgen voor de cellulaire afweer
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quiz

B-lymfocyten maken antistoffen en zijn daarmee onderdeel van de humorale afweer
Welke lymfocyten rijpen in de zwezerik?
A
B-lymfocyten
B
T-Lymfoctyen
C
B en T lymfocyten
D
Monocyten

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

T-lymfocyten zorgen voor de humorale afweer
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quiz

T-lymfocyten maken onderdeel uit van de cellulaire afweer.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Doel van deze les
  • Kennis ophalen over de bloedgroepen
  • Weten wat een resusfactor is
  • Kennis ophalen over afweer en immuniteit
  • Weten wat de oorzaken, gevolgen en behandeling kan zijn van anemie

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Anemie
  • Bloedarmoede;
  • Hemoglobinegehalte is gedaald beneden de normaalwaarde;
  • Mannen normaalwaarden: 8,7-11,0 mmol/liter
  • Vrouwen normaalwaarden: 7,5-10,0 mmol/liter
  • Klachten: bleekheid, kortademigheid, hoofdpijn, oorsuizen, lusteloosheid, duizeligheid en collapsneiging;
  • Drie typen anemie: microcytaire anemie, macrocytaire anemie, normocytaire anemie. 

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Hoe gaan we dit bepalen?
Diagnostiek:
  • HB ->gehalte hemoglobine
  • Ht -> hematocriet -> 
het volume van het bloed dat door 
de rode bloedcellen wordt ingenomen
  • Bestudering van het uiterlijk van de erytrocyt

Slide 26 - Slide

Bij mannen ligt de Ht hoger ivm de hormoon testosteron
Bij vrouwen komt het door de maandelijkse menstruatie -> bloeding



Hemoglobine
Hemoglobine is het ijzerhoudende eiwit in de rode bloedcellen, dat zorgt voor het transport van zuurstof  en kooldioxide in het bloed.
Hemoglobine zorgt voor de rode kleur in ons bloed.

Een te laag HB kan duiden op een anemie (bloedarmoede)

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Hematocriet

De hematocrietwaarde drukt uit hoeveel rode bloedcellen er te vinden zijn in een bepaalde hoeveelheid bloed..

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Als iemand ernstig uitgedroogd is, wat gebeurt er dan met de hematocrietwaarde in het bloed?
A
die daalt
B
die stijgt
C
die blijft gelijk

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Welke waarde is een normaal Hb gehalte voor een gezonde volwassen man?
A
12,5 mmol/l
B
15,5 mmol/l
C
9,5 mmol/l
D
7,5 mmol/l

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Anemie
bloedarmoede; tekort aan hemoglobine in het bloed
 
verschillende soorten anemie: 
 
  • verschillende oorzaak
  • verschillende anatomie

Slide 31 - Slide

Kenmerken rode bloedcel bij een ijzergebreksanemie:
  • Hypochroom (bleek)
  • Microcytair (klein)
Kenmerken bij hemolytische anemie:
  • Normochroom (normale kleur)
  • Normocytair (normale grootte)
Kenmerken bij pernicieuze anemie gebrek vit B12/ foliumzuur:
  • Hyperchroom (veel hemoglobine)
  • Macrocytair (extra groot)
Bloedarmoede

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Bloedarmoede => anemie



Oorzaken:
  • Verhoogd bloedverlies
  • Verstoorde aanmaak ery’s 
  • Onvoldoende aanmaak in het rode beenmerg
  • Tekort aan bouwstoffen (o.a. ijzer, foliumzuur, vit B12)

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Aplastische anemie
(beenmergarmoede)

Er is sprake van een te gering aantal stamcellen om voldoende nieuwe erytrocyten te kunnen vormen

Oorzaken: o.a. chemotherapie, bestraling, antibiotica, leukemie

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Pernicieuze anemie

Er is een tekort aan vitamine B12

Oorzaken: o.a. maagresectie, darm resectie, 

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Ferriprieve anemie
bloedarmoede als gevolg van ijzertekort ontstaat als de normale ijzervoorraad in het lichaam zodanig uitgeput raakt dat het beenmerg niet voldoende hemoglobine kan aanmaken.

Dit is de meest voorkomende oorzaak van bloedarmoede
Oorzaken: o.a. maagresectie, diarree, menstruatie, bevalling, slechte voeding, bloeding in het TD

Slide 36 - Slide

Ferriprieve anemie symptomen
• Vermoeidheid en slapte.
• Bleekheid (vooral tandvlees, oogleden en nagel-bedden).
• Hartkloppingen, versnelde hartslag, kortademigheid bij inspanning.
• Prikkelbaarheid, concentratiestoornissen.
• Gladde pijnlijke tong of kloofjes in de mondhoeken.
• Broze nagels.
• Zwarte, teerachtige (soms bloederige) stoelgang, als de bloedarmoede wordt veroorzaakt door bloedverlies in het maag-darmkanaal.
• Abnormale neiging tot het eten van klei, vuil of ijs (pica).
Hemolytische anemie
Hemolyse is een verhoogde afbraak van rode bloedcellen.
normaal leeft een erytrocyt 100 dagen, hierbij soms maar enkele uren

Oorzaken: o.a. erfelijkheid zoals bij sikkelcelanemie, auto-immuunziekte, kunstklep, malaria

Slide 37 - Slide

Ferriprieve anemie symptomen
• Vermoeidheid en slapte.
• Bleekheid (vooral tandvlees, oogleden en nagel-bedden).
• Hartkloppingen, versnelde hartslag, kortademigheid bij inspanning.
• Prikkelbaarheid, concentratiestoornissen.
• Gladde pijnlijke tong of kloofjes in de mondhoeken.
• Broze nagels.
• Zwarte, teerachtige (soms bloederige) stoelgang, als de bloedarmoede wordt veroorzaakt door bloedverlies in het maag-darmkanaal.
• Abnormale neiging tot het eten van klei, vuil of ijs (pica).
Diagnostiek verschillende soorten anemie

Door bestudering van het uiterlijk van de erytrocyten:
  • omvang
  • kleur
Omvang:
  • Microcytaire anemie: lage MCV-waarde 
  • Macrocytaire anemie: hoge MCV-waarde
  • Normocytaire anemie: normale MCV-waarde

(AZ: blz 279)


Slide 38 - Slide

Kenmerken rode bloedcel bij een ijzergebreksanemie:
  • Hypochroom (bleek)
  • Microcytair (klein)
Kenmerken bij hemolytische anemie:
  • Normochroom (normale kleur)
  • Normocytair (normale grootte)
Kenmerken bij gebrek vit B12/ foliumzuur:
  • Hyperchroom (veel hemoglobine)
  • Macrocytair (extra groot)
Diagnostiek verschillende soorten anemie

Door bestudering van de KLEUR van de erytrocyten:
hypochroom -> bleek 
Hyperchroom -> roder
Normochroom -> normaal


(AZ: blz 279)


Slide 39 - Slide

Kenmerken rode bloedcel bij een ijzergebreksanemie:
  • Hypochroom (bleek)
  • Microcytair (klein)
Kenmerken bij hemolytische anemie:
  • Normochroom (normale kleur)
  • Normocytair (normale grootte)
Kenmerken bij gebrek vit B12/ foliumzuur:
  • Hyperchroom (veel hemoglobine)
  • Macrocytair (extra groot)

Waardoor kan bloedarmoede worden veroorzaakt?
A
Doordat bloed gaat stollen binnen een bloedvat
B
Doordat bij een ontsteking veel witte bloedcellen zijn doodgegaan
C
Door kwalitatieve ondervoeding
D
Doordat het bloed niet door het hele lichaam wordt gepompt

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Iemand met bloedarmoede heeft te weinig...
A
Zuurstof in zijn bloed
B
Voedingsstoffen in zijn bloed
C
Hemoglobine in zijn bloed
D
Bloed

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Volgende week
Weefselvocht
Het lymfatisch systeem
Diffusie en osmose
Oedeem

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Voorbereiding:
Lees: * A&F:2.2.5 en 2.2.6 (blz 118 t/m 125)
            * AZ: 8.4 (blz 254 t/m 257)
Bekijk:* https://youtu.be/k54wDzNLFFU (diff&osmose)
             *  https://youtu.be/Y7HKUl1XKkY (oedeem)
Maak voor de les: Opdracht 2 - vragen over het 
                                                                 lymfatisch systeem (Teams)

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Slide 44 - Video

This item has no instructions

Slide 45 - Video

This item has no instructions