HV1A Meervoudsvorming en bijvoeglijke naamwoorden les 1 23/5

Welkom
Leg je boeken, schrift en etui op tafel
en ga 10 minuten in stilte lezen uit je leesboek.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom
Leg je boeken, schrift en etui op tafel
en ga 10 minuten in stilte lezen uit je leesboek.

Slide 1 - Slide

Meervoudsvorming en bijvoeglijke naamwoorden
Bladzijde 176-179 van je handboek.

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
- Je weet je op welke manieren een meervoud van een zelfstandig naamwoord gevormd kan worden.
- Je kunt het juiste meervoud van een zelfstandig naamwoord maken.
- Je kunt bijzonderheden met meervouden uitleggen.
- Je kunt je zelf nieuwe voorbeelden vinden of bedenken van bijzonderheden met meervoudsvorming. 

Slide 3 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
- Presentatie Ashwin
- Instructies meervoudsvorming en bijvoeglijke naamwoorden (176-179 HB).
- Huiswerk nakijken (opdracht 3 t/m 12 blz. 108-109 OB).
- Leesautobiografie inzien.
- Uitleg boekopdracht 4

Slide 4 - Slide

Meervoud op -en
De meeste woorden hebben een meervoud op -en.
  • Korte klank -> medeklinker verdubbeld 
    bot - botten
  • Lange klank -> een klinker wordt weggelaten
    boot - boten 

Slide 5 - Slide

Meervoud op -en
Woorden die eindigen op -ik, -es, -el, -is en -it  verdubbelt de medeklinker als daar een klemtoon op valt 
  • blik - blikken
  • model -modellen 
Als een woord eindigt op een -s of een -f  veranderen die letters meestal in een -z of een -v
  • kaas - kazen
  • schaaf - schaven  MAAR: mens - mensen!!

Slide 6 - Slide

Meervoud op -s
Als het zorgt voor een andere uitspraak dan krijg je een apostrof voor de s
  • auto - auto's
  • kiwi - kiwi's
Als het niet voor uitspraakverwarring zorgt schrijf je de -s eraan vast. 
  • finale - finales
  • café - cafés 
Engelse en Franse leenwoorden eindigen in het meervoud vaak op -s : cowboy - cowboys

Slide 7 - Slide

Meervoud van afkortingen: -'en of -'s 
Afkortingen krijgen in het meervoud altijd een apostrof.
De letters -s of -x en afkortingen die hierop eindigen, hebben een meervoud op -'en.
  • gps - gps'en 
  • x - x'en 
Alle andere letters en afkortingen krijgen in het meervoud een -'s (ook cijfers).
  • dvd - dvd's
  • WK - WK's
  • mp3 - mp3's

Slide 8 - Slide

Twee meervoudsvormen 
  • groente - groentes / groenten 
  • museum - musea / museums 
  • banden-banden/bands (let op :andere betekenis!!!)

Slide 9 - Slide

Meervoud met een trema 
Woorden met -ie komt de trema op de laatste -e 
  • Als de klemtoon valt op -ie, dan is het meervoud met -ën 
    melodie - melodieën
  • Als de klemtoon op een andere klank valt, is het meervoud met - (")n
    bacterie - bacteriën
Woorden met -ee schrijf je in het meervoud met -ën.
  • idee - ideeën 

Slide 10 - Slide

Bijzondere meervoudsvormen
Korte klank in het meervoud een lange klank>>>> dak - daken.

Soms verandert de klinker in het meervoud>>>> gezinslid - gezinsleden. 

Sommige meervoud op -eren >>> kind - kinderen.

Onregelmatige meervoudsvormen>>> koe - koeien. 

Slide 11 - Slide

Bijvoeglijke naamwoorden
- Bijvoeglijk naamwoord = zegt iets over een zelfstandige naamwoord. 


- Korte en een lange vorm>>> een mooi huis- het mooie huis

Slide 12 - Slide

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
- Bijvoeglijk naamwoord afgeleid van een voltooid deelwoord schrijf je zo kort mogelijk op.
- Let op de uitspraak...
Dus niet: de uitgepute atleet, maar de uitgeputte atleet. 

Slide 13 - Slide

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
- Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord =materiaal van het zelfstandig naamwoord - Het stoffelijk naamwoord eindigt meestal op -en.

- Uitzonderingen:  nieuwe stoffen, vaak uit het Engels. Bijv, plastic bekertje, aluminium fietsframe

Slide 14 - Slide

Trappen van vergelijking
- Bijvoeglijke naamwoorden staan vaak  in de stellende trap>>> mooi 
- We kunnen ze ook in de vergrotende en de overtreffende trap zetten.

   
Mooi, mooier, mooist.

Leer het schema  over de trappen van vergelijking op bladzijde 179 handboek uit je hoofd!!!

Slide 15 - Slide

Huiswerk maandag 26 mei 1e uur
Lezen: bladzijde 178-179 handboek.
Maken: opdracht 2; 3;  4;  5 a, b,c ; 6a,d; 7; 8; 9; 10 bladzijde 110-111 oefenboek.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide